MCHC
|
Referentie-interval
Laag | Hoog | Eenheid | |
---|---|---|---|
Hond | 30 | 36 | g/dL RBC |
Kat | 30 | 36 | g/dL RBC |
Paard | 33 | 36 | g/dL RBC |
Rund | 31 | 34 | g/dL RBC |
Geit | 30 | 36 | g/dL RBC |
Interpretatie
MCHC wijzigt als een groot deel van de cellen aangetast is, maar daarom niet allemaal.
Als een klein aantal RBC een abnormale pigmentatie heeft, zal dit onvoldoende zijn om MCHC te wijzigen. Bij microscopisch onderzoek van een bloeduitstrijkje zal dit echter wel tot uiting komen.
Als abnormale MCHC en MCV microscopisch niet bevestigd kunnen worden en bovendien vergezeld gaan van een normale Hct, worden deze afwijkingen beter genegeerd.
Hyperchromie is meestal artefactueel; het is immers onmogelijk om het Hgb van een normale RBC nog verder te verhogen.
Hypochromie is meestal te wijten aan reticulocytosis of ferriprieve anemie.
Het MCHC van pasgeborenen fluctueert slechts lichtjes met de leeftijd.
Interferentie
Vals verhoogd
In al deze gevallen geeft CHCM de correcte cellulaire Hgb concentratie weer.[1]