ADH responstest

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken

Indicaties

  • Laag urinair Sg zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak na de standaard work-up van pu/pd
  • Differentiatie centrale (CDI) van nefrogene diabetes insipidus (NDI)
  • Psychogene polydipsie

Tegenindicaties

  • Dehydratatie
  • Nierinsufficiëntie

Protocol[1]

Minirin nasal.jpg
  1. Laat de eigenaar vooraf de wateropname gedurende 2-3d registreren, met vrije toegang tot water.
  2. Dien twee keer per dag gedurende 5-7d desmopressine toe
    • injectie SC (met insulinespuitje): 1-4 µg/keer. Is iets duurder maar voor diagnostische doeleinden beter daar men zekerder is van de opname.
    • alternatief conjunctivaal toedienen van de neusdruppels: 1-5dr/keer
    • gebruik niet de orale route, de biologische beschikbaarheid is zeer variabel, tabletten zijn bovendien de duurste optie.
  3. Tijdens de proefperiode blijft de eigenaar de wateropname registreren.

Indien er geen duidelijk verminderde wateropname optreedt, beperk de eerste dagen na de test de vrije toegang tot water daar er een reëel risico bestaat voor waterintoxicatie en erge hyponatriemie bij dieren met primaire polydipsie.

Interpretatie

Partiële CDI en hyperadrenocorticisme kunnen moeilijk differentieerbaar zijn daar beide min of meer kunnen reageren op zowel een dorstproef als op exogeen ADH. Bovendien kan hyperadrenocorticisme secundair NDI veroorzaken. Daarom is het belangrijk om alle voorname oorzaken van pu/pd zoals Cushing moeten uitgesloten zijn.

Het is belangrijk het concentrerend vermogen pas na 5-7d toediening te evalueren daar er steeds een mate van medullaire washout kan verwacht worden en de medullaire gradiënt eerst dient hersteld te worden.

In geval van CDI valt de wateropname (en polyurie) dramatisch terug (>50%). Men kan dit ook aantonen aan de hand van urinair Sg of osmolaliteit.

  • urinair Sg >1.015 en/of osmolaliteit urine >10% gestegen = CDI
  • urinair Sg <1.015 en/of osmolaliteit urine <10% gestegen = NDI of Primaire polydipsie

Een Sg >1.030 of urine:plasma-osmolaliteit ratio >3:1 bewijst dat de nieren gevoelig zijn voor ADH en sluit NDI uit.

Referenties

  1. Investigation of polyuria and polydipsia, Mark E. Peterson, Rhett Nichols in BSAVA Manual of Canine and Feline Endocrinology; ISBN 0905214722

Links