Babesiose (hond)
Hoewel de term babesiose enkel de bloedparasieten van het genus Babesia in beschouwing neemt, veroorzaken ook species van het nauw verwante genus Theileria gelijkaardige symptomen. Of dit bij honden ook zo is, is nog het onderwerp van onderzoek en discussie. De termen piroplasma en piroplasmose worden gebruikt als overkoepelende terminologie, hierbij verwijzend naar de peervormige stadia microscopisch zichtbaar in geïnfecteerde rode bloedcellen.
Inhoud
De parasiet
Kenmerken
- Parasitaire protozoa behorend tot het phylum van de Apicomplexa.
- Teken dienen als reservoir, zowel Dermacentor, Ixodes als Rhipicephalus spp.[1][2][3][4][5]
- Infecteert rode bloedcellen
- Gastheerspecifiek, zowel voor de eindgastheer, als voor de vector
- Piroplasmen worden onderverdeeld in grote en kleine piroplasmen. In B. canis sensu latu worden drie subspecies onderscheiden op basis van pathogeniciteit, antigenen, vectorspecificiteit en genetische eigenschappen. Verder circuleren er nog nieuwe Babesia spp. en andere piroplasmen aangetoond via moleculaire techieken onder andere in immunocgecompromiteerde honden.[6]
Grootte | Naam | Vector | Verspreiding | Commentaar |
---|---|---|---|---|
Groot
(4–7 mm) |
B. canis canis | Dermacentor | Europa | |
B. canis vogeli | Rhipicephalus | Wereldwijd, tropisch en subtropisch | In opmars binnen Europa | |
B. canis rossi | Haemaphysalis leachi | Afrika | Meest pathogeen | |
Klein
(2–5 mm) |
Babesia gibsoni | Haemaphysalis longicornis, Haemaphysalis bispinosa, Rhipicephalus? | Initieel Azië, wereldwijd verspreidend | Buiten Azië associatie met vechthonden. |
Babesia conradae | Onbekend | California[7][8] | Verwant aan species van mens en hoefdieren. | |
Babesia vulpes sp. nov. | Vermoedelijk Ixodes hexagonus[9] | Noord Spanje[10][11], Kroatië [12], VS[13] | Recentelijk geherklassificeerd, voordien Theileria annae,Babesia microti–like sp,Babesia Spanish dog isolate[14] |
Levenscyclus
De teek infecteert zich tijdens een bloedmaaltijd. De parasiet penetreert het darmepitheel van de teek, vermeerdert zich en verplaatst zich naar de verschillende organen, zoals de speekselklier en de ovaria. Transoveriële overdracht is dus mogelijk.
De ziekte
Verspreiding
- Tekenbeet. De overdracht gebeurt evenwel niet onmiddellijk, maar geschiedt pas ongeveer 24 tot 48 uur nadat de teek zich heeft vastgehecht.
- Directe transmissie van hond op hond door bijten zou een belangrijke infectieweg zijn voor B. gibsoni en verklaart de relatief hoge prevalentie bij Staffordshire, pit bull terriers en andere vechthonden.[13][15][16]
- In het geval van B. vulpes (Theileria annae) zou verticale transmissie van moeder op pups mogelijk zijn. [17]. Experimenteel slaagde men hierin ook met B. gibsoni.[18]
- Iatrogene transmissie dmv transfusie[19] of chirurgisch materiaal.
Ondanks therapie en herstel moeten geconfirmeerde gevallen beschouwd worden als levenslange dragers.
Epidemiologie
De geografische verspreiding van de parasiet volgt de spreiding van zijn vector.
- B. canis: Spanje, Portugal, Frankrijk, Midden en Oost-Europa
- B. vogeli: Zuid-Europa
Ziekteverloop
- Infectie kan subklinisch, peracuut, acuut, chronisch of zelfs asymptomatisch verlopen.
- De incubatietijd varieert van 10d-3w. Op D1 is een voorbijgaande parasitemie detecteerbaar die zich herhaald op D14 met piekconcentratie organismen op D20.
- Immunosupressie of splenectomie verergeren of reactiveren de ziekte.
- Pups zijn het gevoeligst tussen 2-8m.
- Anemie is hoofdzakelijk het gevolg van immuungemedieerde hemolysis maar tevens door directe schade aan RBC door de piroplasmen.
Symptomen zijn aspecifiek.
- (Per)acuut:
- anemie
- koorts
- lusteloos
- geelzucht (door destructie van RBC)
- GI symptomen (braken, diarree en/of donkergekleurde faeces (tgv verhoogde bilirubine-excretie)
- Complicaties: erge hypoxie en DIC.
- Chronisch:
- intermitterend koorts
- anemie
- splenomegalie
- lymfoïde hyperplasie
Diagnose
Aspecifiek
- afwijkingen CBC
- hemolytische anemie (regeneratief)
- neutropenie
- thrombocytopenie
- Coombs test positief
- hyperbilirubinemie
- hypoalbuminemie
- hypergammaglobulinemie
- hemoglobinurie
Specifiek
- Bloeduitstrijkje: merozoieten kunnen gezien worden in RBC, vooral in het geval van acute babesiosis. In andere gevallen is de parasitemie vaak zwak. Het organisme is zelden vindbaar in chronische gevallen of bij asymptomatische dragers. De grootste kans om ze aan te treffen is in microcapillair bloed (teennagel, oorschelp).
- Serologie. De aanwezigheid van antistoffen wijst op contact met de parasiet. Infectie kan aangetoond worden door middel van gepaarde sera. Initieel kan de test negatief zijn in de acute fase.
- PCR. De test spoort B. canis en gibsoni op, nieuwe en ongekende species worden niet noodzakelijk gedetecteerd, evenals een zeer zwakke parasitemie zoals bij chronische babesiose.
Differentiatie tussen B. canis en B. gibsoni kan van belang zijn daar de aanbevolen behandeling verschilt. Dit kan aan de hand van de grootte van de merozoïten, of door middel van serologie.
Babesia bij de kat
Babesia felis is buiten Zuid-Afrika een zeldzame parasiet die vergelijkbare symptomen bij de kat kan veroorzaken. Omdat B. felis zo klein is wordt de diagnose echter makkelijk gemist. Piroplasmose is een mogelijke oorzaak van anemie en icterus met een duidelijke hypergammaglobulinemie waarbij de meest courante aandoeningen/infecties uitgesloten werden.
Er zijn echter nog andere Babesia spp. in het spel bij katachtigen waarover momenteel weinig bekend is. [20][21]
Links
- Babesia canis antistoffen
- Babesia gibsoni antistoffen
- Babesia PCR
- Wikipedia
- Microbewiki
- Uilenberg: Babesia--a historical overview. Vet. Parasitol. 2006;138:3-10. PMID: 16513280. DOI.
- Irwin: Canine babesiosis. Vet. Clin. North Am. Small Anim. Pract. 2010;40:1141-56. PMID: 20933141. DOI.
- Artikels op Pubmed over honden in de laatste 12 maanden
Referenties
- ↑ Schaarschmidt et al.: Questing Dermacentor reticulatus harbouring Babesia canis DNA associated with outbreaks of canine babesiosis in the Swiss Midlands. Ticks Tick Borne Dis 2013;4:334-40. PMID: 23571114. DOI.
- ↑ Wójcik-Fatla et al.: Babesia spp. in questing ticks from eastern Poland: prevalence and species diversity. Parasitol. Res. 2015;. PMID: 25976982. DOI.
- ↑ Jongejan et al.: Novel foci of Dermacentor reticulatus ticks infected with Babesia canis and Babesia caballi in the Netherlands and in Belgium. Parasit Vectors 2015;8:232. PMID: 25889392. DOI.
- ↑ Wójcik-Fatla et al.: Babesia spp. in questing ticks from eastern Poland: prevalence and species diversity. Parasitol. Res. 2015;. PMID: 25976982. DOI.
- ↑ Rotondano et al.: Survey of Ehrlichia canis, Babesia spp. and Hepatozoon spp. in dogs from a semiarid region of Brazil. Rev Bras Parasitol Vet 2015;24:52-8. PMID: 25909253. DOI.
- ↑ Sikorski et al.: Babesiosis caused by a large Babesia species in 7 immunocompromised dogs. J. Vet. Intern. Med. 2010;24:127-31. PMID: 20002547. DOI.
- ↑ Kjemtrup et al.: Babesia conradae, sp. Nov., a small canine Babesia identified in California. Vet. Parasitol. 2006;138:103-11. PMID: 16524663. DOI.
- ↑ Di Cicco et al.: Re-emergence of Babesia conradae and effective treatment of infected dogs with atovaquone and azithromycin. Vet. Parasitol. 2012;187:23-7. PMID: 22305297. DOI.
- ↑ Dixit et al.: Evidence of new pathogenic Theileria species in dogs. J Parasit Dis 2010;34:29-32. PMID: 21526030. DOI.
- ↑ Zahler et al.: Detection of a new pathogenic Babesia microti-like species in dogs. Vet. Parasitol. 2000;89:241-8. PMID: 10760414.
- ↑ Miró et al.: Theileria annae (syn. Babesia microti-like) infection in dogs in NW Spain detected using direct and indirect diagnostic techniques: clinical report of 75 cases. Parasit Vectors 2015;8:217. PMID: 25890106. DOI.
- ↑ Beck et al.: Diversity of Babesia and Theileria species in symptomatic and asymptomatic dogs in Croatia. Int. J. Parasitol. 2009;39:843-8. PMID: 19367832.
- ↑ 13,0 13,1 Yeagley et al.: Detection of Babesia gibsoni and the canine small Babesia 'Spanish isolate' in blood samples obtained from dogs confiscated from dogfighting operations. J. Am. Vet. Med. Assoc. 2009;235:535-9. PMID: 19719443. DOI.
- ↑ Baneth et al.: Reclassification of Theileria annae as Babesia vulpes sp. nov. Parasit Vectors 2015;8:207. PMID: 25890372. DOI.
- ↑ Imre et al.: Survey of babesiosis in symptomatic dogs from Romania: occurrence of Babesia gibsoni associated with breed. Ticks Tick Borne Dis 2013;4:500-2. PMID: 23994336. DOI.
- ↑ Jefferies et al.: Blood, Bull Terriers and Babesiosis: further evidence for direct transmission of Babesia gibsoni in dogs. Aust. Vet. J. 2007;85:459-63. PMID: 17970851. DOI.
- ↑ Falkenö et al.: Theileria annae in a young Swedish dog. Acta Vet. Scand. 2013;55:50. PMID: 23842507. DOI.
- ↑ Fukumoto et al.: Fatal experimental transplacental Babesia gibsoni infections in dogs. Int. J. Parasitol. 2005;35:1031-5. PMID: 15979628. DOI.
- ↑ Stegeman et al.: Transfusion-associated Babesia gibsoni infection in a dog. J. Am. Vet. Med. Assoc. 2003;222:959-63, 952. PMID: 12685786.
- ↑ Bosman et al.: Babesia lengau associated with cerebral and haemolytic babesiosis in two domestic cats. Parasit Vectors 2013;6:128. PMID: 23634743. DOI.
- ↑ Hartmann et al.: Babesiosis in cats: ABCD guidelines on prevention and management. J. Feline Med. Surg. 2013;15:643-6. PMID: 23813832. DOI.