Thrombocyten: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
k (1 revision(s))
Regel 1: Regel 1:
 
+
{{analyte
Routineparameter, onderdeel van CBC
+
|descr_nl = Thrombocyten
 
+
|syn = Bloedplaatjes, PLT
Bloedingsneiging
+
|loinc = 777-3
Monitoring trombocytopenie
+
|analyte_code = TROMB
{| class="wikitable"
+
|request_code = 0000
! Doelorganen
+
|cat = Hematologie
| Hematologie
+
|subcat =
Stolling
+
|sample_type = EDTA
|-
+
|sample_type_link= EDTA
! Staal
+
|sample_volume = 500µL (0.5 mL) volbloed
| EDTA-bloed
+
|method = Laserflowcytometrie
|-
+
|freq = ma-za
! Minimum hoeveelheid
+
|delay = zelfde dag
| volledige haematologie: 1ml
+
|unit = 1000/µL
|-
+
|alt_unit = 10^6/µL
! Methode
+
|conv = 1000/µL = 10^6/µL
| Impedantie
+
|}}
|-
+
{{mammals}}
! Resultaat
+
==Staalname==
| zelfde dag
+
|}
+
 
Vermijd weerstand bij de bloedname. Het minste kan aanleiding geven tot plaatjesagglutinatie en pseudotrombocytopenie.
 
Vermijd weerstand bij de bloedname. Het minste kan aanleiding geven tot plaatjesagglutinatie en pseudotrombocytopenie.
  
Regel 38: Regel 36:
 
| 200
 
| 200
 
| 500
 
| 500
| 1000/µl
+
| 1000/µL
 
|  
 
|  
 
| 200
 
| 200
 
| 500
 
| 500
| 106/L
+
| 10^6/L
 
|-
 
|-
 
! Kat
 
! Kat
 
| 160
 
| 160
 
| 500
 
| 500
| 1000/µl
+
| 1000/µL
 
|  
 
|  
 
| 160
 
| 160
 
| 500
 
| 500
| 106/L
+
| 10^6/L
 
|-
 
|-
 
! Paard
 
! Paard
 
| 90
 
| 90
 
| 300
 
| 300
| 1000/µl
+
| 1000/µL
 
|  
 
|  
 
| 90
 
| 90
 
| 300
 
| 300
| 106/L
+
| 10^6/L
 
|-
 
|-
 
! Rund
 
! Rund
 
| 300
 
| 300
 
| 800
 
| 800
| 1000/µl
+
| 1000/µL
 
|  
 
|  
 
| 300
 
| 300
 
| 800
 
| 800
| 106/L
+
| 10^6/L
 
|}
 
|}
 
===Conversie===
 
===Conversie===
1000/µl x 1 = 106/L
+
1000/µL x 1 = 10^6/L
 +
10^6/L x 1 = 1000/µL
  
106/L x 1 = 1000/µl
 
 
== Interpretatie ==
 
== Interpretatie ==
Gevaar:  Over het algemeen treedt bloedingsneiging pas op vanaf <30.000/µl. Sommige dieren bloeden echter zelfs niet bij <10.000/µl terwijl andere al symptomen vertonen bij 40.000 tot 50.000 /µl. De grootte van de plaatjes, hun activiteit, integriteit van de vaatwand en ernst van de aantasting van de hemostase zijn allemaal factoren die beslissen of een patiënt bloedt of niet.
+
Gevaar:  Over het algemeen treedt bloedingsneiging pas op vanaf <30.000/µL. Sommige dieren bloeden echter zelfs niet bij <10.000/µL terwijl andere al symptomen vertonen bij 40.000 tot 50.000 /µL. De grootte van de plaatjes, hun activiteit, integriteit van de vaatwand en ernst van de aantasting van de hemostase zijn allemaal factoren die beslissen of een patiënt bloedt of niet.
  
 
Plaatjes aggregeren vlug indien de bloedname niet vlot verliep. Bij katten is aggregatie dikwijls onvermijdelijk, zelfs bij een zorgvuldige bloedname.
 
Plaatjes aggregeren vlug indien de bloedname niet vlot verliep. Bij katten is aggregatie dikwijls onvermijdelijk, zelfs bij een zorgvuldige bloedname.
Regel 87: Regel 85:
 
Het populatiegemiddelde voor Greyhounds op rust ligt aan de lage kant i.v.t. dat van de totale hondenpopulatie. (64 - 292; µ 178). Mogelijk afhankelijk van de apparatuur.
 
Het populatiegemiddelde voor Greyhounds op rust ligt aan de lage kant i.v.t. dat van de totale hondenpopulatie. (64 - 292; µ 178). Mogelijk afhankelijk van de apparatuur.
  
Spontane bloeding treedt pas op vanaf <50.000/µl en meestal zelfs vanaf <20.000/µl
+
Spontane bloeding treedt pas op vanaf <50.000/µL en meestal zelfs vanaf <20.000/µL
  
 
Pseudothrombocytopenie tgv aggregatie door het EDTA in de  afnametube werd vermeld bij paarden
 
Pseudothrombocytopenie tgv aggregatie door het EDTA in de  afnametube werd vermeld bij paarden

Versie van 11 feb 2013 om 14:05

Benamingen en codes
Omschrijving Thrombocyten
Synoniemen Bloedplaatjes, PLT
Loinc 777-3
Code TROMB
Aanvraagcode 0000
Afname en methode
Staal EDTA
Min volume (?) 500µL (0.5 mL) volbloed
Methode Laserflowcytometrie
Rapportering
Rubriek Hematologie
Frequentie ma-za
Doorlooptijd zelfde dag
Eenheid 1000/µL
Alt. Eenheid 10^6/µL
Conversie 1000/µL = 10^6/µL
Dog.svgCat.svgFerret.svgRabbit.svgHorse.svgDonkey.svgCattle.svgSheep.svgGoat.svgPig.svg


Staalname

Vermijd weerstand bij de bloedname. Het minste kan aanleiding geven tot plaatjesagglutinatie en pseudotrombocytopenie.

Indien men een dier daadwerkelijk verdenkt van trombocytopenie is het aan te raden twee buisjes EDTA-bloed af te nemen zodat de overmijdelijke contaminatie van de naald met weefselthromboplastine tijdens venipunctie het tweede staal niet beïnvloedt.

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 200 500 1000/µL 200 500 10^6/L
Kat 160 500 1000/µL 160 500 10^6/L
Paard 90 300 1000/µL 90 300 10^6/L
Rund 300 800 1000/µL 300 800 10^6/L

Conversie

1000/µL x 1 = 10^6/L
10^6/L x 1 = 1000/µL

Interpretatie

Gevaar: Over het algemeen treedt bloedingsneiging pas op vanaf <30.000/µL. Sommige dieren bloeden echter zelfs niet bij <10.000/µL terwijl andere al symptomen vertonen bij 40.000 tot 50.000 /µL. De grootte van de plaatjes, hun activiteit, integriteit van de vaatwand en ernst van de aantasting van de hemostase zijn allemaal factoren die beslissen of een patiënt bloedt of niet.

Plaatjes aggregeren vlug indien de bloedname niet vlot verliep. Bij katten is aggregatie dikwijls onvermijdelijk, zelfs bij een zorgvuldige bloedname.

Reuzenbloedplaatjes worden dikwijls gezien bij katten, King Charles spaniels of als reboundeffect van trombocytopenie.

Oorzaken van trombocytopenie zijn verminderde productie door beenmergafwijkingen (vnl bij katten en meestal FeLV-geïnduceerd), verhoogde afbraak (vnl bij de hond en meestal immuungemedieerd, drug-induced of tgv sepsis), verhoogde consumptie (DIC) en sequestratie (splenomegalie).

De aanwezigheid van plaatjesklonters maakt zowel de electronische telling als de microscopische schatting onbetrouwbaar. Het populatiegemiddelde voor Greyhounds op rust ligt aan de lage kant i.v.t. dat van de totale hondenpopulatie. (64 - 292; µ 178). Mogelijk afhankelijk van de apparatuur.

Spontane bloeding treedt pas op vanaf <50.000/µL en meestal zelfs vanaf <20.000/µL

Pseudothrombocytopenie tgv aggregatie door het EDTA in de afnametube werd vermeld bij paarden

Bij runderen in oestrus verhoogt het aantal plaatjes.

Referenties