Thrombocyten: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
k (1 revision)
 
k (1 revision(s))
(geen verschil)

Versie van 11 okt 2009 om 00:24

Routineparameter, onderdeel van CBC

Bloedingsneiging Monitoring trombocytopenie

Doelorganen Hematologie

Stolling

Staal EDTA-bloed
Minimum hoeveelheid volledige haematologie: 1ml
Methode Impedantie
Resultaat zelfde dag

Vermijd weerstand bij de bloedname. Het minste kan aanleiding geven tot plaatjesagglutinatie en pseudotrombocytopenie.

Indien men een dier daadwerkelijk verdenkt van trombocytopenie is het aan te raden twee buisjes EDTA-bloed af te nemen zodat de overmijdelijke contaminatie van de naald met weefselthromboplastine tijdens venipunctie het tweede staal niet beïnvloedt.

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 200 500 1000/µl 200 500 106/L
Kat 160 500 1000/µl 160 500 106/L
Paard 90 300 1000/µl 90 300 106/L
Rund 300 800 1000/µl 300 800 106/L

Conversie

1000/µl x 1 = 106/L

106/L x 1 = 1000/µl

Interpretatie

Gevaar: Over het algemeen treedt bloedingsneiging pas op vanaf <30.000/µl. Sommige dieren bloeden echter zelfs niet bij <10.000/µl terwijl andere al symptomen vertonen bij 40.000 tot 50.000 /µl. De grootte van de plaatjes, hun activiteit, integriteit van de vaatwand en ernst van de aantasting van de hemostase zijn allemaal factoren die beslissen of een patiënt bloedt of niet.

Plaatjes aggregeren vlug indien de bloedname niet vlot verliep. Bij katten is aggregatie dikwijls onvermijdelijk, zelfs bij een zorgvuldige bloedname.

Reuzenbloedplaatjes worden dikwijls gezien bij katten, King Charles spaniels of als reboundeffect van trombocytopenie.

Oorzaken van trombocytopenie zijn verminderde productie door beenmergafwijkingen (vnl bij katten en meestal FeLV-geïnduceerd), verhoogde afbraak (vnl bij de hond en meestal immuungemedieerd, drug-induced of tgv sepsis), verhoogde consumptie (DIC) en sequestratie (splenomegalie).

De aanwezigheid van plaatjesklonters maakt zowel de electronische telling als de microscopische schatting onbetrouwbaar. Het populatiegemiddelde voor Greyhounds op rust ligt aan de lage kant i.v.t. dat van de totale hondenpopulatie. (64 - 292; µ 178). Mogelijk afhankelijk van de apparatuur.

Spontane bloeding treedt pas op vanaf <50.000/µl en meestal zelfs vanaf <20.000/µl

Pseudothrombocytopenie tgv aggregatie door het EDTA in de afnametube werd vermeld bij paarden

Bij runderen in oestrus verhoogt het aantal plaatjes.

Referenties