Prothrombine tijd: verschil tussen versies
Uit wikilab
(→Staalname) |
(→Interpretatie) |
||
| Regel 51: | Regel 51: | ||
Test gemeenschappelijke en extrinsieke stollingsweg: factor I, II, V, VII en X. | Test gemeenschappelijke en extrinsieke stollingsweg: factor I, II, V, VII en X. | ||
| − | Steeds samen interpreteren met trombocyten, APTT en bloedingstijd. Een | + | Steeds samen interpreteren met [[trombocyten]], [[APTT]] en eventueel bloedingstijd. Een PT die met 3s verlengd is, is klinisch significant. |
Zie ook [[APTT]]. | Zie ook [[APTT]]. | ||
Versnelde metingen correleren klinisch niet met hypercoagulobiliteit. | Versnelde metingen correleren klinisch niet met hypercoagulobiliteit. | ||
| − | Door acute faze respons tgv stress kan het fibrinogeen stijgen, waardoor verlengde APTT, | + | |
| + | Door acute faze respons tgv stress kan het fibrinogeen stijgen, waardoor verlengde APTT, PT en TT waarden worden verdoezeld. | ||
Monitoring heparinetherapie, warfarinetherapie | Monitoring heparinetherapie, warfarinetherapie | ||
1.3 - 2x base line, 8-10u na toediening; of INR 2-3 | 1.3 - 2x base line, 8-10u na toediening; of INR 2-3 | ||
| + | |||
==Referenties== | ==Referenties== | ||
{{Reflist}} | {{Reflist}} | ||
[[Category:LabWijzer]] | [[Category:LabWijzer]] | ||
Versie van 3 feb 2013 om 12:43
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Indicaties
- Bloedingsneiging.
- Risicopatiënten: hemangioSA milt, DIC, leverpatiënten, vWD risicorassen.
- Monitoring heparinetherapie
Staalname
De verhouding citraat/bloed moet kloppen: vul de tube tot aan het maatstreepje.
Referentie-interval
| Laag | Hoog | Eenheid | |
|---|---|---|---|
| Hond | 7 | 12 | s |
| Kat | 7 | 12 | s |
Pups: D1 1.3x, D7 no
Interpretatie
Test gemeenschappelijke en extrinsieke stollingsweg: factor I, II, V, VII en X.
Steeds samen interpreteren met trombocyten, APTT en eventueel bloedingstijd. Een PT die met 3s verlengd is, is klinisch significant. Zie ook APTT.
Versnelde metingen correleren klinisch niet met hypercoagulobiliteit.
Door acute faze respons tgv stress kan het fibrinogeen stijgen, waardoor verlengde APTT, PT en TT waarden worden verdoezeld.
Monitoring heparinetherapie, warfarinetherapie 1.3 - 2x base line, 8-10u na toediening; of INR 2-3
