Leishmania antistoffen: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
 
k (6 revisions)
 
(5 tussenliggende revisies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Honden geïmporteerd of afgereisd uit endemische streken met
+
{|style="float: right;" border="0"
 
+
|{{analyte
'''cutane vorm''': pustelaire dermatose, nodulaire tot ulceratieve dermatitis rond ogen, oren,  neus, hals, tarsus, elleboog en tenen, dermatosclerose, alopecia met schilfering
+
|descr_nl = Leishmania antistoffen
 
+
|syn =
'''viscerale vorm''': anemie, koorts, spierfibrillatie, epistaxis, hepatomegalie, adenopathie, purulente conjunctivitis, cornea-ulceratie, keratitis, voortschrijdende paralyse achteraan beginnend.
+
|loinc = 7958-2
 
+
|analyte_code = DLEIST
{| class="wikitable"
+
|request_code = 3060A
! Doelorganen
+
|cat = Serologie
| Serologie
+
|subcat = Infectieus
|-
+
|sample_type = Serum (EDTA, Heparine)
! Staal
+
|sample_type_link= Serum
| Serum
+
|sample_volume = 250 µL (0.25 mL) serum/plasma
|-
+
|method = Immunochromatografie
! Minimum hoeveelheid
+
|freq = ma-za
| 0.2ml
+
|delay = zelfde dag
|-
+
|unit = geen
! Methode
+
|alt_unit =
| Directe agglutinatietest
+
|conv =
 +
|}}
 
|-
 
|-
! Resultaat
+
|{{analyte
| 1 week (titer) of dagelijks (sneltest)
+
|descr_nl = Leishmania antistoffen titer
 +
|syn =
 +
|loinc = 23718-0
 +
|analyte_code = DLEISH
 +
|request_code = 3060B
 +
|cat = Serologie
 +
|subcat = Infectieus
 +
|sample_type = Serum
 +
|sample_type_link= Serum
 +
|sample_volume = 300 µL (0.3 mL) serum
 +
|method = Immunofluorescentie
 +
|freq = 1x/week
 +
|delay = 1 week
 +
|unit = titer
 +
|alt_unit =
 +
|conv =
 +
|}}
 
|}
 
|}
 
+
{{dog}}{{cat}}
 +
==Indicaties==
 +
*Honden of katten afgereisd uit endemische streken met
 +
**'''cutane vorm''': pustelaire dermatose, nodulaire tot ulceratieve dermatitis rond ogen, oren,  neus, hals, tarsus, elleboog en tenen, dermatosclerose, alopecia met schilfering
 +
**'''viscerale vorm''': anemie, koorts, spierfibrillatie, epistaxis, hepatomegalie, adenopathie, purulente conjunctivitis, cornea-ulceratie, keratitis, voortschrijdende paralyse achteraan beginnend.
  
 
== Interpretatie ==
 
== Interpretatie ==
Vroegtijdige diagnose is belangrijk daar te laat behandelde dieren nooit genezen. De test detecteert IgM (vroeg stadium) en in mindere mate IgG (laat stadium, 14-28d na infectie). IFA detecteert enkel IgG.
+
Titer > 1:50 duidt op blootstelling aan de flagelaat, hetzij recent hetzij vroeger. (Hertest 2 tot 3 weken later om de evolutie van de titer na te gaan.)
  
De test kan NIET gebruikt worden om evolutie van de ziekte op te volgen en kan zelfs aanvankelijk negatief zijn (staalname tijdens de prepatente periode). Desgevallend wordt aangeraden de test na 6-8w te herhalen. Soms treft men gezonde, resistente honden aan (oude overwonnen infectie) die een positief resultaat geven.
+
De titer begint gewoonlijk 3-6 weken na het begin van de therapie te dalen.  
  
Titers correleren niet met de ernst van de ziekte en zijn evemin geschikt om werkzaamheid van de behandeling na te gaan omdat al-titers meetbaar blijven na klinische genezing.
+
==Pathogenese==
 +
De ziekte wordt veroorzaakt door een flagelaat die cutane, mucocutane en viscerale aantasting veroorzaakt. Zandvliegen fungeren als vector voor de geflageleerde promastigoten, ze infecteren zich door een geïnfecteerde bloedmaaltijd. Eenmaal geïnjecteerd worden ze opgenomen door macrofagen en verspreid over gans het lichaam. Na een incubatieperiode van 1m-7j worden amastigoten gevormd en ontstaan huidletsels.
  
Titer > 1:20 duidt op blootstelling aan het agens, hetzij recent hetzij vroeger. (Hertest 2 tot 3 weken later om de evolutie van de Altiter na te gaan.)
 
 
  IFA neg + LA pos = beginnende infectie
 
  IFA pos + LA neg = actieve infectie
 
 
Flagelaat die cutane, mucocutane en viscerale aantasting veroorzaakt. Zandvliegen fungeren als vector voor de geflageleerde promastigoten, ze infecteren zich door een geïnfecteerde bloedmaaltijd. Eenmaal geïnjecteerd worden ze opgenomen door macrofagen en verspreid over gans het lichaam. Na een incubatieperiode van 1m-7j worden amastigoten gevormd en ontstaan huidletsels.
 
 
Het organisme lokt een zeer sterke immuunrespons uit met vorming van immuuncomplexen die glomerulonefritis en polyarthritis veroorzaken. Indien de functie van T-lymfocyten zwak is, zal de parasiet dissemineren.
 
Het organisme lokt een zeer sterke immuunrespons uit met vorming van immuuncomplexen die glomerulonefritis en polyarthritis veroorzaken. Indien de functie van T-lymfocyten zwak is, zal de parasiet dissemineren.
  
Regel 41: Regel 57:
  
 
Spontane eliminatie is zeer onwaarschijnlijk.
 
Spontane eliminatie is zeer onwaarschijnlijk.
 
+
==Referenties==
Test met hoge gevoeligheid en specificiteit (80-100%), maar kan niet worden gebruikt als enig diagnostisch middel daar positieve resutaten worden bekomen bij sommige gezonde resistente honden die eerder met de parasiet in aanraking zijn geweest en negatieve resultaten worden bekomen bij aangetaste honden die (nog) geen antilichamen hebben geproduceerd (prepatente periode).
+
{{Reflist}}
 
+
De titer begint gewoonlijk 3-6 weken na het begin van de therapie te dalen. (controversieel).
+
 
[[Category:LabWijzer]]
 
[[Category:LabWijzer]]

Huidige versie van 22 jan 2014 om 14:12

Benamingen en codes
Omschrijving Leishmania antistoffen
Synoniemen
Loinc 7958-2
Code DLEIST
Aanvraagcode 3060A
Afname en methode
Staal Serum (EDTA, Heparine)
Min volume (?) 250 µL (0.25 mL) serum/plasma
Methode Immunochromatografie
Rapportering
Rubriek Serologie
Subrubriek Infectieus
Frequentie ma-za
Doorlooptijd zelfde dag
Eenheid geen
Benamingen en codes
Omschrijving Leishmania antistoffen titer
Synoniemen
Loinc 23718-0
Code DLEISH
Aanvraagcode 3060B
Afname en methode
Staal Serum
Min volume (?) 300 µL (0.3 mL) serum
Methode Immunofluorescentie
Rapportering
Rubriek Serologie
Subrubriek Infectieus
Frequentie 1x/week
Doorlooptijd 1 week
Eenheid titer

Dog.svgCat.svg

Indicaties

  • Honden of katten afgereisd uit endemische streken met
    • cutane vorm: pustelaire dermatose, nodulaire tot ulceratieve dermatitis rond ogen, oren, neus, hals, tarsus, elleboog en tenen, dermatosclerose, alopecia met schilfering
    • viscerale vorm: anemie, koorts, spierfibrillatie, epistaxis, hepatomegalie, adenopathie, purulente conjunctivitis, cornea-ulceratie, keratitis, voortschrijdende paralyse achteraan beginnend.

Interpretatie

Titer > 1:50 duidt op blootstelling aan de flagelaat, hetzij recent hetzij vroeger. (Hertest 2 tot 3 weken later om de evolutie van de titer na te gaan.)

De titer begint gewoonlijk 3-6 weken na het begin van de therapie te dalen.

Pathogenese

De ziekte wordt veroorzaakt door een flagelaat die cutane, mucocutane en viscerale aantasting veroorzaakt. Zandvliegen fungeren als vector voor de geflageleerde promastigoten, ze infecteren zich door een geïnfecteerde bloedmaaltijd. Eenmaal geïnjecteerd worden ze opgenomen door macrofagen en verspreid over gans het lichaam. Na een incubatieperiode van 1m-7j worden amastigoten gevormd en ontstaan huidletsels.

Het organisme lokt een zeer sterke immuunrespons uit met vorming van immuuncomplexen die glomerulonefritis en polyarthritis veroorzaken. Indien de functie van T-lymfocyten zwak is, zal de parasiet dissemineren.

Honden ontwikkelen over het algemeen de viscerale vorm: gewichtsverlies, pu/pd, spieratrofie, braken, diarree, hoesten, epistaxis, niezen en melena. Splenomegalie, lymfadenopathie, huidletsels, koorts, rhinitis, dermatitis, icterus, pijnlijke gewrichten en uveïtis zijn frequente uitingen. 90% van de geïnfecteerde dieren hebben huidletsels bestaande uit hyperkeratose, schilfering, verdikking, ulcera en intradermale nodules van muil, pinnae, oren en zoolkussentjes.

Spontane eliminatie is zeer onwaarschijnlijk.

Referenties