Intact PTH: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
(Referentie-interval)
Regel 9: Regel 9:
 
|sample_type = EDTA-plasma (Serum ingevrozen)
 
|sample_type = EDTA-plasma (Serum ingevrozen)
 
|sample_type_link= EDTA
 
|sample_type_link= EDTA
|sample_volume = 300 µL (0.3 mL) plasma
+
|sample_volume = 500 µL (0.5 mL) plasma
|method = Immunochemiluminiscentie
+
|method = ELISA
 
|freq =  
 
|freq =  
 
|delay = 2w
 
|delay = 2w
|unit = ng/L
+
|unit = pmol/L
|alt_unit = pmol/L
+
|alt_unit = ng/L
|conv = ng/L x 0.106 = pmol/L
+
|conv = pmol/L x 9.43 = ng/L
 
|}}
 
|}}
 
==Indicaties==
 
==Indicaties==
Regel 47: Regel 47:
 
|}
 
|}
 
===Conversie===
 
===Conversie===
ng/L x 0.106 = pmol/L
+
{{#widget:Unitconversion
pmol/L x 9.43 = ng/L
+
|name={{PAGENAME}}
 +
|conv=9.43
 +
|dec=1
 +
|unit1=pmol/L
 +
|unit2= ng/L
 +
|}}
 +
 
  
 
== Interpretatie ==
 
== Interpretatie ==

Versie van 16 jul 2015 om 17:55

Benamingen en codes
Omschrijving Intact Parathormoon
Synoniemen Intact PTH
Loinc 2731-8
Code PTH_I
Aanvraagcode
Afname en methode
Staal EDTA-plasma (Serum ingevrozen)
Min volume (?) 500 µL (0.5 mL) plasma
Methode ELISA
Rapportering
Rubriek Biochemie
Subrubriek Hormonen
Frequentie
Doorlooptijd 2w
Eenheid pmol/L
Alt. Eenheid ng/L
Conversie pmol/L x 9.43 = ng/L

Indicaties

  • Diagnose van primaire hypoparathyroïdie.
  • Differentiatie hypercalcemie: primaire hyperparathyroïdie , paraneoplastisch syndroom.

Staalname

EDTA tube
  • Bij voorkeur: K2-EDTA
  • Alternatief: serum, afcentrifugeren en invriezen

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid
Hond 0.1 5.8 pmol/L
Kat 0.4 2.5 pmol/L

Conversie

Intact PTH pmol/L  x   =  ng/L
 =   / 



Interpretatie

iPTH reageert quasi onmiddellijk op verandering in de serum Ca-spiegel, jammer genoeg is het zeer labiel (t1/2 <4min) en vereist dus bijzondere afname- en transportmodaliteiten.

Iam hypercalcemie

  Hoog tot hoog normale waarden zijn sterk suggestief voor primaire hyperparaT.
  Laag tot ND waarden zijn sterk suggestief voor paraneoplastische syndroom (PTH-rp)

Azotemie compliceert de interpretatie: CNI kan hyperCa veroorzaken of zelf veroorzaakt worden door aanhoudende hyperCa.

  Hoge waarden i.a.m. azotemie = CNI
  Laag tot ND waarden i.a.m. matig tot duidelijke azotemie = CNI, eventueel met neoplasie
  Alternatief kan met mbhv geïoniseerd Ca differentiëren tussen CNI en primaire hyperparathyroïdie.

PTH zal verlagen met een P-arm dieet en orale fosfaatbinders maar niet normaliseren. Een bijkomende zeer lage dosis calcitrol zal PTH gewoonlijk verder doen afnemen. Hoewel het nut hiervan controversieel is, geloven vele onderzoekers dat PTH een belangrijk uremisch toxine is dat bijdraagt aan het voortschrijdend karakter van CNI. Studies bij de hond hebben aangetoond dat PTH significant verhoogd is ondanks milde azotemie. Calcitriolbehandeling wordt dus gestart in de vroege faze van nierfalen wanneer het dier nog goed gehydrateerd is en op een P-arm dieet staat. Ook hyperCa patiënten komen in aanmerking, de Ca en P spiegels moeten echter nauwgezeter bewaakt worden zodat het CaxP-produkt niet overschreden wordt.

Iam hypocalcemie

Laag tot laag normale waarden zijn diagnostisch voor hypoparaT. De belangrijkste effecten van PTH zijn het verhogen van calcium (verhoogde urinaire reabsorptie, beenresorptie) en verlagen van fosfaat (verhoogde urinaire excretie, verminderde urinaire reabsorptie naast het verhogen van het Vit-D anabolisme (en dus intestinale Ca reabsorptie). Er is altijd PTH detecteerbaar, ook bij hypercalcemie. De belangrijkste inhibitor van de PTH secretie is geïoniseerd Ca zelf. De PTH reserve is laag, maar productie kan zeer snel hoog opgevoerd worden (sigmoïdale curve).

Referenties