ACTH: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
 
k (1 revision(s))
(geen verschil)

Versie van 11 okt 2009 om 00:23

Hond: tweedelijnstest, beste test om bijniertumoren van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme te onderscheiden, niet om HAC op zich te diagnosticeren.

Kat: aantonen van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme.

Differentiatie primair en secundair hypoadrenocorticisme

Doelorganen Bijnier
Staal EDTA-plasma
Minimum hoeveelheid 1 ml
Methode RIA
Resultaat na 1 week

Bloedname in plastic recipiënt, onmiddellijk plasma afcentrifugeren en invriezen. Toevoegen van aprotinine (proteaseremmer) helpt ACTH stabiliseren bij >4°C. Inspanning, excitatie en stress vermijden.

Staal afnemen voor een ACTH-stimulatietest uitgevoerd wordt.

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 20 80 pg/ml 4.4 17.6 pmol/L
Kat 20 80 pg/ml 4.4 17.6 pmol/L

Conversie

pg/ml x 0.22 = pmol/L

pmol/L x 4.51 = pg/ml

Interpretatie

Hond met hyperadrenocorticisme:

<10-20 pg/ml diagnostisch voor BT (60%)

20-40 pg/ml niet diagnostisch (BT 40%, 10% HAH)

>40-45 diagnostisch voor HAH (90%)


Kat:

<10-20 pg/ml diagnostisch voor BT

20-45 pg/ml niet diagnostisch (29%)

>45 diagnostisch voor HAH, geen vals positieven


Hond met hypoadrenocorticisme:

<10-20 pg/ml diagnostisch voor secundair hypoA

10-40 pg/ml niet diagnostisch (1%)

>40-45 pg/ml diagnostisch voor primair hypoA

ACTH wordt geproduceerd in de adenohypofyse dat de productie en vrijzetting van cortisol stimuleert in de bijnierschors. Het staat onder controle van de hypothalamus via CRH en van de bijnier zelf via negatieve feedback.

ACTH op zich kan niet gebruikt worden om hyperadrenocorticisme te diagnosticeren. De secretie verloopt episodisch en normale en HAC-waarden overlappen elkaar in belangrijke mate.

De test is vnl niet-diagnostisch voor BT.