ACTH
|
Inhoud
Indicaties
Hond[1]
- Tweedelijnstest, beste test om bijnier-afhankelijk, i.e. bijniertumoren (BT) van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC) te onderscheiden nadat het bestaan van hyperadrenocortisicme werd bevestigd door een ACTH stimulatietest of LDDST. Niet om HAC op zich te diagnosticeren.
- Differentiatie primair en secundair hypoadrenocorticisme
Kat[1]
- Tweedelijnstest, beste test om bijnier-afhankelijk, i.e. bijniertumoren (BT) van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC) te onderscheiden nadat het bestaan van hyperadrenocortisicme werd bevestigd door een ACTH stimulatietest of LDDST. Niet om HAC op zich te diagnosticeren.
Paard
- Diagnose van pituitary pars intermedia dysfunction (PPID), oudere paarden met hirsutisme[2]
Afname
- Plasma onmiddellijk afcentrifugeren en invriezen. Zowel literatuur[3][1] als eigen onderzoek is unaniem over het feit dat scheiden en invriezen van plasma analytisch de meest betrouwbare resultaten geeft. Het eigen onderzoek bij paarden heeft echter uitgewezen dat het verzenden binnen de 4u op volbloed (niet gecentrifugeerd en ingevrozen) klinisch bruikbare resultaten oplevert, en beter dan wel afgecentrifugeerd maar niet ingevrozen plasma.
- Inspanning, excitatie en stress vermijden
- Staal afnemen vooraleer een ACTH stimulatietest uitgevoerd wordt of minstens een dag tussen laten.
- Toevoeging van aprotinin (een enzyme inhibitor) helpt ACTH bij <4°C stabiliseren maar interferreert met onze methode[3]
Referentie-interval
Laag | Hoog | Eenheid | Laag SI | Hoog SI | SI eenheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hond1 | 10 | 80 | pg/mL | 2.2 | 17.8 | pmol/L | |
Kat1 | 10 | 60 | pg/mL | 2.2 | 13.3 | pmol/L | |
Paard (nov-jul)2 | <29 | pg/mL | <6.4 | pmol/L | |||
Paard (aug-okt)2 | <47 | pg/mL | <10.4 | pmol/L |
1Het doeleinde van de test bij hond en kat is te differentiëren tussen mogelijke afwijkingen van de bijnierfunctie, m.a.w. bij zieke dieren. De klinische cut-offs (zie interpretatie) zijn dus van belang en niet de louter indicatieve referentiewaarden waargenomen bij gezonde dieren.
2Oudere paarden hebben duidelijk hogere waarden tijdens herfst en winter.[4]
Conversie
pg/mL x 0.222 = pmol/L
pmol/L x 4.51 = pg/mL
Interpretatie
Hond
Hyperadrenocorticisme[3]:
- <10 pg/mL BT (HAC mogelijk)
- 10–12 pg/mL onbeslist, test herhalen
- >12 pg/mL HAC (BT uitgesloten)
Theoretisch valt een hoge concentratie te verwachten bij HAC (autonome productie) en een lage concentratie bij BT (negatieve feedback). In de praktijk wordt echter ook een episodische release van ACTH vastgesteld bij HAC.[5]. In deze gevallen zal men een normale of zelfs verlaagde concentratie vaststellen. Het herhalen van de test zal de zekerheid rond de diagnose van BT doen toenemen indien opnieuw een verlaagde waarde wordt vastgesteld.
Hypoadrenocorticisme:
- <10 pg/mL secundair hypoA
- 10-45 pg/mL niet diagnostisch (1%)
- >45 pg/mL primair hypoA
Primair hypoA gaat meestal gepaard met zeer hoge ACTH waarden (>500 pg/mL) door een volledig gebrek aan negatieve feedback. Secundair hypoA daarentegen met lage of ondetecteerbare levels (<5 pg/mL)[6]
Kat
- <10 pg/mL diagnostisch voor BT
- 20-45 pg/mL onbeslist, test herhalen (29%)
- >45 pg/mL diagnostisch voor HAC
Paard
Tijdens niet-herfstmaanden was de sensitiviteit 80% en specificiteit 83% bij een cut-off van 29.7 pg/mL. In de herfst waren beide tegen de 100% met een cut-off van 77.4 pg/mL. De herfst lijkt dan ook de meest geschikte periode om de aandoening te diagnosticeren.[7]
Interferentie
Verlaagde waarden
- Langdurige en/of hoge dosis glucocorticoïden beïnvloeden de hypothalamus-hypofysaire-bijnier as. Afhankelijk van het gebruikte preparaat moet 2-4w na stopzetting gewacht worden met het testen van de bijnierfunctie.
- Aprotinin toegevoegd aan het staal als enzyme-inhibitor verlaagt meting bij de door ons aangewende methode
- NIet naleven van de aanbevelingen rond afname
Verhoogde waarden
- Exogeen toegediend ACTH: laat minstens 1d tussen een ACTH stimulatietest en een ACTH bepaling
Fysiologie
ACTH is een 39-aminozuur polypeptide hormoon geproduceerd in de voorste adenohypofyse. De biologische activiteit wordt bepaald door de eerste 24 aminozuren (vanaf de N-terminal). Hoewel er tussen diersoorten variatie bestaat, zijn de eerste 24 aminozuren evolutionair sterk geconserveerd.[8]
ACTH wordt pulsatiel vrijgezet zoals aangetoond in de hypofysaire vene bij het paard[9] Redekopp et al., 1986a, 1986b). Metingen in het perifere bloed wezen op een episodische secretie bij honden met gemiddeld 9 pieken per 24u[10].
Het stimuleert de productie en vrijzetting van cortisol in de bijnierschors. Zelf staat het onder controle van de hypothalamus via CRH en arginine vasopressine en van de bijnier via negatieve feedback.[8]
De activiteit van de pars intermedia bij paarden vertoont een seizoensritme dat het hoogst is tijdens de herfst op het ogenblik dat de dagen beginnen te korten.[11] Hoe verder van de evenaar hoe vroeger de (herfst)piek optreedt. In Finland bvb. valt deze reeds in de late zomer (Augustus).[12]
Referenties
- ↑ 1,0 1,1 1,2 Blackwell's Five-Minute Veterinary Consult: Laboratory Tests and Diagnostic: Canine & Feline; Shelly L. Vaden; 2009; ISBN 978-0-8138-1748-4
- ↑ <pubmed>22594955, 7621678</pubmed>
- ↑ 3,0 3,1 3,2 <pubmed>14655102</pubmed>
- ↑ <pubmed>22765372, 20537574,22717182</pubmed>
- ↑ <pubmed>6092507</pubmed>
- ↑ Herrtage ME. Hypoadrenocorticism. In: Ettinger SJ, Feldman EC, editors. Textbook of Veterinary Internal Medicine. 6th ed. St. Louis, Missouri: Elsevier; 2005. pp. 1612–1622.
- ↑ <pubmed>22563728</pubmed>
- ↑ 8,0 8,1 Clinical Biochemistry of Domestic Animals, Sixth Edition; Kaneko et al.; 2008; ISBN 9780123704917
- ↑ <pubmed>7969780, 3004914</pubmed>
- ↑ <pubmed>6092507</pubmed>
- ↑ ><pubmed> 15566081</pubmed>
- ↑ <pubmed>21745243</pubmed>