Eiwit:Creatinine ratio
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Indicaties
- Proteïnurie
- Monitoring van glomerulaire aandoening
Formule
UP:UC = Eiwit urine (mg/dL*) / Creatinine urine (mg/dL*)
*De eenheden waarin eiwit en creatinine uitgedrukt worden zijn niet van belang zolang deze maar dezelfde is.
Richtlijnen
Volgens ACVIM consensus statement[1]
| Hond | |
|---|---|
| UP:UC | Besluit |
| <0.5 | Gezond |
| 0.5-1.0 | Zonder azotemie: twijfelachtig, opvolgen |
| >1.0 | Zonder azotemie: abnormaal, verdere diagnostische stappen |
| ≥0.5 | Met azotemie: therapie instellen |
| >2.0 | Glomerulaire proteïnurie |
| Kat | |
|---|---|
| UP:UC | Besluit |
| <0.5 | Gezond |
| 0.5-1.0 | Zonder azotemie: twijfelachtig, opvolgen |
| >1.0 | Zonder azotemie: abnormaal, verdere diagnostische stappen |
| ≥0.4 | Met azotemie: therapie instellen |
| >2.0 | Glomerulaire proteïnurie |
Interpretatie
Therapeutic intervention is recommended for azotemic dogs with UP:UC ≥ 0.5. These figures are only valid for urine samples with inactive sediments.
progression is recommended. Note that some healthy male cats can have UP:UC values within this range (up to 0.6). Values >1.0 in non-azotemic cats are abnormal and diagnostic evaluation is warranted. Glomerular proteinuria is usually associated with UP:UC ≥ 2.0. Therapeutic intervention is recommended for azotemic cats with UP:UC ≥ 0.4. These figures are only valid for urine samples with inactive sediments.
Mild increases: Can be seen in prerenal, renal or postrenal proteinuria. Tubular proteinuria usually results in protein-creatinine ratios of < 2.0 (range: 1.0-5.0). Moderate to severe increases: Urine protein-creatinine ratios > 2.0 (usually > 5.0) are seen with glomerular disease, e.g. glomerulonephritis or amyloidosis. The severity of proteinuria does not distinguish between causes of glomerular disease.
Waarden >1.0 komen overeen met een eiwitverlies van >30mg/kg/dag en zijn suggestief voor amyloïdose of glomerulonefritis, typisch is >3.5.
Postrenale proteinurie (infectie, ontsteking, hematurie,...) invalideert de verhouding. Bij aanwezigheid van RBC of WBC mag met de ratio geen rekening gehouden worden.
Monitoring PLN
Als de ratio stijgt ondanks therapie moet deze aangepast of stopgezet worden. Corticosteroïden zijn gecontraïndiceerd bij honden met GN, tenzij de onderliggende oorzaak steroïd-responsief is (bv. SLE). Uit een retrospectieve studie op honden met idiopatische GN bleek dat corticosteroïden een nefaste werking hadden: ze leiden tot azotemie en verergeren de proteinurie.
