ACTH: verschil tussen versies
(→Links) |
|||
Regel 27: | Regel 27: | ||
===Paard=== | ===Paard=== | ||
− | *Diagnose van pituitary pars intermedia dysfunction (PPID), oudere paarden met hirsutisme<ref> | + | *Diagnose van pituitary pars intermedia dysfunction (PPID), oudere paarden met hirsutisme<ref>{{#pmid:22594955, 7621678}}</ref> |
==Afname== | ==Afname== | ||
{{edta}} | {{edta}} | ||
− | *'''Plasma onmiddellijk afcentrifugeren en invriezen'''. Zowel literatuur<ref name=Moncrieff> | + | *'''Plasma onmiddellijk afcentrifugeren en invriezen'''. Zowel literatuur<ref name=Moncrieff>{{#pmid:14655102}}</ref><ref name=five/> als eigen onderzoek is unaniem over het feit dat scheiden en invriezen van plasma analytisch de meest betrouwbare resultaten geeft. Eigen onderzoek bij paarden heeft echter uitgewezen dat het verzenden binnen de 4u op volbloed (niet gecentrifugeerd en ingevrozen) klinisch bruikbare resultaten oplevert, en beter dan wel afgecentrifugeerd maar ''niet'' ingevrozen plasma. |
*Inspanning, excitatie en stress vermijden | *Inspanning, excitatie en stress vermijden | ||
*Staal afnemen vooraleer een [[ACTH stimulatietest]] uitgevoerd wordt of minstens een dag tussen laten. | *Staal afnemen vooraleer een [[ACTH stimulatietest]] uitgevoerd wordt of minstens een dag tussen laten. | ||
*Toevoeging van [[Wikipedia:aprotinin | aprotinin]] (een enzyme inhibitor) helpt ACTH bij <4°C stabiliseren maar interferreert met onze methode<ref name=Moncrieff/> | *Toevoeging van [[Wikipedia:aprotinin | aprotinin]] (een enzyme inhibitor) helpt ACTH bij <4°C stabiliseren maar interferreert met onze methode<ref name=Moncrieff/> | ||
− | *De kans op diagnose van PPID bij '''paarden''' is het grootst in de '''herfst'''.<ref name=gowan> | + | *De kans op diagnose van PPID bij '''paarden''' is het grootst in de '''herfst'''.<ref name=gowan>{{#pmid:22563728}}</ref> |
<br/> | <br/> | ||
Regel 88: | Regel 88: | ||
<sup>1</sup>Het doeleinde van de test bij hond en kat is te differentiëren tussen mogelijke afwijkingen van de bijnierfunctie, m.a.w. bij zieke dieren. De klinische cut-offs (zie [[#Interpretatie| interpretatie]]) zijn dus van belang en niet de louter indicatieve referentiewaarden waargenomen bij gezonde dieren. | <sup>1</sup>Het doeleinde van de test bij hond en kat is te differentiëren tussen mogelijke afwijkingen van de bijnierfunctie, m.a.w. bij zieke dieren. De klinische cut-offs (zie [[#Interpretatie| interpretatie]]) zijn dus van belang en niet de louter indicatieve referentiewaarden waargenomen bij gezonde dieren. | ||
− | <sup>2</sup>Paarden hebben duidelijk hogere waarden tijdens de herfstmaanden: op het noordelijk halfrond van augustus tot en met oktober.<ref> | + | <sup>2</sup>Paarden hebben duidelijk hogere waarden tijdens de herfstmaanden: op het noordelijk halfrond van augustus tot en met oktober.<ref>{{#pmid:22765372, 20537574,22717182}}</ref><ref name=duncan>{{#pmid:21848531}}</ref> |
===Conversie=== | ===Conversie=== | ||
Regel 102: | Regel 102: | ||
*>12 pg/mL HAC (BT uitgesloten) | *>12 pg/mL HAC (BT uitgesloten) | ||
− | Theoretisch valt een hoge concentratie te verwachten bij HAC (autonome productie) en een lage concentratie bij BT (negatieve feedback). In de praktijk wordt echter ook een episodische release van ACTH vastgesteld bij HAC.<ref> | + | Theoretisch valt een hoge concentratie te verwachten bij HAC (autonome productie) en een lage concentratie bij BT (negatieve feedback). In de praktijk wordt echter ook een episodische release van ACTH vastgesteld bij HAC.<ref>{{#pmid:6092507}}</ref>. In deze gevallen zal men een normale of zelfs verlaagde concentratie vaststellen. Het herhalen van de test zal de zekerheid rond de diagnose van BT doen toenemen indien opnieuw een verlaagde waarde wordt vastgesteld. |
'''Hypoadrenocorticisme''': | '''Hypoadrenocorticisme''': | ||
Regel 111: | Regel 111: | ||
Primair hypoA gaat meestal gepaard met zeer hoge ACTH waarden (>500 pg/mL) door een volledig gebrek aan negatieve feedback. Secundair hypoA daarentegen met lage of ondetecteerbare levels (<5 pg/mL)<ref>Herrtage ME. Hypoadrenocorticism. In: Ettinger SJ, Feldman EC, editors. Textbook of Veterinary Internal Medicine. 6th ed. St. Louis, Missouri: Elsevier; 2005. pp. 1612–1622.</ref> | Primair hypoA gaat meestal gepaard met zeer hoge ACTH waarden (>500 pg/mL) door een volledig gebrek aan negatieve feedback. Secundair hypoA daarentegen met lage of ondetecteerbare levels (<5 pg/mL)<ref>Herrtage ME. Hypoadrenocorticism. In: Ettinger SJ, Feldman EC, editors. Textbook of Veterinary Internal Medicine. 6th ed. St. Louis, Missouri: Elsevier; 2005. pp. 1612–1622.</ref> | ||
− | De cortisol (nmol/L)/ACTH (pmol/L) ratio bij gezonde honden lag tussen de 1-26<ref> | + | De cortisol (nmol/L)/ACTH (pmol/L) ratio bij gezonde honden lag tussen de 1-26<ref>{{#pmid: 16734089 }}</ref> |
===Kat=== | ===Kat=== | ||
Regel 119: | Regel 119: | ||
===Paard=== | ===Paard=== | ||
− | Het verschil in de mediane ACTH-concentratie tussen een PPID en een niet-PPID groep was het grootst van Aug tot en met Sep.<ref name=duncan> | + | Het verschil in de mediane ACTH-concentratie tussen een PPID en een niet-PPID groep was het grootst van Aug tot en met Sep.<ref name=duncan>{{#pmid:21848531}}</ref> |
In een populatie oude paarden (≥15 j) waarin een groep met hirsutisme en 3 of meer bijkomende klinische tekens voor PPID enerzijds en een groep zonder klinische aanwijzingen voor PPID was tijdens niet-herfstmaanden de sensitiviteit 80% en specificiteit 83% bij een cut-off van 29.7 pg/mL. In de herfst waren beide tegen de 100% met een cut-off van 77.4 pg/mL. De herfst is dan ook de meest geschikte periode om de aandoening te diagnosticeren. Er werden geen verschillen gevonden tussen paarden en ponies.<ref name=gowan/> | In een populatie oude paarden (≥15 j) waarin een groep met hirsutisme en 3 of meer bijkomende klinische tekens voor PPID enerzijds en een groep zonder klinische aanwijzingen voor PPID was tijdens niet-herfstmaanden de sensitiviteit 80% en specificiteit 83% bij een cut-off van 29.7 pg/mL. In de herfst waren beide tegen de 100% met een cut-off van 77.4 pg/mL. De herfst is dan ook de meest geschikte periode om de aandoening te diagnosticeren. Er werden geen verschillen gevonden tussen paarden en ponies.<ref name=gowan/> | ||
Regel 136: | Regel 136: | ||
ACTH is een 39-aminozuur polypeptide hormoon geproduceerd in de voorste adenohypofyse. De biologische activiteit wordt bepaald door de eerste 24 aminozuren (vanaf de N-terminal). Hoewel er tussen diersoorten variatie bestaat, zijn de eerste 24 aminozuren evolutionair sterk geconserveerd.<ref name=kaneko>Clinical Biochemistry of Domestic Animals, Sixth Edition; Kaneko et al.; 2008; ISBN 9780123704917</ref> | ACTH is een 39-aminozuur polypeptide hormoon geproduceerd in de voorste adenohypofyse. De biologische activiteit wordt bepaald door de eerste 24 aminozuren (vanaf de N-terminal). Hoewel er tussen diersoorten variatie bestaat, zijn de eerste 24 aminozuren evolutionair sterk geconserveerd.<ref name=kaneko>Clinical Biochemistry of Domestic Animals, Sixth Edition; Kaneko et al.; 2008; ISBN 9780123704917</ref> | ||
− | ACTH wordt pulsatiel vrijgezet zoals aangetoond in de hypofysaire vene bij het paard<ref> | + | ACTH wordt pulsatiel vrijgezet zoals aangetoond in de hypofysaire vene bij het paard<ref>{{#pmid:7969780, 3004914}}</ref> Redekopp et al., 1986a, 1986b). Metingen in het perifere bloed wezen op een episodische secretie bij honden met gemiddeld 9 pieken per 24u<ref>{{#pmid:6092507}}</ref>. |
Het stimuleert de productie en vrijzetting van cortisol in de bijnierschors. Zelf staat het onder controle van de hypothalamus via CRH en arginine vasopressine en van de bijnier via negatieve feedback.<ref name=kaneko/> | Het stimuleert de productie en vrijzetting van cortisol in de bijnierschors. Zelf staat het onder controle van de hypothalamus via CRH en arginine vasopressine en van de bijnier via negatieve feedback.<ref name=kaneko/> | ||
− | De activiteit van de pars intermedia bij paarden vertoont een seizoensritme dat het hoogst is tijdens de herfst op het ogenblik dat de dagen beginnen te korten.<ref> | + | De activiteit van de pars intermedia bij paarden vertoont een seizoensritme dat het hoogst is tijdens de herfst op het ogenblik dat de dagen beginnen te korten.<ref>{{#pmid:15566081}}</ref> Hoe verder van de evenaar hoe vroeger de (herfst)piek optreedt. In Finland bvb. valt deze reeds in de late zomer (Augustus).<ref>{{#pmid:21745243}}</ref> |
==Referenties== | ==Referenties== | ||
Regel 153: | Regel 153: | ||
[[Category:LabWijzer]] | [[Category:LabWijzer]] | ||
+ | [[Category:Hormonen]] |
Versie van 5 okt 2012 om 09:54
|
Inhoud
Indicaties
Hond[1]
- Tweedelijnstest, beste test om bijnier-afhankelijk, i.e. bijniertumoren (BT) van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC) te onderscheiden nadat het bestaan van hyperadrenocortisicme werd bevestigd door een ACTH stimulatietest of LDDST. Niet om HAC op zich te diagnosticeren.
- Differentiatie primair en secundair hypoadrenocorticisme
Kat[1]
- Tweedelijnstest, beste test om bijnier-afhankelijk, i.e. bijniertumoren (BT) van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC) te onderscheiden nadat het bestaan van hyperadrenocortisicme werd bevestigd door een ACTH stimulatietest of LDDST. Niet om HAC op zich te diagnosticeren.
Paard
- Diagnose van pituitary pars intermedia dysfunction (PPID), oudere paarden met hirsutisme[2]
Afname
- Plasma onmiddellijk afcentrifugeren en invriezen. Zowel literatuur[3][1] als eigen onderzoek is unaniem over het feit dat scheiden en invriezen van plasma analytisch de meest betrouwbare resultaten geeft. Eigen onderzoek bij paarden heeft echter uitgewezen dat het verzenden binnen de 4u op volbloed (niet gecentrifugeerd en ingevrozen) klinisch bruikbare resultaten oplevert, en beter dan wel afgecentrifugeerd maar niet ingevrozen plasma.
- Inspanning, excitatie en stress vermijden
- Staal afnemen vooraleer een ACTH stimulatietest uitgevoerd wordt of minstens een dag tussen laten.
- Toevoeging van aprotinin (een enzyme inhibitor) helpt ACTH bij <4°C stabiliseren maar interferreert met onze methode[3]
- De kans op diagnose van PPID bij paarden is het grootst in de herfst.[4]
Referentie-interval
Laag | Hoog | Eenheid | Laag SI | Hoog SI | SI eenheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hond1 | 10 | 80 | pg/mL | 2.2 | 17.8 | pmol/L | |
Kat1 | 10 | 60 | pg/mL | 2.2 | 13.3 | pmol/L | |
Paard (nov-jul)2 | <29 | pg/mL | <6.4 | pmol/L | |||
Paard (aug-okt)2 | <47 | pg/mL | <10.4 | pmol/L |
1Het doeleinde van de test bij hond en kat is te differentiëren tussen mogelijke afwijkingen van de bijnierfunctie, m.a.w. bij zieke dieren. De klinische cut-offs (zie interpretatie) zijn dus van belang en niet de louter indicatieve referentiewaarden waargenomen bij gezonde dieren.
2Paarden hebben duidelijk hogere waarden tijdens de herfstmaanden: op het noordelijk halfrond van augustus tot en met oktober.[5][6]
Conversie
pg/mL x 0.222 = pmol/L
pmol/L x 4.51 = pg/mL
Interpretatie
Hond
Hyperadrenocorticisme[3]:
- <10 pg/mL BT (HAC mogelijk)
- 10–12 pg/mL onbeslist, test herhalen
- >12 pg/mL HAC (BT uitgesloten)
Theoretisch valt een hoge concentratie te verwachten bij HAC (autonome productie) en een lage concentratie bij BT (negatieve feedback). In de praktijk wordt echter ook een episodische release van ACTH vastgesteld bij HAC.[7]. In deze gevallen zal men een normale of zelfs verlaagde concentratie vaststellen. Het herhalen van de test zal de zekerheid rond de diagnose van BT doen toenemen indien opnieuw een verlaagde waarde wordt vastgesteld.
Hypoadrenocorticisme:
- <10 pg/mL secundair hypoA
- 10-45 pg/mL niet diagnostisch (1%)
- >45 pg/mL primair hypoA
Primair hypoA gaat meestal gepaard met zeer hoge ACTH waarden (>500 pg/mL) door een volledig gebrek aan negatieve feedback. Secundair hypoA daarentegen met lage of ondetecteerbare levels (<5 pg/mL)[8]
De cortisol (nmol/L)/ACTH (pmol/L) ratio bij gezonde honden lag tussen de 1-26[9]
Kat
- <10 pg/mL diagnostisch voor BT
- 20-45 pg/mL onbeslist, test herhalen (29%)
- >45 pg/mL diagnostisch voor HAC
Paard
Het verschil in de mediane ACTH-concentratie tussen een PPID en een niet-PPID groep was het grootst van Aug tot en met Sep.[6]
In een populatie oude paarden (≥15 j) waarin een groep met hirsutisme en 3 of meer bijkomende klinische tekens voor PPID enerzijds en een groep zonder klinische aanwijzingen voor PPID was tijdens niet-herfstmaanden de sensitiviteit 80% en specificiteit 83% bij een cut-off van 29.7 pg/mL. In de herfst waren beide tegen de 100% met een cut-off van 77.4 pg/mL. De herfst is dan ook de meest geschikte periode om de aandoening te diagnosticeren. Er werden geen verschillen gevonden tussen paarden en ponies.[4]
Interferentie
Verlaagde waarden
- Langdurige en/of hoge dosis glucocorticoïden beïnvloeden de hypothalamus-hypofysaire-bijnier as. Afhankelijk van het gebruikte preparaat moet 2-4w na stopzetting gewacht worden met het testen van de bijnierfunctie.
- Aprotinin toegevoegd aan het staal als enzyme-inhibitor verlaagt meting bij de door ons aangewende methode.
- Niet naleven van de aanbevelingen rond afname
Verhoogde waarden
- Exogeen toegediend ACTH: laat minstens 1d tussen een ACTH stimulatietest en een ACTH bepaling
Fysiologie
ACTH is een 39-aminozuur polypeptide hormoon geproduceerd in de voorste adenohypofyse. De biologische activiteit wordt bepaald door de eerste 24 aminozuren (vanaf de N-terminal). Hoewel er tussen diersoorten variatie bestaat, zijn de eerste 24 aminozuren evolutionair sterk geconserveerd.[10]
ACTH wordt pulsatiel vrijgezet zoals aangetoond in de hypofysaire vene bij het paard[11] Redekopp et al., 1986a, 1986b). Metingen in het perifere bloed wezen op een episodische secretie bij honden met gemiddeld 9 pieken per 24u[12].
Het stimuleert de productie en vrijzetting van cortisol in de bijnierschors. Zelf staat het onder controle van de hypothalamus via CRH en arginine vasopressine en van de bijnier via negatieve feedback.[10]
De activiteit van de pars intermedia bij paarden vertoont een seizoensritme dat het hoogst is tijdens de herfst op het ogenblik dat de dagen beginnen te korten.[13] Hoe verder van de evenaar hoe vroeger de (herfst)piek optreedt. In Finland bvb. valt deze reeds in de late zomer (Augustus).[14]
Referenties
- ↑ 1,0 1,1 1,2 Blackwell's Five-Minute Veterinary Consult: Laboratory Tests and Diagnostic: Canine & Feline; Shelly L. Vaden; 2009; ISBN 978-0-8138-1748-4
- ↑ PubmedParser error: Invalid PMID, please check.
- ↑ 3,0 3,1 3,2 Scott-Moncrieff et al.: Validation of a chemiluminescent enzyme immunometric assay for plasma adrenocorticotropic hormone in the dog. Vet Clin Pathol 2003;32:180-7. PMID: 14655102.
- ↑ 4,0 4,1 Mc Gowan et al.: Evaluation of basal plasma α-melanocyte-stimulating hormone and adrenocorticotrophic hormone concentrations for the diagnosis of pituitary pars intermedia dysfunction from a population of aged horses. Equine Vet J 2013;45:66-73. PMID: 22563728. DOI.
- ↑ PubmedParser error: Invalid PMID, please check.
- ↑ 6,0 6,1 Copas & Durham: Circannual variation in plasma adrenocorticotropic hormone concentrations in the UK in normal horses and ponies, and those with pituitary pars intermedia dysfunction. Equine Vet. J. 2012;44:440-3. PMID: 21848531. DOI.
- ↑ Kemppainen & Sartin: Evidence for episodic but not circadian activity in plasma concentrations of adrenocorticotrophin, cortisol and thyroxine in dogs. J. Endocrinol. 1984;103:219-26. PMID: 6092507.
- ↑ Herrtage ME. Hypoadrenocorticism. In: Ettinger SJ, Feldman EC, editors. Textbook of Veterinary Internal Medicine. 6th ed. St. Louis, Missouri: Elsevier; 2005. pp. 1612–1622.
- ↑ Javadi et al.: Aldosterone-to-renin and cortisol-to-adrenocorticotropic hormone ratios in healthy dogs and dogs with primary hypoadrenocorticism. J. Vet. Intern. Med. 2006;20:556-61. PMID: 16734089.
- ↑ 10,0 10,1 Clinical Biochemistry of Domestic Animals, Sixth Edition; Kaneko et al.; 2008; ISBN 9780123704917
- ↑ PubmedParser error: Invalid PMID, please check.
- ↑ Kemppainen & Sartin: Evidence for episodic but not circadian activity in plasma concentrations of adrenocorticotrophin, cortisol and thyroxine in dogs. J. Endocrinol. 1984;103:219-26. PMID: 6092507.
- ↑ McFarlane et al.: Effects of season and sample handling on measurement of plasma alpha-melanocyte-stimulating hormone concentrations in horses and ponies. Am. J. Vet. Res. 2004;65:1463-8. PMID: 15566081.
- ↑ McFarlane et al.: The effect of geographic location, breed, and pituitary dysfunction on seasonal adrenocorticotropin and α-melanocyte-stimulating hormone plasma concentrations in horses. J. Vet. Intern. Med. 2011;25:872-81. PMID: 21745243. DOI.
Links
- Wikipedia
- Artikels op Pubmed over honden in de laatste 12 maanden
- Artikels op Pubmed over katten in de laatste 12 maanden
- Artikels op Pubmed over paarden in de laatste 12 maanden