ACTH: verschil tussen versies
(→Indicaties) |
(→Paard) |
||
Regel 101: | Regel 101: | ||
===Paard=== | ===Paard=== | ||
− | Tijdens niet-herfstmaanden was de sensitiviteit 80% en specificiteit 83% bij een cut-off van 29.7 pg/mL. In de herfst waren beide tegen de 100%.<ref><pubmed>22563728<pubmed></ref> | + | Tijdens niet-herfstmaanden was de sensitiviteit 80% en specificiteit 83% bij een cut-off van 29.7 pg/mL. In de herfst waren beide tegen de 100%.<ref><pubmed>22563728</pubmed></ref> |
==Fysiologie== | ==Fysiologie== |
Versie van 3 sep 2012 om 17:31
Doelorganen | Bijnier |
---|---|
Staal | EDTA-plasma |
Minimum hoeveelheid | 200 µL (0.2 mL) plasma |
Methode | Immunochemiluminiscentie |
Resultaat | zelfde dag |
Inhoud
Indicaties
Hond: tweedelijnstest, beste test om bijniertumoren van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC) te onderscheiden, niet om HAC op zich te diagnosticeren.
Kat: aantonen van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC). Differentiatie primair en secundair hypoadrenocorticisme
Paard: diagnose van pituitary pars intermedia dysfunction (PPID), oudere paarden met hirsutisme[1]
Afname
- Onmiddellijk plasma afcentrifugeren en invriezen.
- Inspanning, excitatie en stress vermijden
- Staal afnemen vooraleer een ACTH-stimulatietest uitgevoerd wordt
Referentie-interval
Laag | Hoog | Eenheid | Laag SI | Hoog SI | SI eenheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hond | 20 | 80 | pg/mL | 4.4 | 17.6 | pmol/L | |
Kat | 20 | 80 | pg/mL | 4.4 | 17.6 | pmol/L | |
Paard (nov-jul)1 | <29 | pg/mL | <6.4 | pmol/L | |||
Paard (aug-okt)1 | <47 | pg/mL | <10.4 | pmol/L |
1Oudere paarden hebben duidelijk hogere waarden tijdens herfst en winter.[2][3]
Conversie
pg/ml x 0.222 = pmol/L
pmol/L x 4.51 = pg/mL
Interpretatie
Hond
Hyperadrenocorticisme:
- <10-20 pg/mL diagnostisch voor BT (60%)
- 20-40 pg/mL niet diagnostisch (BT 40%, 10% HAH)
- >40-45 diagnostisch voor HAH (90%)
Hypoadrenocorticisme':
- <10-20 pg/mL diagnostisch voor secundair hypoA
- 10-40 pg/mL niet diagnostisch (1%)
- >40-45 pg/mL diagnostisch voor primair hypoA
Kat
- <10-20 pg/mL diagnostisch voor BT
- 20-45 pg/mL niet diagnostisch (29%)
- >45 pg/mL diagnostisch voor HAH, geen vals positieven
Paard
Tijdens niet-herfstmaanden was de sensitiviteit 80% en specificiteit 83% bij een cut-off van 29.7 pg/mL. In de herfst waren beide tegen de 100%.[4]
Fysiologie
ACTH wordt geproduceerd in de adenohypofyse en stimuleert de productie en vrijzetting van cortisol in de bijnierschors. Het staat onder controle van de hypothalamus via CRH en van de bijnier zelf via negatieve feedback