ACTH: verschil tussen versies
(→Indicaties) |
(→Indicaties) |
||
Regel 21: | Regel 21: | ||
'''Kat''': aantonen van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC). Differentiatie primair en secundair hypoadrenocorticisme | '''Kat''': aantonen van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC). Differentiatie primair en secundair hypoadrenocorticisme | ||
− | '''Paard''': pituitary pars intermedia dysfunction (PPID), oudere paarden met hirsutisme | + | '''Paard''': pituitary pars intermedia dysfunction (PPID), oudere paarden met hirsutisme<ref><pubmed>22594955</pubmed></ref> |
==Afname== | ==Afname== |
Versie van 3 sep 2012 om 17:17
Doelorganen | Bijnier |
---|---|
Staal | EDTA-plasma |
Minimum hoeveelheid | 200 µL (0.2 mL) plasma |
Methode | Immunochemiluminiscentie |
Resultaat | zelfde dag |
Inhoud
Indicaties
Hond: tweedelijnstest, beste test om bijniertumoren van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC) te onderscheiden, niet om HAC op zich te diagnosticeren.
Kat: aantonen van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticme/Cushing (HAC). Differentiatie primair en secundair hypoadrenocorticisme
Paard: pituitary pars intermedia dysfunction (PPID), oudere paarden met hirsutisme[1]
Afname
- Onmiddellijk plasma afcentrifugeren en invriezen.
- Inspanning, excitatie en stress vermijden
- Staal afnemen vooraleer een ACTH-stimulatietest uitgevoerd wordt
Referentie-interval
Laag | Hoog | Eenheid | Laag SI | Hoog SI | SI eenheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hond | 20 | 80 | pg/mL | 4.4 | 17.6 | pmol/L | |
Kat | 20 | 80 | pg/mL | 4.4 | 17.6 | pmol/L | |
Paard (nov-jul)1 | <29 | pg/mL | <6.4 | pmol/L | |||
Paard (aug-okt)1 | <47 | pg/mL | <10.4 | pmol/L |
1Oudere paarden hebben duidelijk hogere waarden tijdens herfst en winter.[2][3]
Conversie
pg/ml x 0.222 = pmol/L
pmol/L x 4.51 = pg/mL
Interpretatie
Hond met hyperadrenocorticisme:
- <10-20 pg/mL diagnostisch voor BT (60%)
- 20-40 pg/mL niet diagnostisch (BT 40%, 10% HAH)
- >40-45 diagnostisch voor HAH (90%)
Hond met hypoadrenocorticisme':
- <10-20 pg/mL diagnostisch voor secundair hypoA
- 10-40 pg/mL niet diagnostisch (1%)
- >40-45 pg/mL diagnostisch voor primair hypoA
Kat:
- <10-20 pg/mL diagnostisch voor BT
- 20-45 pg/mL niet diagnostisch (29%)
- >45 pg/mL diagnostisch voor HAH, geen vals positieven
ACTH wordt geproduceerd in de adenohypofyse dat de productie en vrijzetting van cortisol stimuleert in de bijnierschors. Het staat onder controle van de hypothalamus via CRH en van de bijnier zelf via negatieve feedback.
ACTH op zich kan niet gebruikt worden om hyperadrenocorticisme te diagnosticeren. De secretie verloopt episodisch en normale en HAC-waarden overlappen elkaar in belangrijke mate.
De test is vnl niet-diagnostisch voor BT.