Eiwit:Creatinine ratio: verschil tussen versies
(→Interpretatie) |
(→Interferentie) |
||
Regel 89: | Regel 89: | ||
==Interferentie== | ==Interferentie== | ||
− | '''Hematurie''': De ratio verhoogt proportioneel met de hoeveelheid bloed in de urine. Door sterke bijmenging wordt de ratio onbruikbaar. Milde contaminatie door [[cystocentesis]] resulteert gewoonlijk geen proteinurie, noch | + | '''Hematurie''': De ratio verhoogt proportioneel met de hoeveelheid bloed in de urine. Door sterke bijmenging wordt de ratio onbruikbaar. Milde contaminatie door [[cystocentesis]] resulteert gewoonlijk geen proteinurie, noch met de teststrip noch met ratio. |
'''Infectie''': De ratio is niet bruikbaar in aanwezigheid van urineweginfectie. Bij E. coli infectie bvb kan de ratio tot 40 gaan. Er is in dit geval geen verband tussen de ratio en het aantal RBC of WBC in het urinesediment. | '''Infectie''': De ratio is niet bruikbaar in aanwezigheid van urineweginfectie. Bij E. coli infectie bvb kan de ratio tot 40 gaan. Er is in dit geval geen verband tussen de ratio en het aantal RBC of WBC in het urinesediment. | ||
− | '''Inflammatie''': Steriele inflammatie verhoogt de ratio, hoewel meestal < 2.0. | + | '''Inflammatie''': Steriele inflammatie verhoogt de ratio, hoewel die meestal <2.0 blijft. |
'''Geneesmiddelen''': Immunosuppressieve dosissen corticosteroiden (2 mg/kg q12u 6w) veroorzaken een milde verhoging van de ratio (<1.5). Dit wordt toegeschreven aan mesangiale celproliferatie.<ref>{{#pmid: 9183769}}</ref> | '''Geneesmiddelen''': Immunosuppressieve dosissen corticosteroiden (2 mg/kg q12u 6w) veroorzaken een milde verhoging van de ratio (<1.5). Dit wordt toegeschreven aan mesangiale celproliferatie.<ref>{{#pmid: 9183769}}</ref> |
Versie van 22 aug 2013 om 11:29
|
Indicaties
- Proteïnurie in afwezigheid van een actief urinesediment
- Monitoring van glomerulaire aandoening
Formule
UP:UC = Eiwit urine (mg/dL*) / Creatinine urine (mg/dL*)
*De eenheid waarin eiwit en creatinine uitgedrukt wordt zijn niet van belang zolang deze maar dezelfde is.
Richtlijnen
Volgens ACVIM consensus statement[1]
|
|
Interpretatie
De richtlijnen zijn enkel geldig voor niet-actieve urinesedimenten. Postrenale proteïnurie (infectie, ontsteking, hematurie,...) invalideert de verhouding. Bij aanwezigheid van RBC of WBC in het sediment mag met de ratio geen rekening gehouden worden.
Milde verhogingen kunnen zowel prerenaal, renaal als postrenaal van oorsprong zijn. Tubulair eiwitverlies is meestal <2.0 (1.0-5.0).
Matige tot erge verhoging >2.0 (en gewoonlijk >5.0) worden gezien bij glomerulaire aandoeningen zoals glomerulonefritis en amyloïdose. Men kan de verschillende oorzaken van glomerulopathie niet onderscheiden aan de hand van de ernst van de proteinurie.
Interferentie
Hematurie: De ratio verhoogt proportioneel met de hoeveelheid bloed in de urine. Door sterke bijmenging wordt de ratio onbruikbaar. Milde contaminatie door cystocentesis resulteert gewoonlijk geen proteinurie, noch met de teststrip noch met ratio.
Infectie: De ratio is niet bruikbaar in aanwezigheid van urineweginfectie. Bij E. coli infectie bvb kan de ratio tot 40 gaan. Er is in dit geval geen verband tussen de ratio en het aantal RBC of WBC in het urinesediment.
Inflammatie: Steriele inflammatie verhoogt de ratio, hoewel die meestal <2.0 blijft.
Geneesmiddelen: Immunosuppressieve dosissen corticosteroiden (2 mg/kg q12u 6w) veroorzaken een milde verhoging van de ratio (<1.5). Dit wordt toegeschreven aan mesangiale celproliferatie.[2]
Referenties
- ↑ Lees et al.: Assessment and management of proteinuria in dogs and cats: 2004 ACVIM Forum Consensus Statement (small animal). J. Vet. Intern. Med. 2005;19:377-85. PMID: 15954557.
- ↑ Waters et al.: Effects of glucocorticoid therapy on urine protein-to-creatinine ratios and renal morphology in dogs. J. Vet. Intern. Med. 1997;11:172-7. PMID: 9183769.