T3 suppressietest

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
Benamingen en codes
Omschrijving T3 suppressietest
Synoniemen
Loinc 27891-1 12923-9
Code DT4, DT42
Aanvraagcode 2240
Afname en methode
Staal Serum
Min volume (?) 2x 200 µL (0.2 mL) serum
Methode Elektrochemiluminescentie
Rapportering
Rubriek Biochemie
Subrubriek Schildklier
Frequentie ma-za
Doorlooptijd zelfde dag
Eenheid µg/dL
Alt. Eenheid nmol/L
Conversie µg/dL x 12.87 = nmol/L
Cat.svg

Indicaties

Occulte hyperthyroïdie bij katten(normaal T4 en fT4)

Protocol

  1. D0: Basaal staalname
  2. D1 en D2: oraal T3 (Na-liothyronine) aan 25 µg q8u gedurende 2 dagen
  3. D3: ‘s morgens een zevende dosis
  4. 2 - 4h later tweede staalname

Simultane meting van T3 om inname tabletten en valaditie testprotocol na te gaan.

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Kat <1.5 µg/dL <20 nmol/L

Conversie

µg/dL x 12.87 = nmol/L

nmol/L x 0.0777 = µg/dL T4 concentratie

<50% van de basale waarde

Interpretatie

  <1.5 µg/dL (<20 nmol/L): euthyroïdie
  1.5-2.0 µg/dL: niet diagnostisch
  >2.0 µg/dL (>20 nmol/L): hyperthyroïdie

Het percentage suppresie is minder betrouwbaar hoewel normale katten meestal >50% suppressie vertonen en hyperthyroïde <50%.

Zowel bij hyperthyroïde als gezonde katten moet T3 verhogen indien het testprotocol correct gevolgd werd.

Principe:

Toediening van T3 aan normale katten onderdrukt de TSH secretie waardoor de T4 concentratie daalt. De schildklier van hyperthyroïde katten secreteert autonoom waardoor de hormoonspiegel hoog blijft. Aangezien exogeen toegediend T3 niet in vivo geconverteerd wordt naar T3 blijft de T4 bepaling een geldige merker voor de schildklierfunctie.


Referenties