Punctie's en punctievochten

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken

De kwaliteit van een staal is zeer belangrijk voor de interpretatie van het resultaat. Dit is des te meer waar voor cytologisch onderzoek. Waar het volume en de aard van het staal bij een bloedname voorspelbaar zijn en het aantal technieken beperkt, is dat veel minder het geval bij cytologische afnames waar zowel het volume, viscositeit, cellulariteit als kleur zeer uiteenlopend zijn. Ook de toegepaste techniek staat in functie van wat er precies bemonsterd wordt.

Veel stalen worden verkeerd genomen of in het verkeerde recipiënt aangeboden, anderzijds is er niet altijd even goed bekend wat men juist op deze stalen kan aanvragen. Vaak gaat het om delicate staalnames die men niet of moeilijk kan herhalen. Een niet-conformiteit is dan ook erg frustrerend.

Hieronder geven we enkele belangrijke algemene richtlijnen:

Welk type recipiënt?

EDTA tube
Serumtube
  • Punctievloeistoffen (buikvocht, pleuravocht, longspoeling, CSV, urine, cystevocht,...)
    • Cellen bewaren het best op EDTA, noodzakelijk voor celtelling en differentiatie.
    • Een serumtube of urinepotje is dan weer beter geschikt voor biochemische en serologische testen (eiwit, ureum, triglyceriden, FIP as...).
    • Bacteriën bewaren beter in een milieu voor bacteriologische afnames. Dip even met een swab in het vocht en breng hem vervolgens in het buisje met milieu.
    • Maak een uitstrijkje voor cytologie.
  • Visceuze aspiraten (dunne-naald aspiraten uit gezwellen, orgaanpuncties, abcessen)
    • Voor bacteriologische kweek: een beetje materiaal op een swab en deze in het buisje met milieu steken.
    • Maak een een uitstrijkje voor cytologie.
  • zeker NIET
    • Vocht of materiaal in de spuit laten. Lekkage!
    • Naalden meesturen. Omwille van arbeids- en bioveiligheid kunnen en mogen wij hier niets mee doen.
    • Glaasjes in papier wikkelen of in potjes proppen die er niet voor bestemd zijn. De kans op breuk is groot.

Er zijn setjes beschikbaar met al de juiste materialen verpakt in een zakje.

Het uitstrijkje

  • Uitstrijkjes gemaakt op een later tijdstip zelfs indien bewaard op EDTA zijn bijna steeds van slechte kwaliteit.
  • Voor het maken van een uitstrijkje vind je hier instructies.
  • Laat ze snel aan de lucht drogen door ermee te wapperen. Vettige preparaten (lipoma's) zullen echter moeilijk of niet opdrogen.
  • Verpak de glaasjes in een plastic houder voor transport.
  • Fixatie in methanol mag maar hoeft niet. Gebruik zeker geen cytospray; de gebruikelijke alcoholgebaseerde cytokleuring (May-Grünwald Giemsa, Diff-Quick en andere Romanowsky-kleuringen) is dan niet langer mogelijk.
  • Kleuren (na fixatie), mag ook maar hoeft niet. Noteer de gebruikte kleuring op het aanvraagformulier.

Wat aanvragen?

Om het aanvragen te vergemakkelijken bieden we standaard enkele profielen aan. Bij aanduiden van de herkomst in het blok punctievocht worden onderstaande onderzoeken standaard uitgevoerd. Aan de hand van deze testen kan u maximale informatie halen uit het bekomen punctievocht. Daarnaast kan u uiteraard bijkomende analyses aanduiden indien u daarvoor indicaties heeft.

  • CSV: telling en differentiatie WBC en RBC, totaal eiwit, eiwitelektroforese.
  • ascites en pleura hond: telling en differentiatie WBC en RBC, totaal eiwit, eiwitelektroforese.
  • ascites en pleura kat: telling en differentiatie WBC en RBC, totaal eiwit, eiwitelektroforese, triglyceriden, SAA.
  • gewrichtsvocht paard: telling en differentiatie WBC en RBC, SAA, aerobe en anaerobe bacteriologische kultuur.

Cytologie wordt enkel uitgevoerd wanneer er een uitstrijkje meegeleverd is.