Neus bacteriologie

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
Benamingen en codes
Omschrijving Neus bacteriologie
Synoniemen Neus aerobe cultuur
Loinc 10353-1
Code B05
Aanvraagcode B05
Afname en methode
Staal Swab
Min volume (?)
Methode cultuur
Rapportering
Rubriek Microbiologie
Subrubriek Bacteriologie
Frequentie ma-za
Doorlooptijd 2-3d
Eenheid

Staalname

Staal diep uit neusgang nemen: tracheatube plaatsen en nasopharynx afsluiten met tampons. Urinekatheder 8G op 12 tot 15 cm afsnijden met een hoek van 45°. Afstand mediale ooghoek tot neusgat afpassen en katheder tot het maatstreepje in de neusgang brengen, over en weer schuiven, losgemaakt weefsel uitspoelen met Ringerlactaat (10 tot 35ml afhankelijk van de grootte van het dier). Opmerkingen: Neusbloeding is een normaal gevolg en stopt binnen de 30min tenzij bij coagulatiestoornissen. De katheder niet verder inbrengen dan de afgepaste afstand: gevaar voor penetratie van de cribriforme beenplaat.

Interpretatie

Kweek is moeilijk interpreteerbaar door de massale aanwezigheid van normale neusflora bij zowel aangetaste als gezonde dieren. Bacteriële en zelfs schimmelgroei suggereren niet de facto een infectieuze oorzaak en zijn dikwijls secundair. Hoewel bacteriële rhinitis zelden of nooit een primair probleem vormt , kan klinische verbetering - zij het voorbijgaande - van de neusvloei bekomen worden door de bacteriële component van de aandoening te behandelen.

Groei van vele kolonies van één (reincultuur) of twee types is uiteraard significanter dan de groei van vele verschillende organismen of slechts een klein aantal kolonies.

Schimmelcultuur voor Aspergillose geeft zowel vals positieve als vals negatieve resultaten. Kweek is over het algemeen wel betrouwbaar als deze uitgevoerd wordt uitgaande van een biopt. Aspergillus en Penicillinium worden af en toe geïsoleerd uit de neus van normale dieren en van dieren met andere nasale aandoeningen (dikwijls tumoraal).

Cryptococcus in de neus van een dier met chronische neusvloei is meestal diagnostisch, hoewel het occasioneel ook bij normale katten en honden gevonden wordt. Meest voorkomende neoplasie: adenoCA en CA’s Occasioneel: transmissiebele venereaal tumor, mastocytoma, lymfoSA FibroSA en osteoSA zijn minder exfoliatief en dus moeilijker dmv cytologie te diagnosticeren

Bilterale epistaxis -> stollingsprofiel Unilaterale epistaxis ->primair nasale aandoening

Referenties