Leukemie

Leukemie wordt opgedeeld volgens

het al of niet aanwezig zijn van blasten in het perifere bloed in:

  - aleukemisch, afwezig
  - subleukemisch, aanwezig in kleine aantallen
  - leukemisch, talrijk aanwezig

het aantal blasten aanwezig in bloed en/of beenmerg in:

  - acuut, veel blasten en andere immature cellen, agressief
  - chronisch, meer gedifferentieerde proliferatie, sluimerend

de prominente cellijn:

  - Ongedifferentieerd
  -Myeloïd, over het algemeen bij dieren slecht gekarakteriseerd
  - Megakaryocytair, bloedplaatjes
  - Monocytair, monocyten
  - Granulocytair, granulocyten (neutro, eo, baso)
  - Erythremische myelose
  - Erythroleukemie, RBC
  - Myelomonocytair, granulocyten  en monocyten
  - Lymfoïd
  - Lymfosarcoma 95% van de gevallen bij de kat (FeLV!) en 65% bij de hond
  - Plasmacel myeloma, multiple myeloma
  - Acute lymfoïde leukemie (ALL)
  - Chronische lymfoïde leukemie (CLL)
  - Thymoma

Myelodysplastische of preleukemische syndromen (MDS) wijzen op hematopoietische dysfunctie die een acute myelogene leukemie voorafgaan gedurende maanden of jaren. Het wordt gekarakteriseerd door cytopenieën en hypercellulair beenmerg en komt meer voor bij katten dan bij honden. Velen zijn FeLV positief.

Een bloeduitstrijkje laat toe te differentiëren tussen myeloproliferatieve en lymfoproliferatieve leukemie. Myeloproliferatie: bij katten kan de proliferatieve cellijn in het verloop van de ziekte veranderen. De diagnose van myeloproliferatie is dus voldoende.