Glucose urine
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Indicaties
- Onderdeel routine urineonderzoek
- Zeker bij elke urinewegaandoening, oligurie, polyurie, polydipsie.
- Monitoring voor diabetes mellitus
Staalname
- Urine steeds afnemen vooraleer vloeistoftherapie ingezet wordt.
- Vermijd bacteriële contaminatie.
Referentie-interval
Laag | Hoog | Eenheid | |
---|---|---|---|
Hond | neg | ||
Kat | neg |
Interpretatie
De belangrijkste oorzaak van persisterende glucosurie is diabetes mellitus. Let op bij katten, erg gestresseerde dieren kunnen zeer hoge bloedglucosepiegels halen die leiden tot glucosurie. Andere oorzaken van glucosurie is urinewegbloeding (bvb. FUS, Non-glucose oxidizing substance bij FLUTD kan de kleurreactie met dipsticks verstoren) en proximale tubulaire dysfunctie (Fanconi’s syndroom).
Nut bij DM-monitoring
Niet aanbevolen als enige methode daar de meting enkel een gemiddelde waarde weergeeft van de laatste uren en geeft bijgevolg geen accuraat beeld wat er van uur tot uur gebeurt. Bvb. een patiënt met een zeer lage suikerspiegel gevolgd door een zeer hoge waarde: urine gecollecteerd op het einde van deze periode zal slechts een weinig glucose bevatten. Desalniettemin blijft de urinemonitoring nuttig daar de meting met een minimum aan stress thuis kan gebeuren door de eigenaar zelf.
- Een consistent negatief resultaat wijst op een adequate of excessieve dosis insuline
- Uniform hoge waarden samen met het uitblijven van klinische verbetering wijst op onderdosage
- Negatieve waarden in de namiddag, gevolgd door zeer hoge (4+) waarden de volgende morgen kan wijzen op Somogyi effect
Vooraleer de dosis aangepast wordt, moet ALTIJD eerst een BLOEDglucosecurve opgesteld worden.
Fysiologie
De drempelwaarde van het bloedglucose eer glucosurie optreedt, bedraagt bij
hond 180-220 mg/dL kat 200-280 mg/dL
Glucosurie brengt een osmotische diuresee op gang die gecompenseerd wordt door polydipsie.