Borrelia burgdorferi antistoffen
|
Staalname
- Paard: bij voorkeur gepaarde sera met 3w tussen (zie interpretatie)
Indicaties
Hond
- geïmporteerd of afgereisd uit endemische streken met klachten zoals
- koorts
- paralyse
- aseptische suppuratieve polyartritis
- Mogelijk contact met Ixodes teken
Paard
- Uit endemische streken met vage klachten zoals
- lichte koorts
- wisselend mank
- lusteloos
- Voorgeschiedenis van tekenbeet (Ixodes)
Interpretatie
Hond
Klinisch aangetaste honden hebben hoge titers. Sommige honden met acute borreliose maken geen seroconversie.
Honden in endemische gebieden die de infectie weerstaan en klinisch gezond blijven, ontwikkelen dezelfde immuunrespons als zieke honden met titers <1:8000.
Seropositiviteit is daarom enkel indicatief voor een vroeger contact en niet noodzakelijk voor actieve infectie. Stijgende titers in gepaarde sera wijzen daarentegen wel op een recent contact.
Titers in CSV < serum werden aangetoond bij honden met zenuwsymptomen vermoedelijk veroorzaakt door Lyme disease. Zowel IgG als IgM kunnen gedurende maanden persisteren. Sommige stammen van B. burgdorferi induceren een dedecteerbare seroconversie maar geen ziekte (tot titer <1:1000).
Definitieve diagnose: kultuur, histopathologie, PCR
Paard
De diagnose bij paarden wordt gesteld adhv serologie en dit in aanwezigheid van klinische symptomen of een voorgeschiedenis van een tekenbeet of een goede reactie op therapie.
Veel paarden hebben een positieve titer maar geen klinische symptomen (dragers).[1]
Titer: positief: <1/64
Bij titers van 1/64, 1/128 en 1/256 moet steeds rekening gehouden worden met kruisreacties zoals leptospira antistoffen. Vandaar beter werken met gepaarde sera (2 serumstalen met 3w tussentijd)