Punctievocht abdomen cytologie: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
(Interpretatie)
 
k (10 revisions)
 
(9 tussenliggende revisies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 +
{{analyte
 +
|descr_nl = Cytologie abdominaal punctievocht
 +
|syn = Cytologie ascitesvocht
 +
|loinc = 55600-1
 +
|analyte_code = DCYTO
 +
|request_code = 4400
 +
|cat = Punctievocht
 +
|subcat = Cytologie
 +
|sample_type = EDTA + Uitstrijkje
 +
|sample_type_link= EDTA
 +
|sample_volume = 250 µL (0.25 mL) synoviaal vocht
 +
|method = Microscopie
 +
|freq = ma-vr
 +
|delay = 1 d
 +
|unit =
 +
|alt_unit =
 +
|conv =
 +
|}}
 +
==Indicaties==
 
Elke ophoping van vocht in abdomen
 
Elke ophoping van vocht in abdomen
{| class="wikitable"
+
 
! Doelorganen
+
==Staalname==
| Abdomen
+
'''Abdominocentesis''': best eerst blaas ledigen. Aseptische voorbereiding punctieplaats. Igv sterke uitzetting kan men beter lateraal prikken; ventrale punctie resulteert dan dikwijls in seromavorming.
|-
+
! Staal
+
| Vocht in EDTA, Uitstrijkje Moh-fix
+
|-
+
! Minimum hoeveelheid
+
| 1ml
+
|-
+
! Methode
+
| Microscopisch
+
|-
+
! Resultaat
+
| daags na ontvangst
+
|}
+
'''Abdominocentesis''':best eerst blaas ledigen. Aseptische voorbereiding punctieplaats. Igv sterke uitzetting kan men beter lateraal prikken; ventrale punctie resulteert dan dikwijls in seromavorming.
+
 
Indien geen vocht gepreleveerd kan worden mbv syringe en naald (20-23G), gebruik dan een multigefenestreerde katheder (tepelcannule, ev. zelf gaatjes maken in 18G iv katheder) of voer een lavage uit. Soms is het beter geen onderdruk uit te oefenen en het vocht uit zichzelf te laten lopen.
 
Indien geen vocht gepreleveerd kan worden mbv syringe en naald (20-23G), gebruik dan een multigefenestreerde katheder (tepelcannule, ev. zelf gaatjes maken in 18G iv katheder) of voer een lavage uit. Soms is het beter geen onderdruk uit te oefenen en het vocht uit zichzelf te laten lopen.
 
Igv echografische begeleiding contaminatie met transducergel vermijden.
 
Igv echografische begeleiding contaminatie met transducergel vermijden.
Regel 32: Regel 37:
 
|-
 
|-
 
!Cellen
 
!Cellen
|>1000/µl
+
|>1000/µL
|<2500/µl
+
|<2500/µL
|<7000/µl
+
|<7000/µL
|>5000/µl
+
|>5000/µL
|400 - 10000/µl
+
|400 - 10000/µL
 
|-
 
|-
 
!Sg
 
!Sg
Regel 62: Regel 67:
 
!PCV
 
!PCV
 
|>10%
 
|>10%
 +
|
 
|
 
|
 
|
 
|
Regel 68: Regel 74:
 
|}
 
|}
  
Septische exsudaat zoals bij bacteriële infectie: 20.000 - 100.000 cellen/µl.
+
Septische exsudaat zoals bij bacteriële infectie: 20.000 - 100.000 cellen/µL.
  
 
FIP en neoplastische effusies worden meestal geklasseerd als gemodificeerd transudaat of non-septisch exsudaat.
 
FIP en neoplastische effusies worden meestal geklasseerd als gemodificeerd transudaat of non-septisch exsudaat.
  
Bloeding: tot meerdere milj RBC/µl, kan zelfs hoger zijn dan in perifeer bloed door herresorptie van vloeistof. Ook veel thrombocyten terug te vinden bij acute bloeding.
+
Bloeding: tot meerdere milj RBC/µL, kan zelfs hoger zijn dan in perifeer bloed door herresorptie van vloeistof. Ook veel thrombocyten terug te vinden bij acute bloeding.
  
 
Lymfoblasten zijn indicatief voor een intracavaal lymfosarcoma; soms ook triglyceriden in de effusie.
 
Lymfoblasten zijn indicatief voor een intracavaal lymfosarcoma; soms ook triglyceriden in de effusie.
Regel 78: Regel 84:
 
Reactieve mesotheliale exfoliatie tgv een irritatief proces kan sterk genoeg zijn om verwarring te stichten met carcinomateuze cellen.
 
Reactieve mesotheliale exfoliatie tgv een irritatief proces kan sterk genoeg zijn om verwarring te stichten met carcinomateuze cellen.
  
FIP-effusie is typisch pyogranulomateus (niet-gedegenereerde neutrofielen en macrofagen) met een al bij al lage totale celtelling (≤10.000/µl). Soms overheersen neutrofielen. Een aseptisch exsudaat zonder azotemie is sterk suggestief voor FIP.
+
FIP-effusie is typisch pyogranulomateus (niet-gedegenereerde neutrofielen en macrofagen) met een al bij al lage totale celtelling (≤10.000/µL). Soms overheersen neutrofielen. Een aseptisch exsudaat zonder azotemie is sterk suggestief voor FIP.
  
 
Acute pancreatitis kan leiden tot non-septisch exsudaat.
 
Acute pancreatitis kan leiden tot non-septisch exsudaat.
 +
 +
==Referenties==
 +
{{Reflist}}
 
[[Category:LabWijzer]]
 
[[Category:LabWijzer]]
 +
[[Category:Anatoompathologie]]

Huidige versie van 22 jan 2014 om 14:12

Benamingen en codes
Omschrijving Cytologie abdominaal punctievocht
Synoniemen Cytologie ascitesvocht
Loinc 55600-1
Code DCYTO
Aanvraagcode 4400
Afname en methode
Staal EDTA + Uitstrijkje
Min volume (?) 250 µL (0.25 mL) synoviaal vocht
Methode Microscopie
Rapportering
Rubriek Punctievocht
Subrubriek Cytologie
Frequentie ma-vr
Doorlooptijd 1 d
Eenheid

Indicaties

Elke ophoping van vocht in abdomen

Staalname

Abdominocentesis: best eerst blaas ledigen. Aseptische voorbereiding punctieplaats. Igv sterke uitzetting kan men beter lateraal prikken; ventrale punctie resulteert dan dikwijls in seromavorming. Indien geen vocht gepreleveerd kan worden mbv syringe en naald (20-23G), gebruik dan een multigefenestreerde katheder (tepelcannule, ev. zelf gaatjes maken in 18G iv katheder) of voer een lavage uit. Soms is het beter geen onderdruk uit te oefenen en het vocht uit zichzelf te laten lopen. Igv echografische begeleiding contaminatie met transducergel vermijden.

Lavage: gebruik 20 ml/kg lauwwarm fysiologisch water

Interpretatie

Hemorrhagisch Transudaat Gemodificeerd Exsudaat Chyleus
Cellen >1000/µL <2500/µL <7000/µL >5000/µL 400 - 10000/µL
Sg <1.016 1.010-1.031 1.020-1.031
Eiwit >3 g/dL <2.5 g/dL ≥2.5 g/dL >3 g/dL >2.5 g/dL
Celtype RBC, ca. perifeer

bloed, macrofagen

mononucleair neutro's neutro's,macrofagen kleine lymfo's,enkele neutrofielen
PCV >10%

Septische exsudaat zoals bij bacteriële infectie: 20.000 - 100.000 cellen/µL.

FIP en neoplastische effusies worden meestal geklasseerd als gemodificeerd transudaat of non-septisch exsudaat.

Bloeding: tot meerdere milj RBC/µL, kan zelfs hoger zijn dan in perifeer bloed door herresorptie van vloeistof. Ook veel thrombocyten terug te vinden bij acute bloeding.

Lymfoblasten zijn indicatief voor een intracavaal lymfosarcoma; soms ook triglyceriden in de effusie.

Reactieve mesotheliale exfoliatie tgv een irritatief proces kan sterk genoeg zijn om verwarring te stichten met carcinomateuze cellen.

FIP-effusie is typisch pyogranulomateus (niet-gedegenereerde neutrofielen en macrofagen) met een al bij al lage totale celtelling (≤10.000/µL). Soms overheersen neutrofielen. Een aseptisch exsudaat zonder azotemie is sterk suggestief voor FIP.

Acute pancreatitis kan leiden tot non-septisch exsudaat.

Referenties