Heparine
Uit wikilab
Heparine bindt aan antithrombine III waardoor het geactiveerd wordt. Dit geactiveerd AT inactiveert op zijn beurt thrombine en andere stollingsproteasen en blokkeert aldus stolling.
Bij vogels, reptielen en vissen blijven de cellen beter bewaard dan op EDTA, bij reptielen[1] en vissen[2][3] kan EDTA zelfs hemolyse veroorzaken. Slechts 1 tube voor zowel hematologie als biochemie spaart bovendien bloed uit.
Een nadeel van heparine is dat WBC niet zo goed aankleuren en thrombocyten makkelijker aggregaten vormen.[4]
Micro-afname
Voor kleine dieren waarbij slechts een kleine hoeveelheid bloed kan genomen worden zijn er microtubes beschikbaar:
- 400-600 µL
Referenties
- ↑ Muro et al.: Effects of lithium heparin and tripotassium EDTA on hematologic values of Hermann's tortoises (Testudo hermanni). J. Zoo Wildl. Med. 1998;29:40-4. PMID: 9638624.
- ↑ Orlov et al.: Extracellular calcium is required for the maintenance of plasma membrane integrity in nucleated cells. Cell Calcium 2005;38:53-7. PMID: 15936814. DOI.
- ↑ Walencik & Witeska: The effects of anticoagulants on hematological indices and blood cell morphology of common carp (Cyprinus carpio L.). Comp. Biochem. Physiol. C Toxicol. Pharmacol. 2007;146:331-5. PMID: 17509941. DOI.
- ↑ Veterinary Hematology: A Diagnostic Guide and Color Atlas; 2011; John W. Harvey; ISBN 9781437701739
