Groeihormoon

Uit wikilab
Versie door Frank (Overleg | bijdragen) op 15 jun 2009 om 15:00

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Acromegalie

Hypofysaire dwerggroei (in dynamische functietesten, zie interpretatie)

Doelorganen Hypofyse
Staal
Minimum hoeveelheid
Methode RIA
Resultaat

Een enkelvoudig meting heeft geen enkel diagnostisch nut. De bepaling wordt aangewend in samenhang met dynamisch stimulatietesten met clonidine, xylazine of GHRH.

  Clonidine	10 µg/kg iv, basaal staal + 15, 30, 45, 60min p.i.
  Nevenwerkingen: sedatie, bradycardie, hypotensie, collaps, aggressie, braken.
  Xylazine	100 µg/kg iv, basaal staal + 15, 30, 45, 60min p.i.
  Nevenwerkingen: sedatie, bradycardie, hypotensie, collaps, shock, toevallen
  hGHRH	1 µg/kg iv, basaal staal + 15, 30, 45, 60min p.i.
  Geen nevenwerking gemeld

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 2 5 ng/ml 2 5 mol/L
Kat 2 5 ng/ml 2 5 mol/L

Conversie

ng/ml x 1 = mol/L

mol/L x 1 = ng/ml Xylazine/Clonidine stimulatietesten: >10 ng/ml (meestal 10-15x verhoging) tussen 15-30min gevolgd door een snelle daling

GHRH stimulatietest GH 2-4x verhoging tussen 15-30min gevolgd door een snelle respons. Sommige dieren vertonen een bifasische respons.

Interpretatie

Waarden >6 µg/dL zijn diagnostisch voor acromegalie.

Daar de groeihormoonsecretie niet continu maar episodisch verloopt en lage basaalwaarden zowel bij gezonde dieren als bij hypofysaire dwerggroei gemeten worden heeft een enkelvoudige basale bepaling weinig zin voor deze diagnose.

Hypofysaire dweggroei kan wel aangetoond worden wanneer de secretie niet of slechts weinig gestimuleerd kan worden met hetzij clonidine, xylazine of GHRH.

Leeftijd, voedingsstatus en concurrente aandoeningen kunnen allen de hypofysaire respons beïnvloeden.

Basale waarden voor normale dieren en honden met GH-responsieve dermatose zijn gelijk. Na stilmulatie is bij deze laatste groep de groeihormoonspiegel zo goed als ondetecteerbaar of de piekconcentratie blijft toch <10 ng/ml. Hyperadrenocorticisme, hypothyroïdie en mogelijke geslachtshormoon imbalance moet echter vooraf uitgesloten worden vooraleer de diagnose adhv deze test kan gesteld worden.