Felien Coronavirus antistoffen

Uit wikilab
Versie door Wikilab (Overleg | bijdragen) op 11 okt 2009 om 00:25

Ga naar: navigatie, zoeken

Katten met koorts, uveïtis, retinabloeding.

Aseptische abdominale en/of pleurale effusie.

Anemie, hyperglobulinemie.

Nier-, lever- of neurologische afwijkingen.

Screening kitten op 10w.

Doelorganen Serologie
Staal Serum
Minimum hoeveelheid 0.3ml
Methode Indirekte immunoperoxydase
Resultaat 3 dagen


Interpretatie

Er bestaat geen serologisch onderscheid tussen FIPV en FeCV. Beiden vermeerderen thv de darm en/of AHS al of niet gepaard gaand met SVS- of AHSstoornissen; enkel FIPV vermeerdert nadien in de inwendige organen, met een duidelijk tropisme voor macrofagen en monocyten. Katten met een zwakke celgemedieerde immuunrespons ontwikkelen de ‘natte’ vorm, dieren met een partiële celgemedieerde immuniteit ontwikkelen de ‘droge’ vorm.

Een positieve titer is dus niet diagnostisch voor FIP, net zoals hij niet beschermt tegen de ziekte.

Gezonde dieren:hoe hoger de titer, hoe hoger de kans dat het binnen 3 maanden komt tot een klinische FIP. geen seroconversie: 7% kans titer 100 - 300: 25% kans titer >1000: 50% kans


Zieke dieren: titer <640: weinig indicatief titer >1600: 85% kans op klinische FIP

Lage titers kunnen voorkomen bij katten in eindstadium van de ziekte tgv depletie van de antistoffen.

Definitieve diagnose is mogelijk dmv histopathologie al of niet in combinatie met IF, en PCR op effusievocht. Lage titers hebben een hoge negatief voorspellende waarde, maw in dit geval is ziekte meer dan waarschijnlijk niet te wijten aan FIP, tenzij bij sommige terminale gevallen (zie hoger).

Hoge titers hebben jammer genoeg een lage positief voorspellende waarde, maw ziekte kan maar is niet noodzakelijk te wijten zijn aan FIP. Titers ≥160 + lymfopenie + hypergammaglobulinemie doet de PVW echter stijgen tot 88%.

Maternale immuniteit wordt ondetecteerdbaar op een leeftijd van 4-6w. Postnataal geïnfecteerde kittens worden seropositief vanaf 8-14w.

Serologische screening is zinvol seronegatieve kweekkolonies. Het virus wordt ongeveer door 30% van de seropositieve gezonde katten uitgescheiden.

Grootste risicogroep: 6m - 2j