Eiwit urine

Uit wikilab
Versie door Wikilab (Overleg | bijdragen) op 11 okt 2009 om 00:24

Ga naar: navigatie, zoeken

routine urineonderzoek, screeningtest voor elk ziek dier elke urinewegaandoening oligurie, polyurie, polydipsie

Doelorganen Urinewegen
Staal Urine
Minimum hoeveelheid 15ml
Methode Turbidimetrisch
Resultaat zelfde dag

Urine steeds afnemen vooraleer vloeistoftherapie ingezet wordt Gebruik geen bewaarmiddel Vermijd contaminatie

Interpretatie

Oorzaken

Belangrijkste oorzaak van proteïnurie is urineweginfectie/inflammatie. Na genezing moet het afwezig zijn in de urine. Andere oorzaken zijn hoge bloeddruk, rechter hartfalen en urinewegbloeding. Nefrose tgv glomerulonefritis en renale amyloïdose wordt geassocieerd met erge proteïnurie. De etiologische diagnose hiervan is echter moeilijk en zeer uitgebreid. Soms bij katten met iLUTD.

Voorbijgaande proteinurie heeft vele oorzaken (koorts, sterke inspanning, toevallen en veneuze stuwing van de nieren) en is zelden van belang.

Persisterende proteinurie zonder verdere tekens van inflammatie/infectie/hematurie vereist verder onderzoek. Men dient bedacht te zijn voor amyloidose, glomerulonefritis, ehrlichiose (hond) of multipel myeloma. Kan eerder in de urine verschijnen dan er veranderingen optreden in het Sg en serum ureum en creatinine.


Ernst

Interpreteren in combinatie met het Sg en sediment. In geconcentreerde urine (>1.035) is 1+ normaal, omgekeerd is een lichte proteinurie bij laag Sg ernstiger dan dezelfde hoeveelheid in een meer geconcentreerde urine. Indien de ernst van de proteïnurie moeilijk in te schatten is moet men eiwit/kreatinine in urine berekenen (zie aldaar). Adhv andere resultaten moet men differentiëren tussen prerenale, renale en postrenale oorzaken.

Mild tot matig, < 1 g/L, meestal tgv een tubulusletstel

Erge proteïnurie > 1 g/L, nefrose, altijd tgv glomerulair letsel


Nefrotoxiciteit

Toediening van potentiële nefrotoxische geneesmiddelen (aminoglycosiden) moet onmiddellijk stopgezet worden. Aminoglycosiden veroorzaken typisch eerst proteinurie vooraleer ze azotemie teweegbrengen. Eiwitten met een MG >60.000 - 65.000 daltons en negatief geladen proteïnen (zoals albumine) worden normailter door de glomerulaire barrière weerhouden. Doorgelaten eiwitten worden grotendeels in de proximale tubuli geherresorbeerd. Het weinige eiwit dat steeds in normale urine wordt aangetroffen is voor 50% afkomstig van door de tubuli, lagere urinewegen en genitaaltractus gesecreteerde enzymes, Ig’s en mucoproteïnen.