Babesiose (hond): verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
(Specifiek)
(Verspreiding)
Regel 63: Regel 63:
 
# In het geval van B. vulpes (Theileria annae) zou verticale transmissie van moeder op pups mogelijk zijn. <ref>{{#pmid:23842507}}</ref>. Experimenteel slaagde men hierin ook met ''B. gibsoni''.<ref>{{#pmid: 15979628}}</ref>
 
# In het geval van B. vulpes (Theileria annae) zou verticale transmissie van moeder op pups mogelijk zijn. <ref>{{#pmid:23842507}}</ref>. Experimenteel slaagde men hierin ook met ''B. gibsoni''.<ref>{{#pmid: 15979628}}</ref>
 
# Iatrogene transmissie dmv transfusie<ref>{{#pmid: 12685786}}</ref> of chirurgisch materiaal.
 
# Iatrogene transmissie dmv transfusie<ref>{{#pmid: 12685786}}</ref> of chirurgisch materiaal.
 +
 +
Ondanks therapie en herstel moeten geconfirmeerde gevallen beschouwd worden als levenslange dragers.
  
 
===Epidemiologie===
 
===Epidemiologie===

Versie van 25 mei 2015 om 09:57

Dog.svg

Hoewel de term babesiose enkel de bloedparasieten van het genus Babesia in beschouwing neemt, veroorzaken ook species van het nauw verwante genus Theileria gelijkaardige symptomen. Of dit bij honden ook zo is, is nog het onderwerp van onderzoek en discussie. De termen piroplasma en piroplasmose worden gebruikt als overkoepelend terminologie, hierbij verwijzend naar de peervormige stadia microscopisch zichtbaar in geïnfecteerde rode bloedcellen.

De parasiet

Babesien Hund.jpg

Kenmerken

  • Parasitaire protozoa behorend tot het phylum van de Apicomplexa.
  • Teken dienen als reservoir, zowel Dermacentor, Ixodes als Rhipicephalus spp.[1][2][3][4][5]
  • Infecteert rode bloedcellen
  • Gastheerspecifiek, zowel voor de eindgastheer, als voor de vector
  • Piroplasmen worden onderverdeeld in grote en kleine piroplasmen. In B. canis sensu latu worden drie subspecies onderscheiden op basis van pathogeniciteit, antigenen, vectorspecificiteit en genetische eigenschappen. Verder circuleren er nog nieuwe Babesia spp. en andere piroplasmen aangetoond via moleculaire techieken onder andere in immunocgecompromiteerde honden.[6]
Grootte Naam Vector Verspreiding Commentaar
Groot

(4–7 mm)

B. canis canis Dermacentor Europa
B. canis vogeli Rhipicephalus Wereldwijd, tropisch en subtropisch In opmars binnen Europa
B. canis rossi Haemaphysalis leachi Afrika Meest pathogeen
Klein

(2–5 mm)

Babesia gibsoni Haemaphysalis longicornis, Haemaphysalis bispinosa, Rhipicephalus? Initieel Azië, wereldwijd verspreidend Buiten Azië associatie met vechthonden.
Babesia conradae Onbekend California[7][8] Verwant aan species van mens en hoefdieren.
Babesia vulpes sp. nov. Vermoedelijk Ixodes hexagonus[9] Noord Spanje[10][11], Kroatië [12], VS[13] Recentelijk geherklassificeerd, voordien Theileria annae,Babesia microti–like sp,Babesia Spanish dog isolate[14]

Levenscyclus

De teek infecteert zich tijdens een bloedmaaltijd. De parasiet penetreert het darmepitheel van de teek, vermeerdert zich en verplaatst zich naar de verschillende organen, zoals de speekselklier en de ovaria. Transoveriële overdracht is dus mogelijk.

Levenscyclus. Klik om te vergroten

De ziekte

Verspreiding

  1. Tekenbeet. De overdracht gebeurt evenwel niet onmiddellijk, maar geschiedt pas ongeveer 24 tot 48 uur nadat de teek zich heeft vastgehecht.
  2. Directe transmissie van hond op hond door bijten zou een belangrijke infectieweg zijn voor B. gibsoni en verklaart de relatief hoge prevalentie bij Staffordshire, pit bull terriers en andere vechthonden.[13][15][16]
  3. In het geval van B. vulpes (Theileria annae) zou verticale transmissie van moeder op pups mogelijk zijn. [17]. Experimenteel slaagde men hierin ook met B. gibsoni.[18]
  4. Iatrogene transmissie dmv transfusie[19] of chirurgisch materiaal.

Ondanks therapie en herstel moeten geconfirmeerde gevallen beschouwd worden als levenslange dragers.

Epidemiologie

De geografische verspreiding van de parasiet volgt de spreiding van zijn vector.

Babesia-map-dog.jpg
  • B. canis: Spanje, Portugal, Frankrijk, Midden en Oost-Europa
  • B. vogeli: Zuid-Europa

Ziekteverloop

  • Infectie kan subklinisch, peracuut, acuut, chronisch of zelfs asymptomatisch verlopen.
  • Immunosupressie of splenectomie verergeren of onthullen de ziekte.
  • Anemie is hoofdzakelijk het gevolg van immuungemedieerde hemolysis maar tevens door directe schade aan RBC door de piroplasmen.
  • B. canis heeft een incubatieperiode van ongeveer 1-3 weken.

De symptomen zijn aspecifiek.

  • (Per)acuut:
    • anemie
    • koorts
    • lusteloos
    • geelzucht (door destructie van RBC)
    • GI symptomen (braken, diarree en/of donkergekleurde faeces (tgv verhoogde bilirubine-excretie)
  • Chronisch:
    • intermitterend koorts
    • anemie
    • splenomegalie
    • lymfoïde hyperplasie

Diagnose

Aspecifiek

  • hemoglobinurie
  • hemolytische anemie (regeneratief)
  • neutropenie
  • thrombocytopenie
  • Coombs positief
  • hyperbilirubinemie
  • hypoalbuminemie
  • hypergammaglobulinemie

Specifiek

Babesia-canis-dog.jpg
  • Bloeduitstrijkje: merozoieten kunnen gezien worden in RBC, vooral in het geval van acute babesiosis. In andere gevallen is de parasitemie vaak laag. Het organisme is zelden vindbaar in chronische gevallen of bij asymptomatische dragers.
  • Serologie. De aanwezigheid van antistoffen tegenover B. canis, welke kruisreageren met B. gibsoni maar niet noodzakelijk met andere species, wijst op contact met de parasiet. Infectie kan aangetoond worden door middel van gepaarde sera. Iniitieel kan de test negatief zijn in de acute faze.
  • PCR. De test spoort B. canis en gibsoni op, nieuwe en ongekende species worden niet noodzakelijk gedetecteerd, evenals een zeer zwakke parasitemie zoals bij chronische babesiose.

Babesia bij de kat

Babesia felis is een buiten Zuid Afrika zeldzame parasiet die vergelijkbare symptomen bij de kat kan veroorzaken. Omdat B. felis zo klein is wordt die echter ook makkelijk gemist. Piroplasmose is een mogelijk oorzaak van anemie en eventueel icterus met een duidelijke hypergammaglobulinemie waarbij de meest courante aandoeningen/infecties uitgesloten werden.

Er zijn echter nog andere Babesia spp. in het spel bij katachtigen in het algemeen waarover momenteel weinig bekend is. [20][21]

Links

  • Wikipedia
  • Uilenberg: Babesia--a historical overview. Vet. Parasitol. 2006;138:3-10. PMID: 16513280. DOI.
  • Irwin: Canine babesiosis. Vet. Clin. North Am. Small Anim. Pract. 2010;40:1141-56. PMID: 20933141. DOI.
  • Artikels op Pubmed over honden in de laatste 12 maanden

Referenties

  1. Schaarschmidt et al.: Questing Dermacentor reticulatus harbouring Babesia canis DNA associated with outbreaks of canine babesiosis in the Swiss Midlands. Ticks Tick Borne Dis 2013;4:334-40. PMID: 23571114. DOI.
  2. Wójcik-Fatla et al.: Babesia spp. in questing ticks from eastern Poland: prevalence and species diversity. Parasitol. Res. 2015;. PMID: 25976982. DOI.
  3. Jongejan et al.: Novel foci of Dermacentor reticulatus ticks infected with Babesia canis and Babesia caballi in the Netherlands and in Belgium. Parasit Vectors 2015;8:232. PMID: 25889392. DOI.
  4. Wójcik-Fatla et al.: Babesia spp. in questing ticks from eastern Poland: prevalence and species diversity. Parasitol. Res. 2015;. PMID: 25976982. DOI.
  5. Rotondano et al.: Survey of Ehrlichia canis, Babesia spp. and Hepatozoon spp. in dogs from a semiarid region of Brazil. Rev Bras Parasitol Vet 2015;24:52-8. PMID: 25909253. DOI.
  6. Sikorski et al.: Babesiosis caused by a large Babesia species in 7 immunocompromised dogs. J. Vet. Intern. Med. 2010;24:127-31. PMID: 20002547. DOI.
  7. Kjemtrup et al.: Babesia conradae, sp. Nov., a small canine Babesia identified in California. Vet. Parasitol. 2006;138:103-11. PMID: 16524663. DOI.
  8. Di Cicco et al.: Re-emergence of Babesia conradae and effective treatment of infected dogs with atovaquone and azithromycin. Vet. Parasitol. 2012;187:23-7. PMID: 22305297. DOI.
  9. Dixit et al.: Evidence of new pathogenic Theileria species in dogs. J Parasit Dis 2010;34:29-32. PMID: 21526030. DOI.
  10. Zahler et al.: Detection of a new pathogenic Babesia microti-like species in dogs. Vet. Parasitol. 2000;89:241-8. PMID: 10760414.
  11. Miró et al.: Theileria annae (syn. Babesia microti-like) infection in dogs in NW Spain detected using direct and indirect diagnostic techniques: clinical report of 75 cases. Parasit Vectors 2015;8:217. PMID: 25890106. DOI.
  12. Beck et al.: Diversity of Babesia and Theileria species in symptomatic and asymptomatic dogs in Croatia. Int. J. Parasitol. 2009;39:843-8. PMID: 19367832.
  13. 13,0 13,1 Yeagley et al.: Detection of Babesia gibsoni and the canine small Babesia 'Spanish isolate' in blood samples obtained from dogs confiscated from dogfighting operations. J. Am. Vet. Med. Assoc. 2009;235:535-9. PMID: 19719443. DOI.
  14. Baneth et al.: Reclassification of Theileria annae as Babesia vulpes sp. nov. Parasit Vectors 2015;8:207. PMID: 25890372. DOI.
  15. Imre et al.: Survey of babesiosis in symptomatic dogs from Romania: occurrence of Babesia gibsoni associated with breed. Ticks Tick Borne Dis 2013;4:500-2. PMID: 23994336. DOI.
  16. Jefferies et al.: Blood, Bull Terriers and Babesiosis: further evidence for direct transmission of Babesia gibsoni in dogs. Aust. Vet. J. 2007;85:459-63. PMID: 17970851. DOI.
  17. Falkenö et al.: Theileria annae in a young Swedish dog. Acta Vet. Scand. 2013;55:50. PMID: 23842507. DOI.
  18. Fukumoto et al.: Fatal experimental transplacental Babesia gibsoni infections in dogs. Int. J. Parasitol. 2005;35:1031-5. PMID: 15979628. DOI.
  19. Stegeman et al.: Transfusion-associated Babesia gibsoni infection in a dog. J. Am. Vet. Med. Assoc. 2003;222:959-63, 952. PMID: 12685786.
  20. Bosman et al.: Babesia lengau associated with cerebral and haemolytic babesiosis in two domestic cats. Parasit Vectors 2013;6:128. PMID: 23634743. DOI.
  21. Hartmann et al.: Babesiosis in cats: ABCD guidelines on prevention and management. J. Feline Med. Surg. 2013;15:643-6. PMID: 23813832. DOI.