Albumine

Uit wikilab
Versie door Frank (Overleg | bijdragen) op 18 mei 2009 om 10:09

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

zie eiwitelectroforese

Doelorganen Eiwitten
Staal Serum
Minimum hoeveelheid 0.3 ml
Methode Agarose-electroforese
Resultaat Dagelijks

zie eiwitelectroforese

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 2.5 4.4 g/dL 25 44 g/L
Kat 2.6 5.6 g/dL 26 56 g/L
Paard 2.5 4.5 g/dL 25 45 g/L
Rund 3.5 4.2 g/dL 35 42 g/L

Conversie

g/dL x 10 = g/L

g/L x 0.1 = g/dL Hond: 48 - 59% Kat: 38 - 55% Paard: 45 - 60% Rund: 51 - 59%

Pups = volwassen dieren, hoewel totaal eiwit wat lager is.

Kittens > volwassen dieren

Interpretatie

Echte overproductie bestaat niet, daarom is een hyperalbuminemie altijd te wijten aan een relatieve stijging door hemoconcentratie tgv waterverlies of dehydratatie.


Hypoalbuminemie kan veroorzaakt worden door:

- renaal verlies, ook proteinurie - gastro-intestinaal verlies, meestal zowel globulines als albumine gedaald - verminderde productie door de lever, globulines kunnen normaal zijn of verhoogd tgv inflammatie - te lage opname of slechte eiwitbron - relatieve compensatie, albumine wordt ivm inflammatie ook wel een negatief fase eiwit genoemd.

Al bij al is hypoalbuminemie bij katten zeldzaam te noemen behalve iam nefrose.


Kinetiek en functie:

Albumine is het belangrijkste plasma-eiwit. Het bepaalt in ruime mate de colloïdale druk en verhindert hiermee extravasatie van vloeistof. Het wordt geproduceerd in de lever en de reserveproductiecapaciteit van de lever is zeer groot, wat het nut van deze parameter als levertest beperkt tot chronische gevallen. Experimenteel moest 80% van de lever gereseceerd worden eer hypoalbuminemie werd vastgesteld. Het albumine moet tot op 50% terugvallen eer men oedeem waarneemt. Oedeem tgv van hypoalbuminemie wordt voornamelijk bij grote huisdieren waargenomen omdat albumine bij deze dieren een langere halfwaardetijd heeft maw een lagere productie-intensiteit. T1/2 hond= 1 - 3w.


Leeftijd:

Vanaf de geboorte neemt het albumine toe tot een leeftijd van 6m, blijft vervolgens tot 12j stabiel en neemt dan met toenemende leeftijd een beetje af en de globulines toe met een netto stijging van het totaal eiwit. Tijdens lactatie is het totaal eiwit ook gedaald.


Totaal eiwit:

Totaal eiwit is geen betrouwbare index voor de albumine-status daar hypoalbuminemie kan voor komen bij een lichte hyperproteïnemie (acute fase), een normoproteïnemie (progressieve fase) of een hypoproteïnemie (gevorderd stadium van de ziekte).


Kritieke waarden:

<1.5 g/dL, afhankelijk van de portale druk. Met stijgende druk wordt veralgemeend oedeem en effusie waarschijnlijker. Hyperalbuminemie veroorzaakt acidose en daling van het bicarbonaat.