Albumine: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
(Interpretatie)
Regel 85: Regel 85:
  
 
== Interpretatie ==
 
== Interpretatie ==
 +
===Hyperalbuminemie===
 
Echte overproductie bestaat niet, daarom is een hyperalbuminemie altijd te wijten aan een relatieve stijging door hemoconcentratie tgv waterverlies of dehydratatie.
 
Echte overproductie bestaat niet, daarom is een hyperalbuminemie altijd te wijten aan een relatieve stijging door hemoconcentratie tgv waterverlies of dehydratatie.
  
 
+
===Hypoalbuminemie===
Hypoalbuminemie kan veroorzaakt worden door:
+
 
+
 
* renaal verlies, ook proteinurie
 
* renaal verlies, ook proteinurie
 
* gastro-intestinaal verlies, meestal zowel globulines als albumine gedaald
 
* gastro-intestinaal verlies, meestal zowel globulines als albumine gedaald
Regel 98: Regel 97:
 
Al bij al is hypoalbuminemie bij katten zeldzaam te noemen behalve iam nefrose.
 
Al bij al is hypoalbuminemie bij katten zeldzaam te noemen behalve iam nefrose.
  
 +
Kritieke waarden:
 +
<1.5 g/dL, afhankelijk van de portale druk. Met stijgende druk wordt veralgemeend oedeem en effusie waarschijnlijker.
 +
Hyperalbuminemie veroorzaakt acidose en daling van het bicarbonaat.
  
Kinetiek en functie:
+
==Fysiologie==
 
+
 
Albumine is het belangrijkste plasma-eiwit. Het bepaalt in ruime mate de colloïdale druk en verhindert hiermee extravasatie van vloeistof. Het wordt geproduceerd in de lever en de reserveproductiecapaciteit van de lever is  zeer  groot, wat het nut van deze parameter als levertest beperkt tot chronische gevallen. Experimenteel moest 80% van de lever gereseceerd worden eer hypoalbuminemie werd vastgesteld. Het albumine moet tot op 50% terugvallen eer men oedeem waarneemt. Oedeem tgv van hypoalbuminemie wordt voornamelijk bij grote huisdieren waargenomen omdat albumine bij deze dieren een langere halfwaardetijd heeft maw een lagere productie-intensiteit.
 
Albumine is het belangrijkste plasma-eiwit. Het bepaalt in ruime mate de colloïdale druk en verhindert hiermee extravasatie van vloeistof. Het wordt geproduceerd in de lever en de reserveproductiecapaciteit van de lever is  zeer  groot, wat het nut van deze parameter als levertest beperkt tot chronische gevallen. Experimenteel moest 80% van de lever gereseceerd worden eer hypoalbuminemie werd vastgesteld. Het albumine moet tot op 50% terugvallen eer men oedeem waarneemt. Oedeem tgv van hypoalbuminemie wordt voornamelijk bij grote huisdieren waargenomen omdat albumine bij deze dieren een langere halfwaardetijd heeft maw een lagere productie-intensiteit.
T1/2 hond= 1 - 3w.
+
T<sub>1/2</sub> hond= 1 - 3w.
 
+
 
+
Leeftijd:
+
  
 +
===Leeftijd===
 
Vanaf de geboorte neemt het albumine toe tot een leeftijd van 6m, blijft vervolgens tot 12j stabiel en neemt dan met toenemende leeftijd een beetje af en de globulines toe met een netto stijging van het totaal eiwit. Tijdens lactatie is het totaal eiwit ook gedaald.
 
Vanaf de geboorte neemt het albumine toe tot een leeftijd van 6m, blijft vervolgens tot 12j stabiel en neemt dan met toenemende leeftijd een beetje af en de globulines toe met een netto stijging van het totaal eiwit. Tijdens lactatie is het totaal eiwit ook gedaald.
 
  
 
[[Totaal eiwit]]:
 
[[Totaal eiwit]]:
 
 
Totaal eiwit is geen betrouwbare index voor de albumine-status daar hypoalbuminemie kan voor komen bij een lichte hyperproteïnemie (acute fase), een normoproteïnemie (progressieve fase) of een hypoproteïnemie (gevorderd stadium van de ziekte).
 
Totaal eiwit is geen betrouwbare index voor de albumine-status daar hypoalbuminemie kan voor komen bij een lichte hyperproteïnemie (acute fase), een normoproteïnemie (progressieve fase) of een hypoproteïnemie (gevorderd stadium van de ziekte).
  
  
Kritieke waarden:
 
 
<1.5 g/dL, afhankelijk van de portale druk. Met stijgende druk wordt veralgemeend oedeem en effusie waarschijnlijker.
 
Hyperalbuminemie veroorzaakt acidose en daling van het bicarbonaat.
 
 
[[Category:LabWijzer]]
 
[[Category:LabWijzer]]

Versie van 10 dec 2012 om 19:41

Benamingen en codes
Omschrijving Albumine
Synoniemen
Loinc 1751-7
Code DALBUM
Aanvraagcode 0420
Afname en methode
Staal Serum
Min volume (?) 250 µL
Methode Colorimetrisch
Rapportering
Rubriek Biochemie
Subrubriek Eiwitten
Frequentie ma-za
Doorlooptijd zelfde dag
Eenheid g/dL
Alt. Eenheid g/L , µmol/L
Conversie g/dL * 10 = g/L

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 2.5 4.4 g/dL 25 44 g/L
Kat 2.6 5.6 g/dL 26 56 g/L
Paard 2.5 4.5 g/dL 25 45 g/L
Rund 3.5 4.2 g/dL 35 42 g/L

Conversie

g/dL x 10 = g/L
g/dL x 152 = µmol/L
g/L x 0.1 = g/dL
g/L x 15.2 = µmol/L
µmol/L x 0.0658 = g/L
µmol/L x 0.00658 = g/dL

Hond: 48 - 59% Kat: 38 - 55% Paard: 45 - 60% Rund: 51 - 59%

Pups = volwassen dieren, hoewel totaal eiwit wat lager is.

Kittens > volwassen dieren

Interpretatie

Hyperalbuminemie

Echte overproductie bestaat niet, daarom is een hyperalbuminemie altijd te wijten aan een relatieve stijging door hemoconcentratie tgv waterverlies of dehydratatie.

Hypoalbuminemie

  • renaal verlies, ook proteinurie
  • gastro-intestinaal verlies, meestal zowel globulines als albumine gedaald
  • verminderde productie door de lever, globulines kunnen normaal zijn of verhoogd tgv inflammatie
  • te lage opname of slechte eiwitbron
  • relatieve compensatie, albumine wordt ivm inflammatie ook wel een negatief fase eiwit genoemd.

Al bij al is hypoalbuminemie bij katten zeldzaam te noemen behalve iam nefrose.

Kritieke waarden: <1.5 g/dL, afhankelijk van de portale druk. Met stijgende druk wordt veralgemeend oedeem en effusie waarschijnlijker. Hyperalbuminemie veroorzaakt acidose en daling van het bicarbonaat.

Fysiologie

Albumine is het belangrijkste plasma-eiwit. Het bepaalt in ruime mate de colloïdale druk en verhindert hiermee extravasatie van vloeistof. Het wordt geproduceerd in de lever en de reserveproductiecapaciteit van de lever is zeer groot, wat het nut van deze parameter als levertest beperkt tot chronische gevallen. Experimenteel moest 80% van de lever gereseceerd worden eer hypoalbuminemie werd vastgesteld. Het albumine moet tot op 50% terugvallen eer men oedeem waarneemt. Oedeem tgv van hypoalbuminemie wordt voornamelijk bij grote huisdieren waargenomen omdat albumine bij deze dieren een langere halfwaardetijd heeft maw een lagere productie-intensiteit. T1/2 hond= 1 - 3w.

Leeftijd

Vanaf de geboorte neemt het albumine toe tot een leeftijd van 6m, blijft vervolgens tot 12j stabiel en neemt dan met toenemende leeftijd een beetje af en de globulines toe met een netto stijging van het totaal eiwit. Tijdens lactatie is het totaal eiwit ook gedaald.

Totaal eiwit: Totaal eiwit is geen betrouwbare index voor de albumine-status daar hypoalbuminemie kan voor komen bij een lichte hyperproteïnemie (acute fase), een normoproteïnemie (progressieve fase) of een hypoproteïnemie (gevorderd stadium van de ziekte).