Rheumatoïde factor
|
Indicaties
Honden, vnl van kleinere rassen die manken en multipele gezwollen, pijnlijke en warme gewrichten hebben (begint meestal met de kleinere perifere). Niet specifieke symptomen van RA zijn koorts, anorexia en depressie.
Interpretatie
Men kan zich voor de diagnose van RA niet uitsluitend baseren op een positieve RF-titer, maar een hoge titer in geval van niet-infectieuze polyartritis van de distale gewrichten met verdachte radiologische tekens is diagnostisch. Omdat canine RF een IgM is (soms IgA of IgG) gericht tegenover het Fc-fragment van de IgG-molecule - dat enkel blootgesteld wordt nadat IgG bindt aan een Ag -kan elke chronische ziekte waarbij immuuncomplexen gevormd worden aanleiding geven tot RF. Positieve resultaten worden dus ook bij andere inflammatoire, tumorale en immuungemedieerde aandoeningen gevonden.
Slechts 60-75% van de honden met RA hebben een aantoonbare RF-titer: een negatief resultaat sluit RA zeker niet uit. Tenzij reeds therapie werd ingesteld is het veroorloofd na een negatief resultaat ondanks sterke vermoedens de test na 1w te herhalen: de aanwezigheid van autoAl in het algemeen varieert immers sterk van week tot week.
Differentiële titer (ongesensibiliseerd tov gesensibiliseerde RBC) >1:8 is positief. Indien natuurlijke anti-schaapRBC As eerst geabsorbeerd werden is een titer pas positief >1:16. De betrouwbaarheid van de test neemt toe met de ernst en de chroniciteit van de ziekte.
Soms (20%) positief bij SLE omdat RA een zeldzaam onderdeel van de aandoening kan zijn. Initieel is RA niet differentieerbaar van idiopatische polyarthritis, de aandoening verloopt echter progressief en distale gewrichten zijn gewoonlijk erger aangetast dan proximale.