Chloride
|










Inhoud
Indicaties
- Braken, diarree
- Polyurie, polydipsie
- Dehydratatie
- Zuur-base onevenwicht
- Monitoring diuretica, parenterale voeding, infusie
Staalname
- Bij voorkeur: serum
- Alternatief: Li-Heparine plasma
Stabiliteit
- 7d bij 15-25 °C
- 7d bij 2-8 °C
- stabiel bij (-20) °C
Referentie-interval
Laag | Hoog | Eenheid | Laag SI | Hoog SI | SI eenheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hond | 101 | 113 | mEq/L | 101 | 113 | mmol/L | |
Kat | 115 | 125 | mEq/L | 115 | 125 | mmol/L | |
Paard | 96 | 104 | mEq/L | 96 | 104 | mmol/L | |
Rund | 90 | 110 | mEq/L | 90 | 110 | mmol/L |
Conversie
mEq/L = mmol/L
Interpretatie
Paniekwaarden
Geen vooropgesteld.
Er valt veel meer te vrezen van metabole alkalose en hypoCa in hypochloremische dieren en van hyperosmolaliteit bij hyperchloremische.
Hypochloremie
- opname van meer Na dan Cl,
- groter verlies aan Cl dan aan Na, in hoofdzaak tgv braken.
Hyperchloremie
- opname van meer Cl dan Na
- groter verlies aan Na dan aan Cl of renale retentie van Cl.
Relatie tot Na
Om de elektroneutratliteit te bewaren gaat Cl gewoonlijk vergezeld van Na. Veranderingen in het chloride volgen echter niet altijd die van natrium. De hypo- of hyperchloremie die wordt gezien iam proportionele wijzigingen van natrium zijn te wijten aan schommelingen van de waterbalans. Concentratieveranderingen die niet geassocieerd zijn met wijzigingen van natrium zijn meestal te wijten zuur-base onevenwichten. Chloride variëert in tegengestelde zin van bicarbonaat zodat hyperchloremie geassocieerd wordt met metabole acidose en hypochloremie met metabole alkalose.
Het kan nuttig zijn om de Cl-concentratie te corrigeren voor de gemeten Na-concentratie.
Hond: Cl gecorrigeerd = Cl x 146 / Na (107-113 mEq/L) Kat: Cl gecorrigeerd = Cl x 156 / Na (117-123 mEq/L) Abno Cl gemeten + abno Cl gecorrigeerd = Cl-wijziging onafhankelijk van Na-wijziging. Abno Cl gemeten + no Cl gecorrigeerd = secundair aan wijzigingen in de waterbalans
Fysiologie
Chloride is het belangrijkste anion in de extracellulaire vloeistof. Het speelt een belangrijke rol in de waterbalans en zuur-base evenwicht.
Dietair Cl wordt absorbeerd in het ileum en samen met Na in het jejenum en distale colon. De zoutabsorptie is de drijvenende kracht voor de waterreaborptie.
De homeostase wordt in hoofdzaak door de nieren geregeld. Meer dan de helft van het gefilterde Cl wordt gereabsorbeerd in de proximale tubuli. Onder invloed van aldosteron wordt ook in het distale nephron thv het ascenderende deel van de lus van Henle Cl gereabsorebeerd.