Magnesium
Onverklaarbare hypocalcemie.
Hypokaliemie refractair voor therapie.
Hartritmestoornissen refractair voor therapie.
Myopathie, neuromyopathie, onverklaarbare spierzwakte (incl dysfagie en dyspnee), ataxie, fasciculaties en toevallen.
Doelorganen | Ionogram |
---|---|
Staal | Serum, Heparine-plasma |
Minimum hoeveelheid | 0.2ml |
Methode | Colorimetrisch |
Resultaat |
Vermijdt hemolyse, RBC bevatten Mg.
Referentie-interval
Laag | Hoog | Eenheid | Laag SI | Hoog SI | SI eenheid | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hond | 1.7 | 2.9 | mg/dL | .7 | 1.19 | mmol/L | |
Kat | 2.0 | 3.0 | mg/dL | .82 | 1.23 | mmol/L | |
Paard | 1.4 | 2.2 | mg/dL | .58 | .9 | mmol/L | |
Rund | 1.9 | 2.9 | mg/dL | .78 | 1.20 | mmol/L |
Conversie
mg/dL x .4113 = mmol/L
mmol/L x 2.4312 = mg/dL
Interpretatie
Hypomagnesiemie wordt veroorzaakt door verminderde opname, verminderde darmabsorptie, verhoogd gastro-intestaal of renaal verlies en een shift van extra- naar intracellulair (zoals K). De belangrijkste oorzaken van een klinisch significante hypoMg zijn malabsorptie, osmotische diurese bij ketoacidose en de aggresieve behandeling ervan (shift) en andere aandoeningen waarbij een sterke polyurie bestaat. Het grootste risico bestaat bij honden in kritieke toestand of congestieve hartlijders onder behandeling met furosemide.
Tijdens behandeling van ketoacidose kan erge hypoMg ontstaan (<1 mg/dL): de concentratie wordt verdund door vloeistofinfusie en wordt na toediening van insuline en bicarbonaat nog eens extra verlaagd door een Mg-shift van extra- naar intra-cellulair. Bovendien is Mg bij deze dieren initieel gewoonlijk normaal of reeds verlaagd.
HypoMg kan de oorzaak zijn van een refractaire hypoK welke niet gecorrigeerd kan worden tot het Mgdeficit is angevuld. HypoMg predisponeert tot digitalis geïnduceerde hartritmestoornissen en diuretica kunnen Mg depleren. Supplementatie in de voeding of overschakelen op een kalium (en magnesium)-sparend diureticum bij dergelijke therapieën lijkt dus aangewezen.
Supplementatie is noodzakelijk bij concentraties <1 mg/dL, i.g.v. klinische symptomen of refractaire hypoK of hypoCa. Vereiste is wel een goede nierfunctie. In tegengesteld geval moet men de dosis verlagen om levensbedreigende effecten van hyperMg te vermijden.
Hypermagnesemie wordt veroorzaakt door verminderde excretie of een verhoogde inname. Een overschot wordt echter snel uitgescheiden door de nieren, ten minste als deze gezond zijn; een bestaande nierdysfunctie werkt dus predisponerend.
Behandeling is enkel aangewezen als toxische waarden gemeten worden en de nierfunctie gestoord is of symptomen optreden. Na herstel van nierfunctie lost het probleem meestal vanzelf op. Bij cardiotoxische effecten kan intraveneuze Ca-infusie noodzakelijk zijn om de overmaat Mg uit de Ca-kanalen te drijven. Slechts 1% van het totale lichaamsMg is aanwezig in het serum. Meting hiervan weerspiegelt dus geenszins de totale lichaamsinhoud aan Mg. Een normale serumspiegel kan samengaan met een verlaagd totaal lichaamsMg, maar een verlaagde serumspiegel wijst steeds op een netto tekort.
Concentraties >3.3 – 3.5 mg/dL zijn toxisch. Symptomen zijn vooral van neurologische aard: zwakte, lethargie en diepe peesreflexen die verdwijnen. Het ECG toont een verlengd PR-interval en verbrede QRS-complexen, atrioventriculiare of bundle-branch block en de bloeddruk daalt. >10 mg/dL leidt bij de mens tot coma, apnee en hartstilstand. Bij dergelijk hoge concentratie zou Mg op aspecifieke wijze de Ca-kanalen blokkeren.
HypoMg treedt frequent op bij ernstig zieke honden en katten en zou predisponeren tot een reeks cardiovasculaire, neurologische en metabole complicaties. Nochtans blijven sommige erge gevallen (<1 mg/dL) asymptomatisch. Zelden is hypoMg een alleenstaand feit, ook andere electrolyten zijn meestal gestoord en dragen bij aan het klinisch beeld.
Tot de zenuwsymptomen behoren lethargie, ataxie, spierzwakte, spiertrillingen, toevallen en coma. Cardiovasculaire symptomen worden veroorzaakt door een verlaagde rustpotentiaal in het myocard, wat leidt tot verhoogde prikkelbaarheid van de Purkinje-vezels en bijgevolg arrhythmieën. ECG toont een verlengd PR-interval, verbrede QRS-complexen, verlaagd ST-segment en scherpe T-golven.
HypoMg kan verhinderen dat hypoK of hypoCa reageert op therapie ondanks kalium- resp. calciumsupplementatie.