Lipase

Uit wikilab
Versie door Frank (Overleg | bijdragen) op 16 jun 2009 om 14:02

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Routineparameter voor hond en kat Braken (zeker bij obese dieren), abdominale pijn

Steriel abdominaal exsudaat

Icterus

Voorgeschiedenis van pancreatitis

Altijd samen met amylase.

Doelorganen Pancreas
Staal Serum, Heparine-plasma
Minimum hoeveelheid 0.2ml
Methode Colorimetrisch
Resultaat zelfde dag

Nuchter

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond <250 IU/L <250 mU/ml
Kat <250 IU/L <250 mU/ml
Rund 10 80 IU/L 10 80 mU/ml

Conversie

IU/L x 1 = mU/ml

mU/ml x 1 = IU/L

Interpretatie

Gevaar: Correleert niet met de ernst van pancreatitis, dus geen paniekwaarden.

Lage waarden correleren niet met EPI en zijn verder klinisch niet significant. Normale waarden sluiten EPI evenmin uit. Tot 50% van het serum lipase is afkomstig van niet-pancreas weefsel.

Hyperlipasemie

Enkel waarden meer dan twee tot drie keer de bovenste limiet zijn kenmerkend voor pancreatitis. Amylase is ook frequent gestegen (2-3x) bij nierinsufficiëntie maar niet bij prerenale. Acute pancreatitis en nierinsufficiëntie treden soms tegelijk op: in dit geval verwacht men een 3 tot 4-voudige stijging of hoger.

Sommige honden met een vreemd voorwerp in de dundarm, chronische gastritis en abdominale carcinoma’s hebben een verhoogde lipase-activiteit zonder verder bewijs voor pancreatitis.

Veel katten met pancreatitis hebben normale amylase en lipasespiegels; hoewel lipase als meer pancreasspecifiek geldt. De klaring van het enzyme is afhankelijk van de nieren zowel in normale als pathologische omstandigheden.

Gedocumenteerde gevallen van pancreatitis bij paarden spreken over verhoogde amylase en lipase in serum, maar kan ook gestegen zijn in andere gastrointestinale problemen, zij het minder duidelijk.

Een lage lipaseconcentratie bij honden elimeneert praktisch altijd het bestaan van pancreatitis.

Lipase hydrolyseert sneller middellange dan langketenvetzuren.

Van alle pancreasenzymen wordt lipase het vlugst geïnactiveerd tijdens darmtransit, verder is het ook het meest kwestbare gebleken. Vetmalabsorptie zal dan ook eerder ontstaan dan dat van eiwit en khd.

Verteringsprodukten van vet reguleren de maaglediging. Bijgevolg zal enkel met voldoende lipase-activiteit in het duodenum een adequate hoeveelheid hydrolyseprodukten gevormd worden om de maaglediging te vertragen.