MCV

Uit wikilab
Versie door Frank (Overleg | bijdragen) op 16 jun 2009 om 14:27

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Routineparameter, onderdeel van CBC.

Differentiatie anemie: micro - normo - macrocytair

Doelorganen Hematologie
Staal EDTA-bloed
Minimum hoeveelheid volledige haematologie: 1ml
Methode
Resultaat zelfde dag

Langdurig contact met EDTA doet RBC opzwellen.

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 60 70 fl 60 70 µm3
Kat 40 55 fl 40 55 µm3
Paard 40 60 fl 40 60 µm3
Rund 46 65 fl 46 65 µm3
Geit 16 25 fl 16 25 µm3

Conversie

fl x 1 = µm3

µm3 x 1 = fl Akita Inu 55 - 65 fl Toy poedels 85 - 95 fl

Interpretatie

MCV wijzigt als een groot deel van de cellen aangetast is, maar daarom niet allemaal.

Als een klein aantal RBC abnormaal van grootte is, zal dit onvoldoende zijn om MCV te wijzigen. Bij microscopisch onderzoek van een bloeduitstrijkje zal dit echter meer tot uiting komen.

Als abnormale MCHC en MCV microscopisch niet bevestigd kunnen worden en bovendien vergezeld gaan van een normale Hct, worden deze afwijkingen beter genegeerd. Langdurig contact (>1d) met EDTA doet cellen zwellen.

Macrocytosis is meestal te wijten aan reticulocytosis (vooral 4 to 5d na een anemisch episode), myeloproliferatie en bij katten FeLV-infectie.

Microcytosis wijst op aan chronisch ijzertekort.

Pasgeborenen hebben nog veel grote RBC van foetale oorsprong waardoor het MCV ook hoog is. Het neemt gradueel af om, afhankelijk van de species, op 2 tot 12m te stabiliseren

Kleine RBC zijn gevoeliger voor osmotische hemolyse dan grote. Vitamine B12 tekort veroorzaakt geen macrocytose bij huisdieren, folaatdeficiëntie zelden. Exceptioneel zijn RBC van racehonden iets groter.