Albumine:Globuline ratio
Uit wikilab
								
												
				zie eiwitelectroforese
| Doelorganen | Eiwitten | 
|---|---|
| Staal | Serum | 
| Minimum hoeveelheid | |
| Methode | Berekening | 
| Resultaat | 
zie eiwitelectroforese
Referentie-interval
| Laag | Hoog | Eenheid | |
|---|---|---|---|
| Hond | 0.6 | 1.1 | |
| Kat | 0.6 | 1.2 | |
| Paard | 0.7 | 1.1 | |
| Rund | 0.8 | 1.2 | 
Interpretatie
Overproductie van albumine bestaat niet, daarom is een hyperalbuminemie altijd te wijten aan een relatieve stijging door hemoconcentratie tgv waterverlies of dehydratatie.
Met toenemende leeftijd neemt het albumine een beetje af en de globulines toe met een netto stijging van het totaal eiwit. Neonati hebben een globulinegehalte van 60 tot 80% van dat van volwassen dieren.
Bij een eenvoudige dehydratie of dilutie is de A:G ratio normaal.