Punctievocht thorax cytologie: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
k (10 revisions)
 
(geen verschil)

Huidige versie van 22 jan 2014 om 13:12

Benamingen en codes
Omschrijving Cytologie thoracaal punctievocht
Synoniemen Cytologie pleuraal vocht
Loinc 55602-7
Code DCYTO
Aanvraagcode 4400
Afname en methode
Staal EDTA + Uitstrijkje
Min volume (?) 250 µL (0.25 mL) synoviaal vocht
Methode Microscopie
Rapportering
Rubriek Punctievocht
Subrubriek Cytologie
Frequentie ma-vr
Doorlooptijd 1 d
Eenheid

Indicaties

Elke ophoping van vocht in pleuraholte

Staalname

Thoracocentesis: 21G vlinderkatheder, syringe en driewegkraantje, alternatief over-the-needle katheder 3 1/4 - 5 1/4 inch, 14 - 16G. Tussen 7-8de rib, op 2/3de afstand van costochondrale junctie; al staande of sternale decubitus; aseptisch voorbereiden, lokaal anaestheticum thv punctieplaats. Eerst huid penetreren, huid met naald 2 intercostaal ruimtes opschuiven dan pas thoraxwand puncteren dicht tegen craniale rand van rib.

Interpretatie

Hemorrhagisch Transudaat Gemodifieerd Exsudaat Chyleus
Cellen >1000/µL 500 - 1000/µL <5000/µL >5000/µL 400 - 10000/µL
Eiwit >3 g/dL 2.5 - 3 g/dL <3.5 g/dL >3 g/dL >2.5 g/dL
Celtype RBC, ca. perifeer bloed,macrofagen mononuclair neutro’s neutro’s,macrofagen kleine lymfo’s,enkele neutro's

Bacteriële infiltratie: 20.000 - 100.000 gekernde cellen/µL

Bloeding: tot meerdere milj RBC/µL, kan zelfs hoger zijn dan in perifeer bloed door herresorptie van vloeistof. Ook veel thrombocyten terug te vinden bij acute bloeding.

Lymfoblasten zijn indicatief voor een intracavaal lymfosarcoma; soms ook triglyceriden in de effusie.

Reactieve mesotheliale exfoliatie tgv een irritatief proces kan sterk genoeg zijn om verwarring te stichten met carcinomateuze cellen.

Referenties