PLI: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
(Links)
(Stabiliteit)
Regel 32: Regel 32:
 
*meerdere weken bij 4 °C
 
*meerdere weken bij 4 °C
 
*meerdere jaren bij (-20)-(-80) °C
 
*meerdere jaren bij (-20)-(-80) °C
 +
 +
==Interpretatie==
 +
De meest gevoelige en specifieke test voor de diagnose van pancreatitis is evenwel PLI.<ref>{{#pmid: 19177331}}</ref><ref>{{#pmid: 22092611}}</ref>
 +
*Een normaal of negatief resultaat sluit actieve pancreatitis uit.
 +
*Licht verhoogd of zwak positief resultaat: komt overeen met een concentratie van 200-400 µg/L bij de hond en 3.6-5.3 µg/L bij de kat. Pancreatitis is mogelijk maar niet zeker. Hertesten na 2w is aanbevolen.
 +
*Sterk verhoogd of positief: komt overeen met een concentratie van >200 µg/L bij de hond en >5.3 µg/L bij de kat. Hiermee is actieve pancreatitis aangetoond.
 +
 +
Lange-termijn corticosteroïden (hond), chronische nierinsufficiëntie (hond en kat), dunne-naaldaspiratie (hond) en chirurgische bioptie (hond en kat) van de pancreas veroorzaken geen verhoging van PLI. <ref>Steiner JM, Finco DR, Gumminger SR, Williams DA. Serum canine pancreatic lipase immunoreactivity (cPLI) in dogs with experimentally induced chronic renal failure [abstract]. J Vet Intern Med. 2001;15:311.</ref>
  
 
==Referenties==
 
==Referenties==

Versie van 18 apr 2013 om 16:03

Benamingen en codes
Omschrijving Pancreas specifiek lipase
Synoniemen cPLI, fPLI
Code CPLIS, FPLIS
Aanvraagcode 2050
Afname en methode
Staal Serum
Min volume (?) 250 µL (0.25 mL) serum
Methode
Rapportering
Rubriek Biochemie
Subrubriek Pancreas
Frequentie ma-za
Doorlooptijd zelfde dag
Eenheid geen
Dog.svgCat.svg


Indicaties

  • Acute pancreatitis[1]
  • Inflammatory Bowel Disease (IBD) [2][3]

Staalname

Serumtube
  • Geen interferentie door hemolyse, icterie of lipemie. Een uitgevast staal is steeds te verkiezen, al was het maar in het belang van andere te bepalen testen, voor deze test is het geen must mocht vasten tegenaangewezen zijn zoals bij diabetes mellitus of erge zwakte.

Stabiliteit

minstens 21d ongeacht de bewaartemperatuur[4]

  • meerdere dagen bij 20-25 °C[5]
  • meerdere weken bij 4 °C
  • meerdere jaren bij (-20)-(-80) °C

Interpretatie

De meest gevoelige en specifieke test voor de diagnose van pancreatitis is evenwel PLI.[6][7]

  • Een normaal of negatief resultaat sluit actieve pancreatitis uit.
  • Licht verhoogd of zwak positief resultaat: komt overeen met een concentratie van 200-400 µg/L bij de hond en 3.6-5.3 µg/L bij de kat. Pancreatitis is mogelijk maar niet zeker. Hertesten na 2w is aanbevolen.
  • Sterk verhoogd of positief: komt overeen met een concentratie van >200 µg/L bij de hond en >5.3 µg/L bij de kat. Hiermee is actieve pancreatitis aangetoond.

Lange-termijn corticosteroïden (hond), chronische nierinsufficiëntie (hond en kat), dunne-naaldaspiratie (hond) en chirurgische bioptie (hond en kat) van de pancreas veroorzaken geen verhoging van PLI. [8]

Referenties

  1. Israeli et al.: Serum pepsinogen-A, canine pancreatic lipase immunoreactivity, and C-reactive protein as prognostic markers in dogs with gastric dilatation-volvulus. J. Vet. Intern. Med. 2012;26:920-8. PMID: 22594637. DOI.
  2. Kathrani et al.: Elevated canine pancreatic lipase immunoreactivity concentration in dogs with inflammatory bowel disease is associated with a negative outcome. J Small Anim Pract 2009;50:126-32. PMID: 19261082. DOI.
  3. Bailey et al.: Comparisons between cats with normal and increased fPLI concentrations in cats diagnosed with inflammatory bowel disease. J Small Anim Pract 2010;51:484-9. PMID: 21050218. DOI.
  4. Steiner et al.: Stability of canine pancreatic lipase immunoreactivity concentration in serum samples and effects of long-term administration of prednisone to dogs on serum canine pancreatic lipase immunoreactivity concentrations. Am. J. Vet. Res. 2009;70:1001-5. PMID: 19645581. DOI.
  5. Xenoulis & Steiner: Canine and feline pancreatic lipase immunoreactivity. Vet Clin Pathol 2012;41:312-24. PMID: 22861648. DOI.
  6. Steiner et al.: Sensitivity of serum markers for pancreatitis in dogs with macroscopic evidence of pancreatitis. Vet. Ther. 2008;9:263-73. PMID: 19177331.
  7. Trivedi et al.: Sensitivity and specificity of canine pancreas-specific lipase (cPL) and other markers for pancreatitis in 70 dogs with and without histopathologic evidence of pancreatitis. J. Vet. Intern. Med. 2011;25:1241-7. PMID: 22092611. DOI.
  8. Steiner JM, Finco DR, Gumminger SR, Williams DA. Serum canine pancreatic lipase immunoreactivity (cPLI) in dogs with experimentally induced chronic renal failure [abstract]. J Vet Intern Med. 2001;15:311.

Links