Felien Coronavirus antistoffen: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
k (1 revision(s))
k (11 revisions)
 
(9 tussenliggende revisies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Katten met koorts, uveïtis, retinabloeding.
+
{|style="float: right;" border="0"
 
+
|{{analyte
Aseptische abdominale en/of pleurale effusie.
+
|descr_nl = Felien Coronavirus antistoffen
 
+
|syn = FIP as, FeCV as
Anemie, hyperglobulinemie.
+
|loinc = 23726-3
 
+
|analyte_code = DFIPS
Nier-, lever- of neurologische afwijkingen.
+
|request_code = 3050A
 
+
|cat = Serologie
Screening kitten op 10w.
+
|subcat = Infectieus
 
+
|sample_type = Serum (EDTA, Heparine)
{| class="wikitable"
+
|sample_type_link= Serum
! Doelorganen
+
|sample_volume = 250 µL (0.25 mL) serum/plasma
| Serologie
+
|method = Immunochromatografie
 +
|freq = ma-za
 +
|delay = zelfde dag
 +
|unit = geen
 +
|alt_unit =
 +
|conv =
 +
|}}
 
|-
 
|-
! Staal
+
|{{analyte
| Serum
+
|descr_nl = Felien Coronavirus antistoffen titer
|-
+
|syn = FIP as titer, FeCV as titer
! Minimum hoeveelheid
+
|loinc = 23718-0
| 0.3ml
+
|analyte_code = DFIP
|-
+
|request_code = 3050B
! Methode
+
|cat = Serologie
| Indirekte immunoperoxydase
+
|subcat = Infectieus
|-
+
|sample_type = Serum
! Resultaat
+
|sample_type_link= Serum
| 3 dagen
+
|sample_volume = 300 µL (0.3 mL) serum
 +
|method = Immunoperoxidase
 +
|freq = 1x/1-2w
 +
|delay = 1-2 weken
 +
|unit = titer
 +
|alt_unit =
 +
|conv =
 +
|}}
 
|}
 
|}
  
 +
{{cat}}
 +
==Indicaties==
 +
*Katten met koorts, uveïtis, retinabloeding
 +
*Aseptische abdominale en/of pleurale effusie
 +
*Anemie, hyperglobulinemie
 +
*Nier-, lever- of neurologische afwijkingen
 +
*Screening kitten op 10w
  
 
== Interpretatie ==
 
== Interpretatie ==
 
Er bestaat geen serologisch onderscheid tussen FIPV en FeCV. Beiden vermeerderen thv de darm en/of AHS al of niet gepaard gaand met SVS- of AHSstoornissen; enkel FIPV vermeerdert nadien in de inwendige organen, met een duidelijk tropisme voor macrofagen en monocyten. Katten met een zwakke celgemedieerde immuunrespons ontwikkelen de ‘natte’ vorm, dieren met een partiële celgemedieerde immuniteit ontwikkelen de ‘droge’ vorm.
 
Er bestaat geen serologisch onderscheid tussen FIPV en FeCV. Beiden vermeerderen thv de darm en/of AHS al of niet gepaard gaand met SVS- of AHSstoornissen; enkel FIPV vermeerdert nadien in de inwendige organen, met een duidelijk tropisme voor macrofagen en monocyten. Katten met een zwakke celgemedieerde immuunrespons ontwikkelen de ‘natte’ vorm, dieren met een partiële celgemedieerde immuniteit ontwikkelen de ‘droge’ vorm.
  
Een positieve titer is dus niet diagnostisch voor FIP, net zoals hij niet beschermt tegen de ziekte.
+
Een positieve test is niet diagnostisch voor FIP.
 
+
'''Gezonde dieren''':hoe hoger de titer, hoe hoger de kans dat het binnen 3 maanden komt tot een klinische FIP.
+
geen seroconversie: 7% kans
+
titer 100 - 300: 25% kans
+
titer >1000: 50% kans
+
 
+
 
+
'''Zieke dieren''':
+
titer <640: weinig indicatief
+
titer >1600: 85% kans op klinische FIP
+
 
+
Lage titers kunnen voorkomen bij katten in eindstadium van de ziekte tgv depletie van de antistoffen.
+
  
Definitieve diagnose is mogelijk dmv histopathologie al of niet in combinatie met IF, en PCR op effusievocht.
+
Definitieve diagnose is mogelijk dmv histopathologie al of niet in combinatie met IP, en PCR op effusievocht.
 
Lage titers hebben een hoge negatief voorspellende waarde, maw in dit geval is ziekte meer dan waarschijnlijk niet te wijten aan FIP, tenzij bij sommige terminale gevallen (zie hoger).
 
Lage titers hebben een hoge negatief voorspellende waarde, maw in dit geval is ziekte meer dan waarschijnlijk niet te wijten aan FIP, tenzij bij sommige terminale gevallen (zie hoger).
  
Hoge titers hebben jammer genoeg een lage positief voorspellende waarde, maw ziekte kan maar is niet noodzakelijk te wijten zijn aan FIP. Titers ≥160 + lymfopenie + hypergammaglobulinemie doet de PVW echter stijgen tot 88%.
+
Hoge titers hebben jammer genoeg een lage positief voorspellende waarde, maw ziekte kan maar is niet noodzakelijk te wijten zijn aan FIP. Titers ≥160 + lymfopenie + hypergammaglobulinemie doet de PPV echter stijgen tot 88%.
  
 
Maternale immuniteit wordt ondetecteerdbaar op een leeftijd van 4-6w. Postnataal geïnfecteerde kittens worden seropositief vanaf 8-14w.
 
Maternale immuniteit wordt ondetecteerdbaar op een leeftijd van 4-6w. Postnataal geïnfecteerde kittens worden seropositief vanaf 8-14w.
Regel 54: Regel 62:
  
 
Grootste risicogroep: 6m - 2j
 
Grootste risicogroep: 6m - 2j
 +
==Referenties==
 +
{{Reflist}}
 
[[Category:LabWijzer]]
 
[[Category:LabWijzer]]

Huidige versie van 22 jan 2014 om 14:13

Benamingen en codes
Omschrijving Felien Coronavirus antistoffen
Synoniemen FIP as, FeCV as
Loinc 23726-3
Code DFIPS
Aanvraagcode 3050A
Afname en methode
Staal Serum (EDTA, Heparine)
Min volume (?) 250 µL (0.25 mL) serum/plasma
Methode Immunochromatografie
Rapportering
Rubriek Serologie
Subrubriek Infectieus
Frequentie ma-za
Doorlooptijd zelfde dag
Eenheid geen
Benamingen en codes
Omschrijving Felien Coronavirus antistoffen titer
Synoniemen FIP as titer, FeCV as titer
Loinc 23718-0
Code DFIP
Aanvraagcode 3050B
Afname en methode
Staal Serum
Min volume (?) 300 µL (0.3 mL) serum
Methode Immunoperoxidase
Rapportering
Rubriek Serologie
Subrubriek Infectieus
Frequentie 1x/1-2w
Doorlooptijd 1-2 weken
Eenheid titer

Cat.svg

Indicaties

  • Katten met koorts, uveïtis, retinabloeding
  • Aseptische abdominale en/of pleurale effusie
  • Anemie, hyperglobulinemie
  • Nier-, lever- of neurologische afwijkingen
  • Screening kitten op 10w

Interpretatie

Er bestaat geen serologisch onderscheid tussen FIPV en FeCV. Beiden vermeerderen thv de darm en/of AHS al of niet gepaard gaand met SVS- of AHSstoornissen; enkel FIPV vermeerdert nadien in de inwendige organen, met een duidelijk tropisme voor macrofagen en monocyten. Katten met een zwakke celgemedieerde immuunrespons ontwikkelen de ‘natte’ vorm, dieren met een partiële celgemedieerde immuniteit ontwikkelen de ‘droge’ vorm.

Een positieve test is niet diagnostisch voor FIP.

Definitieve diagnose is mogelijk dmv histopathologie al of niet in combinatie met IP, en PCR op effusievocht. Lage titers hebben een hoge negatief voorspellende waarde, maw in dit geval is ziekte meer dan waarschijnlijk niet te wijten aan FIP, tenzij bij sommige terminale gevallen (zie hoger).

Hoge titers hebben jammer genoeg een lage positief voorspellende waarde, maw ziekte kan maar is niet noodzakelijk te wijten zijn aan FIP. Titers ≥160 + lymfopenie + hypergammaglobulinemie doet de PPV echter stijgen tot 88%.

Maternale immuniteit wordt ondetecteerdbaar op een leeftijd van 4-6w. Postnataal geïnfecteerde kittens worden seropositief vanaf 8-14w.

Serologische screening is zinvol seronegatieve kweekkolonies. Het virus wordt ongeveer door 30% van de seropositieve gezonde katten uitgescheiden.

Grootste risicogroep: 6m - 2j

Referenties