Brucella canis antistoffen: verschil tussen versies
k (1 revision(s)) |
k (8 revisions) |
||
(3 tussenliggende revisies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | {{analyte | ||
+ | |descr_nl = Brucella canis antistoffen | ||
+ | |syn = DBRUCC | ||
+ | |loinc = 17784-0 | ||
+ | |analyte_code = DBRUCC | ||
+ | |request_code = 3005A | ||
+ | |cat = Serologie | ||
+ | |subcat = Infectieus | ||
+ | |sample_type = Serum | ||
+ | |sample_type_link= Serum | ||
+ | |sample_volume = 500 µL (0.5 mL) serum | ||
+ | |method = Rapid slide agglutination test | ||
+ | |freq = 1x/week | ||
+ | |delay = 1 week | ||
+ | |unit = geen | ||
+ | |alt_unit = | ||
+ | |conv = | ||
+ | |}} | ||
+ | {{dog}} | ||
+ | ==Indicaties== | ||
Honden met voortplantingsstoonissen, lymfadenopathie, hyperglobulinemie, discospondylitis of uveïtis. | Honden met voortplantingsstoonissen, lymfadenopathie, hyperglobulinemie, discospondylitis of uveïtis. | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
== Interpretatie == | == Interpretatie == | ||
− | Bij een negatief resultaat ondanks sterke verdenking moet de test 4 weken later herdaan worden om staalname vroeg in het ziekteproces uit te sluiten. De seroconversie kan gedurende 4-8w na infectie ondetecteerbaar blijven | + | Bij een negatief resultaat ondanks sterke verdenking moet de test 4 weken later herdaan worden om staalname vroeg in het ziekteproces uit te sluiten. De seroconversie kan gedurende 4-8w na infectie ondetecteerbaar blijven, ook bij aborterende teven. |
− | + | Wettelijk bestreden aandoening. Test verplicht voor export naar sommige landen: consulteer site Ministerie van Buitenlandse zaken of de desbetreffende ambassade. | |
− | |||
Seroconversie tegenover celwand Ag (TAT, RSAT, AGID) manifesteert zich 3-10w na infectie en persisteert zolang bacteriemie aanhoudt. De Ag zijn echter gemeenschappelijk met andere bacteriespecies. | Seroconversie tegenover celwand Ag (TAT, RSAT, AGID) manifesteert zich 3-10w na infectie en persisteert zolang bacteriemie aanhoudt. De Ag zijn echter gemeenschappelijk met andere bacteriespecies. | ||
Seroconversie tegenover cytoplasmatische antigenen (AGID) treedt later op (8-12w), persisteert tot 12m en wordt enkel gedeeld met andere Brucella spp. | Seroconversie tegenover cytoplasmatische antigenen (AGID) treedt later op (8-12w), persisteert tot 12m en wordt enkel gedeeld met andere Brucella spp. | ||
− | De antilichamen beschermen echter niet.De titer daalt wanneer de kiemen uit het bloed verdwijnen hoewel ze nog latent in de weefsels kunnen achterblijven. | + | De antilichamen beschermen echter niet. De titer daalt wanneer de kiemen uit het bloed verdwijnen hoewel ze nog latent in de weefsels kunnen achterblijven. |
+ | ==Referenties== | ||
+ | {{Reflist}} | ||
[[Category:LabWijzer]] | [[Category:LabWijzer]] |
Huidige versie van 22 jan 2014 om 13:13
|
Indicaties
Honden met voortplantingsstoonissen, lymfadenopathie, hyperglobulinemie, discospondylitis of uveïtis.
Interpretatie
Bij een negatief resultaat ondanks sterke verdenking moet de test 4 weken later herdaan worden om staalname vroeg in het ziekteproces uit te sluiten. De seroconversie kan gedurende 4-8w na infectie ondetecteerbaar blijven, ook bij aborterende teven.
Wettelijk bestreden aandoening. Test verplicht voor export naar sommige landen: consulteer site Ministerie van Buitenlandse zaken of de desbetreffende ambassade.
Seroconversie tegenover celwand Ag (TAT, RSAT, AGID) manifesteert zich 3-10w na infectie en persisteert zolang bacteriemie aanhoudt. De Ag zijn echter gemeenschappelijk met andere bacteriespecies. Seroconversie tegenover cytoplasmatische antigenen (AGID) treedt later op (8-12w), persisteert tot 12m en wordt enkel gedeeld met andere Brucella spp.
De antilichamen beschermen echter niet. De titer daalt wanneer de kiemen uit het bloed verdwijnen hoewel ze nog latent in de weefsels kunnen achterblijven.