Osmolaliteit urine: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
(Interpretatie)
(Referentie-interval)
Regel 28: Regel 28:
 
|-
 
|-
 
! Hond
 
! Hond
| 50
+
| 160
| 2500
+
| 2800
 
| mOsmol/kg
 
| mOsmol/kg
  
 
|-
 
|-
 
! Kat
 
! Kat
| 50
+
| 160
 
| 3000
 
| 3000
 
| mOsmol/kg
 
| mOsmol/kg
  
 
|}
 
|}
Minimum-Maximum waarden!
 
 
Normaal:hond:500 - 1200.
 
  
 
== Interpretatie ==
 
== Interpretatie ==

Versie van 29 mrt 2013 om 17:51

Benamingen en codes
Omschrijving Osmolaliteit urine
Synoniemen
Loinc 2695-5
Code DUOSMO
Aanvraagcode 4050
Afname en methode
Staal Urine
Min volume (?) 200 µL (0.20 mL) urine
Methode Vriespuntverlaging
Rapportering
Rubriek Urine
Frequentie ma-za
Doorlooptijd zelfde dag
Eenheid mOsm/kg


Staalname

Urine steeds afnemen vooraleer vloeistoftherapie ingezet wordt

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid
Hond 160 2800 mOsmol/kg
Kat 160 3000 mOsmol/kg

Interpretatie

Bepaling van de urine/plasma osmolaliteit ratio is een preciezere manier om het concentrerend vermogen te evalueren dan het urinair Sg. Zo zal bij een belangrijke glucosurie of proteinurie het Sg sterker verhogen dan de osmolaliteit.

Elk dier met goed functionerende nieren moet in respons op dehydratatie urine kunnen produceren die 5-6x sterker geconcentreerd is dan hun plasma.

Diabetes insipidus gaat gepaard met waarden <300 mOsm/kg

Referenties