Chloride: verschil tussen versies

Uit wikilab
Ga naar: navigatie, zoeken
(Relatie tot Na)
 
(15 tussenliggende revisies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 18: Regel 18:
 
|}}
 
|}}
  
{{mamals}}
+
{{mammals}}
 
==Indicaties==
 
==Indicaties==
 
*Braken, diarree
 
*Braken, diarree
 
*Polyurie, polydipsie
 
*Polyurie, polydipsie
 
*Dehydratatie
 
*Dehydratatie
 +
* Zuur-base onevenwicht
 +
* Monitoring diuretica, parenterale voeding, infusie
  
 
==Staalname==
 
==Staalname==
Regel 32: Regel 34:
 
*7d bij 15-25 °C
 
*7d bij 15-25 °C
 
*7d bij 2-8 °C
 
*7d bij 2-8 °C
*stabiel bij (-20) °C
+
*1j bij (-20) °C
  
 
==Referentie-interval==
 
==Referentie-interval==
Regel 85: Regel 87:
  
 
== Interpretatie ==
 
== Interpretatie ==
Gevaar: Geen paniekwaarden vooropgesteld. Er valt veel meer te vrezen van metabole alkalose en hypoCa in hypochloremische dieren en van hyperosmolaliteit bij hyperchloremische.
+
===Paniekwaarden===
 +
Geen vooropgesteld.  
  
Hypochloremie kan ontstaan door opname van meer Na dan Cl, groter verlies aan Cl dan aan Na, in hoofdzaak tgv braken.
+
Er valt veel bij hypoCl meer te vrezen van metabole alkalose en hypoCa en van hyperosmolaliteit bij hyperCl.
  
Hyperchloremie kan ontstaan door opname van meer Cl dan Na, groter verlies aan Na dan aan Cl of renale retentie van Cl.
+
===Relatie tot Na===
 +
Om de elektroneutratliteit te bewaren gaat Cl gewoonlijk vergezeld van [[Na]]. De hypo- of hyperchloremie die wordt gezien iam proportionele wijzigingen van natrium zijn te wijten aan '''schommelingen in de waterbalans'''. Desgevallend dienen de oorzaken van hypo- resp. hypernatriëmie onderzocht te worden.  
  
De veronderstelling dat veranderingen in het chloride die van natrium volgen is niet altijd waar. De hypo- of hyperchloremie die wordt gezien iam proportionele wijzigingen van natrium zijn te wijten aan schommelingen van de lichaamswaterbalans. Concentratieveranderingen die niet geassocieerd zijn met wijzigingen van natrium zijn meestal te wijten zuur-base onevenwichten. Chloride heeft de neiging om in tegengestelde zin van het bicarbonaat te variëren.
+
Concentratieveranderingen die niet geassocieerd zijn met wijzigingen van natrium zijn meestal te wijten aan '''zuur-base onevenwicht'''. Cl variëert in tegengestelde zin van [[bicarbonaat]] zodat hyperchloremie geassocieerd wordt met metabole acidose en hypochloremie met metabole alkalose.
Hond: Cl gecorrigeerd = Cl x 146 / Na (107-113 mEq/L)
+
 
Kat: Cl gecorrigeerd = Cl x 156 / Na (117-123 mEq/L)
+
Het al dan niet relatief zijn van een abnormale Cl-concentratie kan als volgt berekend worden:
 +
 
 +
Hond: Cl gecorrigeerd = Cl x 146 / Na (107-113 mEq/L)
 +
Kat: Cl gecorrigeerd = Cl x 156 / Na (117-123 mEq/L)
 +
 +
Abno Cl gemeten + no Cl gecorrigeerd =  secundair aan wijzigingen in de waterbalans
 +
Abno Cl gemeten + abno Cl gecorrigeerd = Cl-wijziging onafhankelijk van Na-wijziging
 +
 
 +
===Hypochloremie===
 +
* relatief (no Cl gecorrigeerd, hypoNa)
 +
** GI-verlies
 +
** verlies via lichaamsholtes (uroabdomen, ascites)
 +
** nierfalen
 +
** hypoadrenocorticisme (Addison)
 +
**ketonurie
 +
** aandoeningen gepaard met oedeeem
 +
**brandwonden
 +
* opname van meer Na dan Cl
 +
** natriumhoudende antibiotica
 +
** NaHCO3
 +
* groter verlies aan Cl dan Na
 +
** braken
 +
**ptyalisme
 +
**maagreflux (paard)
 +
**dikdarmdiarree (paard)
 +
**maagulcers (paard)
 +
**lebmaagverplaatsing (rund)
 +
**lebmaagatonie (rund)
 +
**maagruptuur
 +
**maagdilatatie-volvulus (hond)
 +
**ileus (paard)
 +
**nieraandoening (rund)
 +
** zweten (paarden)
 +
** chronisch respiratoire acidose
 +
** loopdiuretica
 +
 
 +
===Hyperchloremie===
 +
* relatief (no Cl gecorrigeerd, hyperNa)
 +
**hemoconcentratie (dehyratatie)
 +
**diabetes insipidus (zuiver waterverlies)
 +
**diabetes mellitus (hypotoon vloeistofverlies)
 +
* opname van meer Cl dan Na
 +
** Cl-houdende zouten
 +
** parenterale voeding
 +
** hypertone infusie
 +
**zoutintoxicatie
 +
* groter verlies aan Na dan Cl
 +
** dundarmdiarree
 +
* renale retentie van Cl
 +
**nierfalen
 +
**renale tubulaire acidose
 +
**hypoaldosteronisme
 +
**ketoacidose iam diabetes mellitus
 +
**chornische respiratoire alkalose (tgv verminderde renale HCO3-retentie)
 +
**kaliumsparende diuretica (spironolactone)
 +
**acetazolamide
 +
 
 +
==Fysiologie==
 +
Chloride is het belangrijkste anion in de extracellulaire vloeistof. Het speelt een belangrijke rol in de waterbalans en zuur-base evenwicht.
 +
 
 +
Dietair Cl wordt absorbeerd in het ileum en samen met [[Na]] in het jejenum en distale colon. De zoutabsorptie is de drijvenende kracht voor de waterreaborptie.
 +
 
 +
De homeostase wordt in hoofdzaak door de nieren geregeld. Meer dan de helft van het gefilterde Cl wordt gereabsorbeerd in de proximale tubuli. Onder invloed van [[aldosteron]] wordt ook in het distale nephron thv het ascenderende deel van de lus van Henle Cl gereabsorebeerd.
  
Abno Cl gemeten + abno Cl gecorrigeerd = echte hypoCl
 
Abno Cl gemeten + no Cl gecorrigeerd = artefactuele hypoCl of sec. aan veranderingen in de waterbalans
 
 
==Referenties==
 
==Referenties==
 
{{Reflist}}
 
{{Reflist}}
 +
* {{#pmid: 11727338}}
 
[[Category:LabWijzer]]
 
[[Category:LabWijzer]]

Huidige versie van 3 mei 2016 om 08:08

Benamingen en codes
Omschrijving Chloride
Synoniemen Cl
Loinc 2075-0
Code DCL
Aanvraagcode 0220
Afname en methode
Staal Serum (Heparine)
Min volume (?) 250 µL (0.25 mL) serum/plasma
Methode ISE
Rapportering
Rubriek Biochemie
Subrubriek Ionen
Frequentie ma-za
Doorlooptijd zelfde dag
Eenheid mEq/L
Alt. Eenheid mmol/L
Conversie meq/L = mmol/L
Dog.svgCat.svgFerret.svgRabbit.svgHorse.svgDonkey.svgCattle.svgSheep.svgGoat.svgPig.svg


Indicaties

  • Braken, diarree
  • Polyurie, polydipsie
  • Dehydratatie
  • Zuur-base onevenwicht
  • Monitoring diuretica, parenterale voeding, infusie

Staalname

Serumtube

Stabiliteit

  • 7d bij 15-25 °C
  • 7d bij 2-8 °C
  • 1j bij (-20) °C

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 101 113 mEq/L 101 113 mmol/L
Kat 115 125 mEq/L 115 125 mmol/L
Paard 96 104 mEq/L 96 104 mmol/L
Rund 90 110 mEq/L 90 110 mmol/L

Conversie

mEq/L = mmol/L

Interpretatie

Paniekwaarden

Geen vooropgesteld.

Er valt veel bij hypoCl meer te vrezen van metabole alkalose en hypoCa en van hyperosmolaliteit bij hyperCl.

Relatie tot Na

Om de elektroneutratliteit te bewaren gaat Cl gewoonlijk vergezeld van Na. De hypo- of hyperchloremie die wordt gezien iam proportionele wijzigingen van natrium zijn te wijten aan schommelingen in de waterbalans. Desgevallend dienen de oorzaken van hypo- resp. hypernatriëmie onderzocht te worden.

Concentratieveranderingen die niet geassocieerd zijn met wijzigingen van natrium zijn meestal te wijten aan zuur-base onevenwicht. Cl variëert in tegengestelde zin van bicarbonaat zodat hyperchloremie geassocieerd wordt met metabole acidose en hypochloremie met metabole alkalose.

Het al dan niet relatief zijn van een abnormale Cl-concentratie kan als volgt berekend worden:

Hond: Cl gecorrigeerd = Cl x 146 / Na (107-113 mEq/L)
Kat: Cl gecorrigeerd = Cl x 156 / Na (117-123 mEq/L)

Abno Cl gemeten + no Cl gecorrigeerd =  secundair aan wijzigingen in de waterbalans
Abno Cl gemeten + abno Cl gecorrigeerd = Cl-wijziging onafhankelijk van Na-wijziging

Hypochloremie

  • relatief (no Cl gecorrigeerd, hypoNa)
    • GI-verlies
    • verlies via lichaamsholtes (uroabdomen, ascites)
    • nierfalen
    • hypoadrenocorticisme (Addison)
    • ketonurie
    • aandoeningen gepaard met oedeeem
    • brandwonden
  • opname van meer Na dan Cl
    • natriumhoudende antibiotica
    • NaHCO3
  • groter verlies aan Cl dan Na
    • braken
    • ptyalisme
    • maagreflux (paard)
    • dikdarmdiarree (paard)
    • maagulcers (paard)
    • lebmaagverplaatsing (rund)
    • lebmaagatonie (rund)
    • maagruptuur
    • maagdilatatie-volvulus (hond)
    • ileus (paard)
    • nieraandoening (rund)
    • zweten (paarden)
    • chronisch respiratoire acidose
    • loopdiuretica

Hyperchloremie

  • relatief (no Cl gecorrigeerd, hyperNa)
    • hemoconcentratie (dehyratatie)
    • diabetes insipidus (zuiver waterverlies)
    • diabetes mellitus (hypotoon vloeistofverlies)
  • opname van meer Cl dan Na
    • Cl-houdende zouten
    • parenterale voeding
    • hypertone infusie
    • zoutintoxicatie
  • groter verlies aan Na dan Cl
    • dundarmdiarree
  • renale retentie van Cl
    • nierfalen
    • renale tubulaire acidose
    • hypoaldosteronisme
    • ketoacidose iam diabetes mellitus
    • chornische respiratoire alkalose (tgv verminderde renale HCO3-retentie)
    • kaliumsparende diuretica (spironolactone)
    • acetazolamide

Fysiologie

Chloride is het belangrijkste anion in de extracellulaire vloeistof. Het speelt een belangrijke rol in de waterbalans en zuur-base evenwicht.

Dietair Cl wordt absorbeerd in het ileum en samen met Na in het jejenum en distale colon. De zoutabsorptie is de drijvenende kracht voor de waterreaborptie.

De homeostase wordt in hoofdzaak door de nieren geregeld. Meer dan de helft van het gefilterde Cl wordt gereabsorbeerd in de proximale tubuli. Onder invloed van aldosteron wordt ook in het distale nephron thv het ascenderende deel van de lus van Henle Cl gereabsorebeerd.

Referenties

  • Manning: Electrolyte disorders. Vet. Clin. North Am. Small Anim. Pract. 2001;31:1289-321, vii-viii. PMID: 11727338.