(Bezig met het importeren van een nieuwe versie uit een externe bron)
(geen verschil)
Huidige versie van 5 jan 2015 om 17:40
Het staal moet tussen D19-24 of tussen D44-48 genomen worden. Blijft hoog gedurende de ganse dracht (>1.5 ng/mL). Hoge waarden zijn consistent met dracht maar niet specifiek voor dracht.
>1.5 ng/mL tussen D19-24 en tussen D44-48 bewijst dat de merrie drachtig was op het moment van staalname.
De meeste drachtige merries hebben >3 ng/mL
<0.1 ng/mL tussen D19-24 of tussen D44 -48 bewijst dat de merrie niet drachtig is.
Waarden tussen 1 - 3 ng/mL worden geassocieerd met een verhoogd risico op abortus.
Onjuiste inschatting van het moment van hengstigheid en ovulatie, embryosterfte en ovariële afwijkingen veroorzaken vals positieven.