NaF: verschil tussen versies
k (1 revision) |
|
(geen verschil)
|
Versie van 27 jan 2014 om 10:21
Fluoride is een antiglycolytisch agens door inhibitie van het enzyme enolase en voorkomt aldus dat het plasmaglucose zou verbruikt worden door de aanwezige cellen.[1] Het effect wordt bovendien versterkt door door de chelatie van magnesium-ionen door EDTA waardoor het celmetabolisme vertraagt.
De inhibitie is niet onmiddellijk: het glucose wordt in de tube binnen de 3u gestabiliseerd. Het resultaat van een meting op dergelijk plasma kan dus iets lager uitvallen dan directe meting op volbloed. Dit kan van belang zijn in grensgevallen. Zonder glycolyse-inhibitor gaat glucose verloren door glycolyse aan een snelheid van 5%–7%/u bij een concentratie rond het referentiebereik. In absolute waarden treedt er een verlies op van 0.67 mmol/L (12 mg/dL) bij een concentratie van 5.55 mmol/L (100 mg/dL) na 2u bij kamertemperatuur. Leukocytose en hogere omgevingstemperatuur versnelt dit proces.[2]
Micro-afname
Voor kleine dieren waarbij slechts een kleine hoeveelheid bloed kan genomen worden zijn er microtubes beschikbaar:
- 250-500 µL