Gamma glutamyl transferase: verschil tussen versies
(→Interpretatie) |
(→Referentie-interval) |
||
| Regel 40: | Regel 40: | ||
|- | |- | ||
! Paard | ! Paard | ||
| − | | < | + | | <30 |
| IU/L | | IU/L | ||
|- | |- | ||
Versie van 12 mrt 2013 om 19:36
| ||||||||||||||||||||||||||||||||
Indicaties
- Routineparameter lever
- Gewichtsverlies, anorexie
- Hepatomegalie
- Braken, diarree
- Ascites, icterus
Referentie-interval
| Hoog | Eenheid | |
|---|---|---|
| Hond | <9 | IU/L |
| Kat | <9 | IU/L |
| Paard | <30 | IU/L |
| Rund | <50 | IU/L |
Ezels, muildieren < andere paardachtigen
Interpretatie
Algemene opmerking bij leverenzymen, zie alkalisch fosfatase
Merker voor cholestase
GGT verschijnt net zoals ALP in het serum door gestimuleerde productie en door lekkage. Het wordt minder beïnvloedt door secundaire leverlijden en enzyme-inducerende farmaca zoals cortico’s tenzij ze de lever echt verstoren, i.e. steroïd-geïnduceerde hepatopathie. Meestal zal het dus samen met ALP verhogen, hoewel het misschien minder gevoelig is voor levernecrose. Het is niet mogelijk een onderscheid te maken tussen extra- en intrahepatische cholestase. Alleen een zeer hoge GGT kan op extrahepatische cholestase duiden.
Bij primaire cholestase zal GGT sterk verhogen samen met ALP, vervolgens galzuren, hyperbilirubinemie veroorzaken en tenslotte levercellen aantasten met toename van ALT (bij KHD) , AST, GLDH (paard). Is er initieel louter een leverletsel zonder cholestase dient men de omgekeerde redenering te volgen.
Specificiteit vs gevoeligheid
Bij honden is het specifieker maar minder gevoelig dan ALP, bij katten schijnt eerder het omgekeerde waar te zijn, behalve dan voor feline leverlipidose.
Monitoring
Normaliseert bij acute hepatitis als laatste, kan dus als monitoring na therapie gebruikt worden.
Zogende dieren
De hoge activiteit in melk verklaart de hogere waarde bij zogende dieren. Dit is enkel van practisch nut bij kalfjes waar een hoge meting suggereert dat het dier colostrum heeft opgenomen. T1/2 hond > kat
