Directe Coombs: verschil tussen versies
k (Wikilab moved page Coomb’s test to Directe Coombs without leaving a redirect) |
(→Interpretatie) |
||
Regel 28: | Regel 28: | ||
== Interpretatie == | == Interpretatie == | ||
− | + | In tegenstelling tot de indirect Coombs detecteert de directe test anti-RBC antistoffen gebonden aan het RBC-membraan. | |
− | + | ||
− | + | ||
+ | ===Negatief=== | ||
Een negatief resultaat sluit Immuungemedieerde hemolytische anemie niet uit: ondanks IHA zijn 10-40% van de honden negatief voor de test. De test detecteert Al of complement op de RBC-membraan. Om positief te zijn moet er voldoende Al of complement aanwezig zijn en moet er een goede verhouding tussen Al en reagens bestaan. | Een negatief resultaat sluit Immuungemedieerde hemolytische anemie niet uit: ondanks IHA zijn 10-40% van de honden negatief voor de test. De test detecteert Al of complement op de RBC-membraan. Om positief te zijn moet er voldoende Al of complement aanwezig zijn en moet er een goede verhouding tussen Al en reagens bestaan. | ||
− | + | ===Positief=== | |
− | + | ||
IHA, soms (17%) een onderdeel van SLE. De titer correleert echter niet met de ernst van hemolyse noch de respons op therapie. | IHA, soms (17%) een onderdeel van SLE. De titer correleert echter niet met de ernst van hemolyse noch de respons op therapie. | ||
Regel 70: | Regel 68: | ||
Een positief resultaat wijst enkel op de aanwezigheid van antilichamen op de RBCmembraan en niet op auto-immuniteit. De test is tevens positief in tal van infectieuze, parasitaire, inflammatoire, neoplastische en andere secundair immuungemedieerde aandoeningen (farmaca). Het RBCmembraan kan ook het slachtoffer worden van antilichamen die in feite gericht zijn tegen andere antigenen, het zg. innocent bystander effect. | Een positief resultaat wijst enkel op de aanwezigheid van antilichamen op de RBCmembraan en niet op auto-immuniteit. De test is tevens positief in tal van infectieuze, parasitaire, inflammatoire, neoplastische en andere secundair immuungemedieerde aandoeningen (farmaca). Het RBCmembraan kan ook het slachtoffer worden van antilichamen die in feite gericht zijn tegen andere antigenen, het zg. innocent bystander effect. | ||
+ | ==Referenties== | ||
+ | {{Reflist}} | ||
[[Category:LabWijzer]] | [[Category:LabWijzer]] |
Versie van 15 jan 2013 om 15:37
|



Indicaties
- Immungemedieerde hemolytische anemie (IHA)
Staalname
Test moet uitgevoerd worden vooralleer men start met immunosuppresieve therapie.
Interpretatie
In tegenstelling tot de indirect Coombs detecteert de directe test anti-RBC antistoffen gebonden aan het RBC-membraan.
Negatief
Een negatief resultaat sluit Immuungemedieerde hemolytische anemie niet uit: ondanks IHA zijn 10-40% van de honden negatief voor de test. De test detecteert Al of complement op de RBC-membraan. Om positief te zijn moet er voldoende Al of complement aanwezig zijn en moet er een goede verhouding tussen Al en reagens bestaan.
Positief
IHA, soms (17%) een onderdeel van SLE. De titer correleert echter niet met de ernst van hemolyse noch de respons op therapie.
Intravasculair | Extravasculair | |
autoagglutinatie | ja | nee |
Coombs | IgM en C3 | IgG |
optimum temperatuur | 4°C | 37°C |
kliniek | Acuut en erg, icterus,Hgbemie en -urie | chronisch,zwakte,lethargie, bleke slijmvliezen |
Prognose | Slecht tot gereserveerd | Gereserveerd tot goed |
Prevalentie | <1% | Meestal |
Een positief resultaat wijst enkel op de aanwezigheid van antilichamen op de RBCmembraan en niet op auto-immuniteit. De test is tevens positief in tal van infectieuze, parasitaire, inflammatoire, neoplastische en andere secundair immuungemedieerde aandoeningen (farmaca). Het RBCmembraan kan ook het slachtoffer worden van antilichamen die in feite gericht zijn tegen andere antigenen, het zg. innocent bystander effect.