Bromide

Uit wikilab
(Doorverwezen vanaf Kaliumbromide)
Ga naar: navigatie, zoeken
Benamingen en codes
Omschrijving Bromide
Synoniemen Br
Loinc 1984-4
Code BR
Aanvraagcode 2820
Afname en methode
Staal Serum
Min volume (?) 500 µL (0.5 mL) serum
Methode Inductief gekoppeld plasma - massa spectrometrie
Rapportering
Rubriek Drugmonitoring
Frequentie 1x/week
Doorlooptijd 1 week
Eenheid mg/L


Indicaties

Instellen en monitoring van elke bromidetherapie, 1-3 d na een laaddosis, 1m later, daarna minstens om de 6-9m, telkens het dier hervalt of anticonvulsiva-dosissen gewijzigd worden.

Staalname

Daar de halfwaardetijd zeer lang is i.v.t. het dosisinterval volstaat één staal en speelt het tijdstip van afname geen rol.

Referentie-interval

Laag Hoog Eenheid Laag SI Hoog SI SI eenheid
Hond 700 3000 mg/L 8.75 37.5 mmol/L

Conversie

Bromide mg/L  x   =  mmol/L
 =   / 


Interpretatie

In combinatie met fenobarbital 1500 - 2000 mg/L Als enige therapie 2000 - 3000 mg/L

Halfwaardetijd hond 24d; kat 11d

Steady state 3-4m

Onderhoudsdosis 30-40 mg/kg/d in 1-2x

Laaddosis 450 mg/kg/5d + onderhoudsdosis

Dosiscorrectie: in klinische situaties - waar een uiterst preciese afstelling van de therapie niet essentieel is -kan de dosis aangepast worden mbhv volgende vergelijkingingen:

Nieuwe dosis = Oude dosis x (Beoogde concentratie / Gemeten concentratie) of Nieuw interval = Oud interval x (Beoogde concentratie / Gemeten concentratie). Wanneer de dosis verhoogd moet worden, is het aanbevolen een laaddosis te gebruiken om het tekort aan te vullen en zodoende een versneld effect te bewerkstelligen: Laaddosis = 450 mg/kg x (Beoogde concentratie - Gemeten concentratie/Beoogde concentratie); de onderhoudsdosis wordt vervolgens met dezelfde fractie verhoogd ((Beoogd - Gemeten)/Beoogd).

M.a.w. als de dosis verdubbeld zal de bereikte plasmaconcentratie ook verdubbelen en vice versa.

Bij het starten of wijzigen van eender welke dosisparameter moet men 3-4w (1t1/2) wachten vooraleer men opnieuw een steady state bereikt. Indien geen respons ondanks dat de plasmaconcentratie binnen het therapeutisch bereik ligt, mag men de dosis voorzichtig opdrijven met stapjes van 500 mg/L tot de maximum therapeutische concentratie of de beoogde respons bereikt wordt.

Bij toxiciteit gaat men hetzelfde te werk maar in omgekeerde zin totdat de minimum therapeutisch concentratie ingesteld is.

Toxische nevenwerkingen zijn lethargie, sedatie, ataxie, zwakte vd achterpoten en polikasurie. Ze treden vnl. op bij concentraties >2500 mg/L en icm fenobarbital.

Referenties