Actinobacillus pleuropneumoniae

Uit wikilab
(Doorverwezen vanaf APP)
Ga naar: navigatie, zoeken

Pig.svg

Ziekte

Actinobacillus pleuropneumoniae (APP) is een gram-negatieve bacterie die behoort tot de Pasteurellaceae. APP is een veel voorkomende longaandoening bij varkens die gepaard kan gaan met grote economische schade. Bij de acute vorm treedt er koorts op en een bemoeilijkte ademhaling. Een bloederig-schuimige neusuitvloeiing en plotse sterfte kunnen optreden. Het meest typische letsel is een (soms éénzijdige) hemorhagisch-necrotiserende pneumonie en pleuritis. In de trachea is er bij typische gevallen eveneens een bloederig-schuimige inhoud. Uitbraken komen het meest voor bij vleesvarkens. De acute uitbraak kan vervolgens chronisch worden met groeivertraging en hoest waarbij er in de longen abcessen kunnen zijn. Stress, slechte ventilatie en de aanwezigheid van andere respiratoire infecties spelen eveneens een rol in het voorkomen van door APP veroorzaakte ziekte. De bacterie spreidt door direct contact tussen varkens en kan door drager-dieren worden overgebracht tussen bedrijven.

De epidemiologische situatie van APP is complex: er zijn 2 biotypes en 15 serotypes van de bacterie gekend, waarbij niet alle serotypes even virulent zijn. In België circuleren er verschillende virulente APP serotypes. Verschillende virulentie-factoren van de bacterie dragen bij tot het ontstaan van letsels, de belangrijkste zijn de exotoxines ApxI, Apx II en Apx III. Alle virulente APP stammen hebben minstens één van de voornoemde toxines. Een vierde toxine (ApxIV), dat voorkomt bij alle APP serotypes en niet bij aan APP verwante bacteriën, draagt eveneens bij aan de virulentie van APP.

Diagnose

Voor het opsporen van antistoffen tegen de bacterie zijn er verschillende ELISA's beschikbaar. Aangezien er verschillende APP serotypes circuleren in België wordt de monitoring van de ziekte gecompliceerd, wat onder andere tot gevolg heeft dat er meer dan één ELISA (doorgaans één voor serotype 2 en één voor de serotypes 1, 9 en 11) dient uitgevoerd te worden. Een alternatief is de ELISA waarbij As tegen het Apx IV toxine worden opgespoord. Deze test heeft een zeer hoge specificiteit, dit wil zeggen dat er omzeggens geen vals positieve resultaten voorkomen. Bovendien worden er bij gevaccineerde dieren geen As tegen het Apx IV toxine geïnduceerd. Dit betekent dat aanwezigheid van Apx IV As duidt op infectie.
  • PCR en bacteriologie
Voor het aantonen van de bacterie zelf is er de keuze tussen bacteriologisch onderzoek en PCR. Voor beide testen is het best om in aansluiting op een autopsie de plaatsen met typische letsels te bemonsteren. Het weefsel mag niet door postmortaal verval aangetast zijn. Bij bacteriologisch onderzoek wordt er, indien APP wordt aangetoond, een onderscheid gemaakt tussen de 2 biotypes en wordt er een antibiogram aangelegd.

Interpretatie

Het aantonen van de bacterie met PCR of bacteriologisch onderzoek in de long is diagnostisch zinvol. Bacteriën geïsoleerd uit tonsillen hebben niet noodzakelijk diagnostische betekenis aangezien er dragerdieren bestaan.

Aantonen van As tegen Apx IV wijst op infectie. Bij jonge dieren dient er wel rekening gehouden te worden met de maternale immuniteit. Tot de leeftijd van ongeveer 3 maanden kunnen deze As worden aangetoond. Dit wordt geïllustreerd in onderstaande tabel waar de resultaten worden weergegeven van een serologische bemonstering op een APP vrij bedrijf met biggen afkostig van zeugen die een eerdere APP infectie hebben ondergaan.

Leeftijd Aantal positieve / totaal bemonsterd
7w 4/5
11w 2/5
15w 0/5

Referenties

Links